gepubliceerd op 16 juli 1999
Besluit van de Waalse Regering houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur
10 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, inzonderheid op de artikelen 2, 4, 16, 23 en 24;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 1999;
Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne » (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 13 april 1999;
Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 22 april 1999 over de aanvraag om advies binnen de termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 juni 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, daarvan.
Art. 2.In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder : - « Minister » : de Minister tot wiens bevoegdheden de sport behoort; - « bestuur » : het Directoraat-generaal Plaatselijk Bestuur Directie Sportinfrastructuur Infrasports; - « decreet » : het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur.
Art. 3.De in artikel 2, eerste lid, van het decreet bedoelde subsidiabele investeringen, bestaan uit : 1° de bouw, de uitbreiding, de renovatie en de aankoop van de volgende sportinfrastructuren : a) openluchtsportvelden;b) zwembaden;c) sportzalen;d) spelinfrastructuren met het oog op het vertrouwd maken met sportbeoefening;2° de bouw, de uitbreiding, de renovatie en de aankoop van gebouwen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de in 1° bedoelde infrastructuren : a) de desbetreffende kleedkamers en sanitaire voorzieningen;b) materiaalruimten;c) technische en administratieve lokalen;d) vergader-, les- en perszalen;e) medische en sportlokalen;f) de dienstwoning;g) tribunes en staanplaatsen;h) het onthaal en de balie voor ticketverkoop;i) de cafetaria;3° de bouw, de uitbreiding en de renovatie van de directe omgeving van de in 1° en 2° bedoelde infrastructuren : a) toegangen;b) parkeerterreinen;c) beplantingen;d) het stadsmeubilair;e) de verlichting;f) omheiningen;4° de aankoop van de eerste sportuitrusting die noodzakelijk is voor de werking van de in punten 1° en 2° bedoelde infrastructuren, met uitzondering van het onderhoudsmateriaal;5° de inrichting van technische installaties die verbonden zijn met de veiligheid, de informatie en de toegankelijkheid van gebruikers;6° de bouw, de uitbreiding, de renovatie en de aankoop van specifieke onthaalinfrastructuren die bestemd zijn voor de vorming van topsportlieden, met inbegrip van de desbetreffende bijgebouwen.
Art. 4.Komen in aanmerking voor het in artikel 4, vierde lid, van het decreet bedoelde percentage, de investeringen betreffende de bouw of de aankoop van sportruimten, in het kader van een project voor buurtwerk dat voor iedereen toegankelijk is, met een voornaamste multisportterrein alsook elke sport- en ontspanningsuitrusting waarbij de aantrekkelijkheid en gebruikersvriendelijkheid van die ruimte wordt verhoogd. HOOFDSTUK II. - Procedure voor kleine sportinfrastructuren
Art. 5.Het in artikel 7 bedoelde technische dossier bevat de volgende stukken : 1° een uitvoerige motiveringsnota met : a) de categorieën huidige en mogelijke gebruikers van de infrastructuur;b) de beschrijving van de bestaande installaties;c) de nagestreefde doelstellingen;2° een plan van de gemeente met de aanwijzing van de gekozen plaats. § 2. In geval van aankoop van een onroerende installatie bevat het technische dossier, naast de in § 1 bedoelde stukken, de volgende documenten : 1° de plannen met vermelding van de afmetingen;2° de verkoopbelofte;3° de schatting van het goed door de bevoegde ontvanger van de registratie of door het Comité voor de Aankoop van Onroerende Goederen, met een onderscheiding tussen de kostprijs van het onroerend goed en de kostprijs van het terrein;4° in voorkomend geval, een voorontwerp van inrichting van de aan te kopen goederen met een eerste schatting van de werken;5° wat betreft de door de personen bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het decreet ingediende aanvragen, het uittreksel van de beraadslaging van de aanvrager waarbij de aankoop alsook de desbetreffende budgettaire toerekening worden goedgekeurd. § 3. In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technische dossier, wat betreft de door de personen bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het decreet ingediende aanvragen, naast de in § 1 bedoelde stukken, de volgende documenten : 1° het uittreksel van de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij het ontwerp van de werken wordt goedgekeurd en de wijze van gunning van de opdracht wordt vastgesteld en waarin de desbetreffende budgettaire inschrijving is vermeld;2° het bestek en de uitvoeringsplannen;3° de kostenraming van de werken of van de leveringen;4° in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;5° het stedenbouwkundig attest of een attest van de bevoegde overheid waarin staat vermeld dat het niet vereist wordt;6° in voorkomend geval, een verklarende nota waaruit blijkt dat alle maatregelen werden getroffen om te zorgen voor de toegankelijkheid van de uitrustingen die in aanmerking komen voor de subsidie voor personen met beperkte beweeglijkheid;7° in voorkomend geval, een afschrift van het erelonencontract van de ontwerper;8° in geval van projecten voor buurtwerk, een nota met de voornaamste sociale kenmerken van de betrokken wijk of waarbij de verwijdering van het project van alle bestaande sport- en ontspanningsinfrastructuren wordt gerechtvaardigd. § 4. In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technische dossier, wat betreft de aanvragen die ingediend zijn door de in artikel 3, § 1, 2°, van het decreet bedoelde groeperingen en verenigingen zonder winstoogmerk die niet vallen onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten, naast de in § 1 bedoelde stukken, de volgende documenten : : 1° het programma alsook een beschrijving van de bouwwerken;2° de plannen met vermelding van de afmetingen;3° de uitvoerige schatting van de werken of van de leveringen;4° het stedenbouwkundig attest of een attest van de bevoegde overheid waarin staat vermeld dat het niet vereist wordt;5° het genotrecht op het betrokken goed dat vastgesteld wordt voor een minimale en ononderbroken periode van twintig jaar vanaf de indiening van de aanvraag om subsidie;6° in voorkomend geval, een afschrift van het erelonencontract van de ontwerper;7° een plan van de ontworpen investering;8° een afschrift van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk en van de wijzigingen daarvan of een door de voorzitter, secretaris en penningmeester van de groepering medeondertekend attest waarbij de verbintenissen verbonden met de toekenning van een subsidie persoonlijk en hoofdelijk in acht dienen te worden genomen;9° een overschrijvingsformulier dat in naam van de vereniging opgemaakt is of een bankattest; 10° een aangifte van de plaatselijke BTW-controleur waarbij wordt vastgesteld of de vereniging onderworpen is aan de B.T.W. en of zij die belasting mag terugkrijgen voor de desbetreffende werken en in welke mate; 11° een attest op erewoord waarbij wordt aangegeven dat de opdrachtgever niet verplicht is de regelgeving op de overheidsopdrachten in acht te nemen;12° in voorkomend geval, een verklarende nota waaruit blijkt dat alle maatregelen werden getroffen om te zorgen voor de toegankelijkheid voor personen met beperkte beweeglijkheid van de subsidiabele uitrustingen. § 5. In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technische dossier, wat betreft de aanvragen die ingediend zijn door de in artikel 3, § 1, 2°, van het decreet bedoelde groeperingen en verenigingen zonder winstoogmerk die vallen onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten, naast de in § 1 bedoelde stukken, de volgende documenten : : 1° het bestek en de uitvoeringsplannen;2° in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;3° de kostenraming van de werken of van de leveringen;4° de in § 4, 4° tot 12°, bedoelde stukken. § 6. De in § 1 tot 5 bedoelde stukken worden in twee exemplaren gevoegd. Vanaf de ontvangst van het volledige technische dossier wordt door het bestuur een ontvangbewijs overgemaakt aan de aanvrager met vermelding van de datum waarop de door het decreet bedoelde termijn begint te lopen.
Art. 6.Het bestuur analyseert, op grond van het technische dossier, de gegrondheid van de aanvraag, de relevantie van het project alsook de wettelijkheid van de akte, en onderwerpt zijn verslag ter goedkeuring aan de Minister.
Het examen van de Minister betreft ook de functionele aspecten van de projecten. De Minister beslist over het technische dossier en betekent zijn beslissing aan de aanvrager.
Art. 7.In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van onroerende installaties of van aankoop van de eerste sportuitrusting, worden het afschrift van de betekenis van de opdracht alsook het bevel om de werken aan te vatten, binnen tien dagen aan de aanvrager overgemaakt door het bestuur.
De subsidie wordt vereffend na indiening, in vier exemplaren, van het dossier tot staving van de door de aanvrager uitgevoerde uitgaven.
Het in het eerste lid bedoelde dossier bevat, in geval van aankoop van een onroerende installatie, een afschrift van de authentieke aankoopakte.
Het in het eerste lid bedoelde dossier bevat, in geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting : 1° voor de gerechtigden die onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten vallen : a) in voorkomend geval, de beslissing van de opdrachtgever waarbij de lijst van de geraadpleegde ondernemingen wordt vastgesteld;b) het proces-verbaal van de opening van de offertes;c) de aanvaarde en niet-aanvaarde offertes;d) het verslag over de ondernemingen op grond van de kwaliteit en over de analyse van de offertes;e) de beslissing betreffende de gunning van de opdracht;f) de berichten over de evolutie van de werken en de desbetreffende facturen;g) het proces-verbaal van voorlopige oplevering;h) de door de opdrachtgever goedgekeurde eindrekening;i) de berekening van de uitvoeringstermijn;j) het attest van het einde van de werken; en, in voorkomend geval : k) de berekening van de eventuele boetes;l) de bevelen om de werken te onderbreken of te hervatten, samen met de beraadslagingen waarbij die met redenen omkleed zijn;m) de beraadslagingen van de opdrachtgever waarbij de toekenning en de duur van de bijkomende termijnen worden gerechtvaardigd.2° wat betreft de gerechtigden die niet onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten vallen : de omstandige facturen.
Art. 8.Een voorschot op het bedrag van de subsidie kan worden toegekend na overlegging van de facturen en van de berichten over de evolutie van de werken, zodra het bedrag van de uitgevoerde gesubsidieerde werken, dat tot de in het project bedoelde hoeveelheden beperkt wordt, gelijk is aan 50% van de werken die voor de toekenning van de subsidie in aanmerking worden genomen.
Een voorschot op het bedrag van de subsidie kan ook worden toegekend zodra een gedeelte van het programma bedrijfsklaar is, na overlegging van de in artikel 7, vierde lid, bedoelde stukken.
De in de eerste en tweede leden bedoelde voorschotten stemmen overeen met de bedragen van de uitgevoerde werken. HOOFDSTUK III. - Procedure voor de grote sportinfrastructuren en de specifieke topinfrastructuren
Art. 9.Het in artikel 11 van het decreet bedoelde investeringsproject bevat de volgende stukken : 1° een uitvoerige motiveringsnota met : a) de categorieën huidige en mogelijke gebruikers van de infrastructuur;b) de beschrijving van de bestaande installaties;c) de nagestreefde doelstellingen;2° een plan van de gemeente met de aanwijzing van de gekozen plaats. In geval van aankoop van een onroerende installatie, bevat het investeringsproject, naast de in het eerste lid bedoelde stukken, de volgende documenten : 1° een uittreksel uit de beraadslaging van de opdrachtgever met de principiële beslissing;2° de plannen met vermelding van de afmetingen;3° in voorkomend geval, een voorontwerp van inrichting van de aan te kopen goederen met een eerste schatting van de werken. In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het investeringsproject, naast de in het eerste lid bedoelde documenten, de volgende stukken : 1° een uittreksel uit de beraadslaging van de opdrachtgever met de principiële beslissing;2° het programma van de geplande bouwwerken;3° een eerste schatting van de werken of leveringen;4° een voorontwerp;5° het stedenbouwkundig attest nr.2.
In geval van een promotieovereenkomst of van een opdracht van huurkoop, leasing of prefinanciering, bevat het investeringsproject, naast de in het eerste lid bedoelde documenten, de volgende stukken : 1° het bestek betreffende de promotieopdracht en, in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;2° het uittreksel uit de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij dit bestek wordt goedgekeurd en waarbij de wijze van gunning van de opdracht wordt vastgesteld;3° de uitvoeringsplannen;4° de kostenraming. In geval van investering betreffende de in artikel 16 van het decreet bedoelde dringende werken, bevat het investeringsproject, naast de in het eerste lid bedoelde documenten, de stukken bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, 1° tot 5° en 7°.
De in leden 1 tot 5 bedoelde stukken worden in twee exemplaren gevoegd.
Vanaf de ontvangst van het volledige technische dossier wordt door het bestuur een ontvangbewijs aan de aanvrager overgemaakt met vermelding van de datum waarop de door het decreet bedoelde termijn begint te lopen.
Art. 10.Het bestuur analyseert, op grond van het investeringsproject, de gegrondheid van de aanvraag alsook de wettelijkheid van de akte, en onderwerpt zijn verslag voor principiële goedkeuring aan de Minister.
De projecten worden door het bestuur ook op hun functionele aspecten getoetst. De Minister beslist over het investeringsdossier en betekent zijn beslissing aan de aanvrager.
Art. 11.Het in artikel 12 van het decreet bedoelde technische dossier bevat, in twee exemplaren, de volgende stukken : 1° in geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting : a) het uittreksel uit de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij het project wordt goedgekeurd en de wijze van gunning van de opdracht wordt vastgesteld en waarin de desbetreffende budgettaire inschrijving is vermeld;b) in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;c) het bestek en de uitvoeringsplannen;d) de kostenraming van de werken of van de leveringen;e) het stedenbouwkundig attest of een attest van de bevoegde overheid waarin staat vermeld dat het niet vereist wordt;f) het verslag van de gewestelijke Brandweerdienst;g) in voorkomend geval, het erelonencontract van de ontwerper;h) in voorkomend geval, een verklarende nota waaruit blijkt dat alle maatregelen werden getroffen om te zorgen voor de toegankelijkheid voor personen met beperkte beweeglijkheid van de subsidiabele uitrustingen;2° in geval van aankoop van een onroerende installatie en wat betreft de promotieovereenkomsten of de opdrachten van huurkoop, leasing of prefinanciering : a) in voorkomend geval, het uittreksel van de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij de lijst van de te raadplegen promotors wordt vastgesteld;b) het proces-verbaal van de opening van de offertes;c) het verslag over de kwaliteitsanalyse van de ondernemingen;d) de aanvaarde en niet-aanvaarde offertes;e) het verslag over de gunning van de opdracht;f) het uittreksel van de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij de promotor wordt aangewezen;g) het uittreksel van de beraadslaging van de aanvrager waarbij de aankoop alsook de desbetreffende budgettaire toerekening worden goedgekeurd;h) de verkoopbelofte;i) de schatting van het goed die door de bevoegde ontvanger van de registratie of door voornoemd Comité uitgevoerd wordt, met een onderscheiding tussen de kost van het onroerend goed en die van het terrein;j) in voorkomend geval, het investeringsdossier, opgemaakt overeenkomstig artikel 9, betreffende de inrichting van de aan te kopen goederen. Vanaf de ontvangst van het volledige technische dossier, wordt een ontvangbewijs aan de aanvrager overgemaakt door het bestuur met de datum waarop de door het decreet bedoelde termijn begint te lopen.
Het bestuur analyseert, op grond van het technische dossier, de gegrondheid van het project en stelt het maximumbedrag vast van de subsidiabele investeringen.
Na de analyse van het dossier onderwerpt het bestuur zijn verslag ter goedkeuring aan de Minister. De Minister beslist over het technische dossier en betekent zijn beslissing aan de aanvrager.
Art. 12.Het dossier betreffende de in artikel 14 van het decreet bedoelde gunning van de opdracht bevat de volgende stukken : 1° het proces-verbaal van de opening van de offertes;2° het verslag over de kwaliteitsanalyse van de ondernemingen;3° in voorkomend geval, het uittreksel van de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij de lijst van de te raadplegen ondernemingen wordt vastgesteld;4° het verslag over de analyse van de offertes of het verslag van de jury in geval van een wedstrijdoffertenaanvraag;5° de aanvaarde offertes;6° de niet-aanvaarde offertes;7° het uittreksel uit de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij de aanbesteder(s) wordt (worden) aangewezen. De in het eerste lid bedoelde stukken worden in drie exemplaren gevoegd met uitzondering van die welke in 6° bedoeld zijn, die in één exemplaar worden gevoegd.
Na onderzoek van het dossier onderwerpt het bestuur zijn verslag ter goedkeuring aan de Minister.
De Minister beslist over het dossier betreffende de gunning van de opdracht en betekent zijn beslissing aan de aanvrager.
Art. 13.§ 1. In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van onroerende installaties of van aankoop van de eerste sportuitrusting, worden het afschrift van de kennisgeving van de opdracht en het bevel om de werken aan te vatten, binnen tien dagen aan het bestuur overgemaakt door de aanvrager.
Een voorschot op het bedrag van de subsidie kan worden toegekend zodra het bedrag van de uitgevoerde gesubsidieerde werken, dat beperkt wordt tot de in de inschrijving bedoelde hoeveelheden, gelijk is aan 30 % van het bedrag van de subsidiabele werken.
Dit voorschot is gelijk aan 70 % van de subsidie en wordt vereffend op voordracht, in vier exemplaren, van de behoorlijk goedgekeurde berichten over de evolutie van de werken en van de aangiften van schuldvordering.
Het saldo wordt volgestort op voordracht van de eindrekening van de werken.
Het dossier betreffende de eindrekening bevat, in vier exemplaren, de volgende stukken : 1° de berichten over de evolutie van de werken en de eindrekening van de onderneming;2° de aangifte van schuldvordering van de ondernemer;3° het proces-verbaal van voorlopige oplevering;4° de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij de eindrekening wordt goedgekeurd;5° de facturen;6° de berekening van de uitvoeringstermijnen;7° het attest van het einde van de werken; en, in voorkomend geval : 8° de berekening van de eventuele boeten;9° de bevelen om de werken te onderbreken en aan te vatten, samen met de beraadslagingen waarbij die met redenen omkleed zijn;10° de beraadslagingen van de opdrachtgever waarbij de toekenning en de duur van de bijkomende termijnen worden gerechtvaardigd. § 2. In geval van aankoop van een onroerende installatie en wat betreft de promotieovereenkomsten of de opdrachten van huurkoop, leasing of prefinanciering, wordt het bedrag van de subsidie volgestort op voordracht, in vier exemplaren, van een eensluidend afschrift van de authentieke aankoopakte (recht van opstal) van het goed en, in voorkomend geval, op voordracht van het technische dossier betreffende de inrichting van de goederen. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke maatregelen
Art. 14.De in artikel 23 van het decreet bedoelde aanvragen om afwijking worden samen met de subsidieaanvraag ingediend bij het bestuur, met de bijzondere gronden van de dringende noodzakelijkheid om de werken aan te vatten of om tot de aankoop over te gaan zonder te wachten voor de vaste verkoopbelofte.
Na het onderzoek naar de gegrondheid van voornoemde gronden, wordt de vergunning door het bestuur afgegeven om de werken aan te vatten op risico van de opdrachtgever, aangezien de Minister de enige persoon bevoegd is om de subsidie al dan niet toe te kennen.
Het bestuur onderwerpt tevens zijn verslag ter goedkeuring aan de Minister.
De Minister beslist over de aanvraag en betekent zijn beslissing aan de aanvrager.
Art. 15.Het bedrag van de subsidie wordt berekend door de rente die door het decreet vastgesteld is, toe te passen op het subsidiabele bedrag.
Wat betreft de in artikel 3, 1°, 2° en 6° van dit besluit bedoelde investeringen, stemt het maximale subsidiabele bedrag overeen met het produkt van de nuttige gebouwde, ingerichte of aangekochte oppervlakten met een maximaal eenheidsbedrag dat voor een bepaalde oppervlakte door de Minister vastgesteld is overeenkomstig de normale bouwkost, onverminderd de voorschriften van de artikelen 5 en 9 van het decreet.
Als de schatting van het project lager is dan het subsidiabele maximumbedrag, wordt de subsidie op grond daarvan berekend; in het tegenovergestelde geval wordt de subsidie berekend op grond van het voornoemde subsidiabele maximumbedrag.
Wat betreft de bijzondere topsportinfrastructuren komen de maximale eenheidsbedragen die voor de berekening van het subsidiabele maximumbedrag toegepast worden, overeen met die welke vastgesteld zijn voor de kleine en grote infrastructuren, met de factor 1,5 die rekening houdt met de specificiteit van die uitrustingen.
Wat betreft de in artikel 3, 3°, 4° en 5° bedoelde investeringen, wordt het subsidiabele maximumbedrag berekend op grond van de door de opdrachtgever voorgestelde schatting. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.
Art. 17.De Minister tot wiens bevoegdheden de sport behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 juni 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION