gepubliceerd op 30 november 2006
Besluit van de Waalse Regering betreffende de toeristische instellingen en de Hoge Raad voor Toerisme
10 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toeristische instellingen en de Hoge Raad voor Toerisme
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme, inzonderheid op de artikelen 19, eerste lid, 1°, d, en 4°, c, 22, 23, tweede lid, 38, 39, tweede lid, 2°, 40, tweede lid, 49, § 2, eerste lid en 6, 51, eerste lid, 64 en 68;
Gelet op het advies van de de Hoge Raad voor Toerisme, gegeven op 28 juni 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 april 2006;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 mei 2006;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 40.497/4, gegeven op 9 oktober 2006;
Op de voordracht van de Minister voor Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsveld
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving
Art. 2.Er wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme, zoals gewijzigd bij het decreet van 20 juli 2005 betreffende de subsidies voor de bevordering van het toerisme;2° Minister : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheden het toerisme behoort. TITEL II. - Toeristische instellingen HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Art. 3.In de gevallen bedoeld in artikel 19, eerste lid, 1°, d, van het decreet worden de statuten van de beheersvereniging ter goedkeuring aan de Minister overgemaakt bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs, binnen dertig dagen na hun aanneming.
De statuten worden door de Minister goedgekeurd of verworpen. Hij geeft de beheersvereniging kennis van zijn beslissing binnen een termijn van zestig dagen, die ingaat op de datum waarop de statuten ontvangen worden.
Art. 4.Het onthaalbureau van het Huis voor Toerisme moet minimum driehonderd dagen per jaar (met inbegrip van alle weekeinden) en minimum zes uur per dag toegankelijk zijn voor het publiek, zeker tussen 11 en 14 uur.
Art. 5.De Dienst voor Toerisme of de VVV moet minimum honderd dagen per jaar (met inbegrip van de weekeinden in de vakantieperiode) en minimum vier uur per dag toegankelijk zijn voor het publiek.
De weekeinden in de vakantieperiode zijn de weekeinden van de maanden juli en augustus en minstens drie van de volgende weekeinden, naar keuze van de instelling : - het Paasweekeinde; - het weekeinde vóór of na 25 december of 1 januari (behalve op 1 januari); - het laatste weekeinde van de maand juni of het eerste van de maand september; - de weekeinden van de schoolvakanties van Pasen in de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure
Art. 6.Elke aanvraag om erkenning wordt in één exemplaar overgemaakt door middel van het formulier afgegeven door het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
Ze gaat vergezeld van de volgende documenten : 1. een afschrift van de bijgewerkte statuten en de lijst van de vennoten en de leden van de verschillende sociale organen;2. in voorkomend geval een afschrift van de activiteitenverslagen, rekeningen en balansen van de twee laatste jaren voorafgaand aan het jaar waarin de erkenningsaanvraag wordt ingediend;3° een omschrijving van de menselijke middelen van de instelling, een meerjaarlijks actieplan en een financieel plan over drie jaar dat de ontvangsten en uitgaven van de instelling vaststelt;4° de stukken die bewijzen dat de erkenningsvoorwaarden van de instelling in acht worden genomen, zoals vastgelegd bij of krachtens de artikelen 18 tot 21 van het decreet. HOOFDSTUK III. - Schilden
Art. 7.Het model van de schilden wordt door de Minister vastgelegd.
Art. 8.Het schild wordt aangebracht op een zichtbare plaats op de gevel van het onthaal- en informatiebureau, vlak bij de ingang.
Het schild kan op elk document of communicatiemiddel van de toeristische instelling worden weergegeven.
Art. 9.Elk schild wordt binnen de dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing tot intrekking van de erkenning of, in geval van beroep, van de bevestiging ervan, teruggegeven.
Indien men vrijwillig van het gebruik van de benaming afziet, wordt daar bij ter post aangetekend schrijven kennis van gegeven aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme. De schilden worden bij het schrijven gevoegd. HOOFDSTUK IV. - Subsidies
Art. 10.De lijst van de kosten waarvoor een subsidie wordt verleend krachtens artikel 37 van het decreet wordt hierna vermeld : 1° voor de provinciale federaties voor toerisme : - de deelneming aan de financiering van de publicaties uitgegeven door de huizen voor toerisme; - de jaarlijkse bijdrage en de partner-bijdragen aan de Dienst voor de Bevordering van het Toerisme in Wallonië en Brussel; - de huurkosten van ruimtes voor jaarbeurzen en tentoonstellingen in Wallonië; 2° voor de huizen voor toerisme : - de personeels-, uitrustings- of onderhoudskosten i.v.m. het onthaal en de informatie van het publiek op een permanente basis alsook de opdracht van toeristische animatie in hun gebied; - de kosten i.v.m. de deelneming aan jaarbeurzen en tentoonstellingen; - de jaarlijkse bijdrage en de partner-bijdragen aan de Dienst voor Toerismebevordering; - de publicaties, uitgaven, internetsite en elke marketingactie die overeenstemt met de programma-overeenkomst van het Huis voor Toerisme.
Art. 11.Elke aanvraag om subsidie wordt in twee exemplaren overgemaakt door middel van het formulier afgegeven door het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
Ze gaat vergezeld van de volgende documenten : - de begroting van de instelling betreffende het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd; - de omschrijving van de uitgaven waarvoor de subsidies worden aangevraagd; - de geactualiseerde lijst van de bestuurders van de instelling. HOOFDSTUK V. - Delegaties
Art. 12.De Minister beslist over het beroep bedoeld in afdeling V van hoofdstuk I, titel III en van hoofdstuk II, titel VI van het decreet.
Art. 13.De Minister is belast met de goedkeuring van de programma-overeenkomst overeenkomstig artikel 19, tweede en derde lid.
TITEL III. - Hoge Raad voor Toerisme
Art. 14.De Minister is belast met de bepaling van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor Toerisme en van de technische comités bedoeld in artikel 49, § 2, eerste lid, van het decreet.
De verplaatsingskosten van de leden van de Raad voor Toerisme en van de technische comités worden vastgesteld op grond van de prijs van een treinkaartje, heen en terug in eerste klas, van het dichtstbij gelegen station van de woonplaats tot het dichtstbij gelegen station van de vergaderplaats, verhoogd met 12,5 euro. Als een lid meerdere vergaderingen op dezelfde dag bijwoont, wordt maar één rit terugbetaald.
TITEL IV. - Inbreuken en straffen
Art. 15.De ambtenaren en personeelsleden bedoeld in de artikel 51, eerste lid, van het decreet worden door de Minister aangewezen onder de ambtenaren en personeelsleden van niveau 1, 2+ en 2 van het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK I. - Overgangsbepalingen
Art. 16.Elke aanvraag tot afwijking bedoeld in artikel 64 van het decreet wordt gericht aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme bij ter post aangetekende brief met ontvangbewijs.
Ze gaat vergezeld van alle documenten die aantonen dat opdrachten i.v.m. het onthaal en de informatie van toeristen worden uitgevoerd door de instelling die de afwijking voor minstens honderd dagen per jaar aanvraagt.
Art. 17.Indien het van mening is dat het verzoek alle bestanddelen omvat om met perfecte kennis van zaken over het verzoek te beslissen, maakt het Commissariaat-generaal voor Toerisme bij ter post aangetekend schrijven binnen de vijftien dagen na ontvangst van het verzoek een bericht van ontvangst over.
Indien dat niet het geval is, richt het binnen dezelfde termijn een bij ter post aangetekend schrijven aan de verzoeker waarbij laatstgenoemde verzocht wordt om de ontbrekende inlichtingen mede te delen en geeft aan dat de procedure te rekenen van de ontvangst ervan opnieuw begint te lopen. Binnen de vijftien dagen na ontvangst ervan richt het Commissariaat-generaal voor Toerisme bij ter post aangetekend schrijven een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
Art. 18.Het Commissariaat-generaal voor Toerisme beslist over de aanvraag tot afwijking binnen een termijn van drie maanden te rekenen van het versturen van het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 18.
Van de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme wordt bij ter post aangetekend schrijven kennis gegeven aan de verzoeker.
Art. 19.De verzoeker kan een beroep bij de Minister indienen tegen de beslissing tot weigering volgens de procedure voorzien in de artikelen 30 tot 35 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen
Art. 20.De titels I, III en V, van het decreet alsook de artikelen 55, 6° en 7°, 64 en 65 ervan, en dit besluit treden in werking op 1 januari 2007 of op de dag dat dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt als de publicatie niet vóór 1 januari 2007 heeft plaatsgevonden.
Art. 21.Titel IV van het decreet alsook artikel 55, 4° en 5°, ervan treden in werking op de eerste dag van de zevende maand na die waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 22.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 november 2006.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN