Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 maart 2005
gepubliceerd op 17 maart 2005

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005027278
pub.
17/03/2005
prom.
10/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/10/2005027278/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 MAART 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest


De Waalse Regering, Gelet op de beschikking M(83)3 van het Comité van Ministers van de Economische Unie der Beneluxlanden van 27 april 1983 strekkende tot onderlinge erkenning van de jachtexamens;

Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 14, § 2, derde lid, zoals gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1994;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, inzonderheid op de artikelen 5, § 1, eerste lid, 8, 10 en 14, eerste lid;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 27 januari 2005 betreffende het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2005, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het overleg tussen de Beneluxstaten d.d. 3 december 2003;

Gelet op het advies van de « Conseil supérieur wallon de la chasse » (Waalse hoge jachtraad), gegeven op 14 december 2004;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 5, § 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, hierna het besluit genoemd, worden de woorden « het in bijlage I bij dit besluit » vervangen door de woorden « het geschikte ».

Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : «

Artikel 8.§ 1. De examencommissie voor het theoretische examen bestaat uit zeven leden die de Minister aanwijst, met name : - twee ambtenaren van de bevoegde administratie, waarvan één het voorzitterschap waarneemt; - twee vertegenwoordigers van de jagers, gekozen uit een lijst van vier kandidaten die door de « Conseil supérieur wallon de la chasse » worden voorgedragen; - drie deskundigen : twee deskundigen inzake wildbiologie en één deskundige inzake jachtwetgeving.

Drie leden van de commissie zijn verplicht Duitstalig.

Eén van de ambtenaren van de bevoegde administratie heeft zijn administratieve standplaats op het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap.

Eén vertegenwoordiger van de jagers en één deskundige moeten aantonen dat ze : - hetzij houder zijn van een diploma in de Duitse taal; - hetzij beroepservaring in de Duitse taal hebben; - hetzij geslaagd zijn voor een examen in de Duitse taal; - hetzij geslaagd zijn voor een wettelijk examen over de effectieve kennis van de Duitse taal dat door de overheidsdiensten georganiseerd wordt.

Het mandaat van bovenvermelde leden loopt vijf jaar. Het is hernieuwbaar. § 2. De commissie voor het praktische examen bestaat uit drie leden.

De voorzitter wordt onder de ambtenaren van de bevoegde administratie aangewezen door de directeur-generaal van diezelfde administratie.

De voorzitter wijst dagelijks de twee andere vrijwillige leden aan onder de waarnemers bedoeld in artikel 17.

Art. 3.Artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : «

Artikel 10.§ 1. De beraadslagingscommissie voor het theoretische examen komt op geldige wijze bijeen als de meerderheid van de leden aanwezig is. Ze beslist bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Indien nodig ziet de commissie in elk examencentrum toe op het vlotte verloop van het theoretische examen. In geval van tekortkomingen kan de commissie de Minister voorstellen het geheel of een gedeelte van het examen nietig te verklaren. In geval van nietigverklaring moet de bevoegde administratie voor een deel of voor het geheel van het examen een bijkomende zitting houden binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de Minister een beslissing neemt.

De commissie vergadert uiterlijk vijftien dagen na de datum van het theoretische examen en onderzoekt eerst de gegrondheid van de door de bevoegde administratie opgestelde vragen. In geval van geschil kan de commissie beslissen één of meer vragen nietig te verklaren. Het punt (de punten) voor de nietig verklaarde vragen wordt (worden) dan automatisch aan alle kandidaten toegekend, behalve als de nietigverklaring uitsluitend door een taalprobleem gemotiveerd wordt dat eigen is aan één van de twee talen bedoeld in artikel 6. In dit geval wordt het punt voor de nietig verklaarde vraag toegekend aan alle kandidaten die het examen in die taal hebben afgelegd.

Ten tweede kan de commissie eenparig de herkansingsvoorwaarden vastleggen. Daarbij zal ze rekening moeten houden met de algemene moeilijkheidsgraad van het bewuste theoretische examen en de door de bevoegde administratie verstrekte voorlopige gegevens.

Bij de herkansing kunnen maximum twee punten toegekend worden. Deze twee punten kunnen voor het geheel van de drie vakken of voor één of twee ervan toegekend worden. »

Art. 4.Artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « Om te slagen voor het theoretische examen moet de kandidaat minstens 50 % van de punten in elk van de drie vakken behalen. »

Art. 5.Bijlage I bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.De Minister bevoegd voor jacht is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 12 maart 2005.

Namen, 10 maart 2005.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^