gepubliceerd op 13 februari 2004
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van 19 juni 2003 betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op het gasnet
11 DECEMBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van 19 juni 2003 betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op het gasnet
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op de artikelen 39 tot 43;
Gelet op het besluit van 19 juni 2003 betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op het gasnet, inzonderheid op de artikelen 3 tot 12;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 november 2003;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 6 november 2003;
Gelet op het advies van de Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 3 december 2003;
Gelet op dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de inwerkingtreding op 15 juli 2003 van het besluit van de Waalse Regering van 19 juni 2003 betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op het gasnet; overwegende dat de leveranciers krachtens dat besluit het bedrag van de aansluitingsretributie om de drie maanden moeten storten en gelet op de moeilijkheden die ze ondervinden om te voldoen aan de verplichtingen i.v.m. het bijhouden van de verschillende registers;
Gelet op het advies 36.092/4 van de Raad van State, gegeven op 18 november 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1o « besluit » : het besluit van de Waalse Regering van 19 juni 2003 betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op het gasnet; 2o « administratie »: de Afdeling Energie van het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art. 2.De hoofdstukken III tot V van het huidige besluit worden vervangen door de volgende bepalingen : « HOOFDSTUK III. - Inning en storting van de retributie
Art. 3.Elke leverancier bezorgt de algemene ontvanger van het Waalse Gewest een beroepsaangifte met de volgende gegevens : 1o de benaming van de leverancier; 2o zijn maatschappelijke zetel en exploitatiezetel; 3o de personalia van de persoon die instaat voor de inning en de storting van de retributie.
Art. 4.De retributie wordt door de leverancier geïnd op grond van de factuur opgesteld na meting van de teller van de afnemer.
Art. 5.Om de retributie te betalen bezorgt de leverancier de administratie uiterlijk de twintigste dag van elk maand een aangifte betreffende de verbruiksfacturen en de tussentijdse facturen die hij in de loop van de vorige maand heeft geboekt. Het aangifteformulier stemt overeen met het model opgesteld door de Minister en bevat alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de retributie.
In de maandelijkse aangifte bedoeld in het eerste lid maakt de leverancier een onderscheid tussen de gegevens betreffende de verbruiksfacturen en die betreffende de tussentijdse facturen.
Wat de tussentijdse facturen betreft, betaalt de leverancier maandelijks of bij elke overlegging ervan bij wijze van voorschot ten gunste van het Energiefonds het bedrag van de gezamenlijke retributies i.v.m. die facturen. Het bedrag van die voorschotten wordt afgehouden van het eindbedrag van de retributie dat achteraf vermeld wordt op de overeenstemmende verbruiksfacturen.
De leverancier stort uiterlijk de dertigste dag van de maand op de rekening van het Waalse Gewest de retributies die opeisbaar worden op grond van de aangiften bedoeld in het eerste lid.
Art. 6.Om rekening te houden met de retributies die hem niet volledig gestort zouden worden door afnemers wiens verbruik jaarlijks wordt gemeten, mag de leverancier een forfait van 0,5 % afhouden van de retributies die in rekening worden gebracht op de verbruiksfacturen en op de tussentijdse facturen.
Bij de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen, bezorgt de leverancier de administratie alle stukken betreffende de geboekte schuldvorderingen die niet invorderbaar zijn.
Als de administratie op basis van de verstrekte stukken vaststelt dat het bedrag van de niet ingevorderde retributies hoger is dan het jaarlijkse bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, verricht de algemene ontvanger de terugbetaling van het verschil door bedoeld verschil in mindering te brengen van het bedrag van de retributies dat de leverancier op de volgende vervaldatum moet storten.
Als de administratie op basis van de verstrekte stukken vaststelt dat het bedrag van de niet ingevorderde retributies lager is dan het jaarlijkse bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, wordt het verschil door de leverancier betaald uiterlijk de dertigste dag die volgt op de maand in de loop waarvan de ontvanger hem kennis heeft gegeven van de te betalen toeslag.
Art. 7.Er wordt geen forfaitaire aftrek toegepast voor klanten van wie het verbruik aan verschillende metingen per jaar onderworpen wordt.
De leverancier laat zijn maandaangifte vergezeld gaan van alle stukken betreffende de niet invorderbare schuldvordering en trekt het bedrag van de niet geïnde retributie onmiddellijk af.
De administratie onderzoekt het dossier en beslist binnen vijftien dagen over de aftrek.
Als, na de leverancier te hebben gehoord, het advies negatief is, zal de leverancier verplicht zijn de retributie te betalen uiterlijk de dertigste dag die volgt op de maand in de loop waarvan de ontvanger hem kennis heeft gegeven van de te betalen toeslag.
Art. 8.De administratie mag de leveranciers verzoeken om alle nodige informatie en stukken om te kunnen nagaan of de bij dit besluit opgelegde verplichtingen in acht genomen worden en opdat haar ambtenaren zich kunnen vergewissen van de betaling van de retributie.
De administratie mag controle ter plaatse uitoefenen.
Art. 9.Bij wijze van overgangsmaatregel versturen de leveranciers die hun activiteit vóór de inwerkingtreding van dit besluit uitoefenen, hun aangifte vóór 15 januari 2004, in afwijking van artikel 5, eerste en vierde lid. Die aangifte betreft de verbruiksfacturen en de tussentijdse facturen geboekt tussen 15 juli 2003 en 30 november 2003.
De leveranciers moeten de eerste storting van de retributie betreffende bedoelde facturen vóór 30 december 2003 verrichten.
Art. 10.De artikelen 13 en 14 worden ingetrokken. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2003.
Art. 4.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 11 december 2003 De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN