Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 09 oktober 2003
gepubliceerd op 04 november 2003

Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van de controle op de individuele zuiveringssystemen en tot bepaling van de voorwaarden voor de vrijstelling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003201651
pub.
04/11/2003
prom.
09/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/09/2003201651/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van de controle op de individuele zuiveringssystemen en tot bepaling van de voorwaarden voor de vrijstelling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling, inzonderheid op de artikelen 35, 39 en 41;

Gelet op het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, inzonderheid op artikel 16, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2001;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 3 en 4;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 25 oktober 1990 tot bepaling van de voorwaarden inzake terugbetaling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001 tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 november 2002 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor individuele zuiveringseenheden en -installaties;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 mei 2003 betreffende het algemeen reglement voor de sanering van stedelijk afvalwater;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 4 juli 2003;

Gelet op het advies van de adviescommissie voor de bescherming van het water tegen verontreiniging, gegeven op 16 juni 2003;

Gelet op het advies van de "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer), gegeven op 24 juni 2003;

Gelet op het advies van de "S.A. Aquawal", gegeven op 25 juni 2003;

Gelet op het advies van de commissaris voor de administratieve vereenvoudiging, gegeven op 3 juni 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 mei 2003;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 22 mei 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 oktober 2003;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten inzake de controle op de installatie en de werking van individuele zuiveringssystemen, alsmede de voorwaarden voor de vrijstelling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1o "bestuur" : de Afdeling Water van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest; 2o "besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning" : besluiten betreffende de integrale en sectorale voorwaarden die van toepassing zijn op individuele zuiveringssystemen; 3o "inwoner-equivalent", afgekort "i.e" : biologisch afbreekbare organische vuilvracht met een biochemisch zuurstofverbruik van 60 g zuurstof per dag gedurende vijf dagen (BZV5); 4o "woning" : vaste installatie in de zin van artikel 84, § 1, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, die stedelijk afvalwater loost; 5o "Minister" : de Minister van de Waalse Regering tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort; 6o "vergunning" en "aangifte" : de milieuvergunning en de aangifte bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; 7o "individueel zuiveringssysteem" : individuele zuiveringseenheid, -installatie of -station voorzien van de uitrusting voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater geloosd door een woning of een groep woningen en voor de lozing van het gezuiverde water onder de voorwaarden bedoeld in de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; 8o "huishoudelijk afvalwater" : het huishoudelijk afvalwater zoals omschreven in artikel 1, 8o, a , van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, behalve regenwater. HOOFDSTUK II. - Controle op de individuele zuiveringssystemen

Art. 3.§ 1. De individuele zuiveringssystemen wordt gecontroleerd als volgt : 1o bij de aansluiting ervan wordt een controle uitgevoerd op grond waarvan het controleattest bedoeld in de uitvoeringsbesluiten van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning afgegeven wordt; 2o in de voorziening voor de controle op het individuele zuiveringssysteem worden periodiek punctuele monsters genomen die representatief zijn voor het gezuiverde water dat geanalyseerd zal worden door een laboratorium erkend krachtens de bepalingen van artikel 62 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; 3o er worden verschillende punctuele onderzoeken en verificaties op het terrein uitgevoerd om zich met name te vergewissen van de werking van het individuele zuiveringssysteem onder normale exploitatievoorwaarden. § 2. De monsternemingen en analyses vermeld in § 1, 2o, worden uitgevoerd volgens de modaliteiten omschreven in het bestek bedoeld in artikel 4, § 1, en tegen de volgende frequenties : 1o minstens één keer om de vijf jaar, te rekenen van de inbedrijfstelling van het individuele zuiveringssysteem voor systemen met een behandelingscapaciteit van 20 i.e. of minder; 2o minstens één keer per jaar voor individuele zuiveringssystemen met een behandelingscapaciteit tussen 20 en 100 i.e.; 3o minstens één keer per semester voor individuele zuiveringssystemen met een behandelingscapaciteit van 100 i.e. of meer; 4o minstens één keer per jaar en gedurende de maand waarin de grootste vuilvracht geproduceerd wordt, voor individuele zuiveringssystemen met een behandelingscapaciteit van 20 i.e. of meer wanneer de activiteit die huishoudelijk afvalwater produceert, seizoensgericht is.

Art. 4.§ 1. De controlehandelingen zijn het voorwerp van dienstenopdrachten die de Minister toekent op grond van een bestek waarvan hij de verplichtingen bepaalt. Ze worden voor vijf jaar op de schaal van het hydrografische onderbekken georganiseerd en kunnen uitgevoerd worden door elk publiek- of privaatrechtelijk orgaan met referenties inzake de organisatie en de opvolging van controleprogramma's en/of waarvan de ervaring en de kennis inzake de zuiveringstechnieken bewezen kunnen worden.

Het programma van de controles wordt door het orgaan voorgesteld op grond van een door de administratie opgezette databank. § 2. De dienstverstrekkingen worden bezoldigd als volgt : a) voor een deel op grond van een jaarlijks forfaitair bedrag ter dekking van de administratieve kosten, de kosten voor de vorming en de bijscholing van het personeel belast met de controlehandelingen;b) voor een deel naar rato van de werkelijk uitgevoerde controlehandelingen op grond van de eenheidsprijs bepaald in de dienstenopdracht voor de verschillende soorten handelingen. § 3. De bij een controlehandeling betrokken exploitant van een individueel zuiveringssysteem wordt minstens vijf werkdagen op voorhand in kennis gesteld van de datum en het uur van het bezoek. § 4. De resultaten van de periodieke monsternemingen bedoeld in artikel 3, § 1, 2o, worden door het orgaan meegedeeld : 1o aan de exploitant van een individueel zuiveringssysteem binnen dertig dagen na de uitvoering van de controle. Wanneer de resultaten van de op een monster gevoerde analyses niet voldoen aan de emissienormen bedoeld in de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, verzoekt het orgaan de exploitant van het systeem in hetzelfde schrijven om orde op zaken te stellen en binnen zes maanden, te rekenen van de datum van de eerste monsterneming, een nieuw eensluidend analyseresultaat, verkregen naar aanleiding van een door het orgaan uitgevoerde monsterneming, over te leggen om aan te tonen dat hij aan de normen voldoet; 2o aan de hand van een register van de verstrekte diensten, waarvan de administratie en de gemeenten gelegen in het gebied dat het voorwerp van de dienstenopdracht is, één exemplaar toegestuurd krijgen.

Art. 5.§ 1. De kosten voor de controlehandelingen bedoeld in artikel 3, § 1, zijn voor rekening van de begroting van het Waalse Gewest na overlegging van een door de controleinstelling opgestelde maandelijkse factuur. § 2. Als een controlehandeling niet tot een goed einde gebracht kan worden door de schuld van een aan de bij de controle betrokken persoon, beslist het orgaan dat de verblijfkosten i.v.m. het vruchteloze bezoek door bedoelde persoon gedragen worden tegen de overeenstemmende eenheidsprijs van de dienstenopdracht.

Art. 6.Onverminderd de bepalingen van artikel 4 mogen de in artikel 3, § 1, bedoelde controlehandelingen geheel of gedeeltelijk uitgevoerd worden door de volgende personen : 1o voor alle handelingen en zonder kosten voor de persoon die het voorwerp van de controle uitmaakt, door de personeelsleden van de administratie die kunnen bewijzen dat ze technisch bevoegd zijn inzake zuivering en die daartoe door de inspecteur-generaal aangewezen worden; 2o voor de controlehandelingen bedoeld in artikel 3, § 1, 1o, en tot de datum van kennisgeving van de dienstenopdrachten bedoeld in artikel 4, door de controleurs erkend krachtens de bepalingen van hoofdstuk V van het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater. HOOFDSTUK III. - Vrijstelling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater

Art. 7.De publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die het huishoudelijk afvalwater dat ze produceert of voor behandeling opvangt, zelf zuivert in een individueel zuiveringssysteem dat het voorwerp is geweest van een aangifte of een milieuvergunning, kan in aanmerking komen voor de vrijstelling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater onder de volgende voorwaarden : 1o wanneer het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt d.m.v. een systeem erkend krachtens de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001 tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem, wordt de vrijstellingsprocedure bedoeld in artikel 9 opgestart door het enige formulier waarvan sprake in artikel 8 bij de administratie in te dienen; 2o wanneer het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt d.m.v. een niet-erkend systeem geïnstalleerd na de datum van inwerkingtreding van de integrale exploitatievoorwaarden voor individuele zuiveringseenheden en -installaties, wordt de vrijstellingsprocedure bedoeld in artikel 9 opgestart door het enige formulier waarvan sprake in artikel 8 aan de administratie in te dienen; 3o wanneer het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt d.m.v. een systeem geïnstalleerd vóór de datum van inwerkingtreding van de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, begint de vrijstellingsprocedure bedoeld in artikel 9 te lopen na kennisgeving van de aangifte of van de milieuvergunning en voor zover de periodieke controle bedoeld in artikel 3, § 1, 2o, erop wijst dat voldaan wordt aan de lozingsvoorwaarden waarin die besluiten voorzien.

Art. 8.De begunstigde van de vrijstelling bezorgt de administratie de gegevens op grond waarvan hij zijn recht op vrijstelling kan uitoefenen. Daartoe maakt hij gebruik van het enige formulier waarvan de inhoud en het model door de Minister bepaald worden.

Het enige formulier bevat alle gegevens op grond waarvan de exploitant van een individueel zuiveringssysteem slechts één aanvraag moet indienen om vrijgesteld te worden van de belasting en om de premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem te verkrijgen. Het enige formulier en een praktische gids liggen ter inzage van de gemeentediensten.

Het enige formulier bevat met name : 1o de identificatie van de exploitant van het individuele zuiveringssysteem, samen met zijn inschrijvingsnummer in het gemeentelijk register van aangiften en milieuvergunningen; 2o de identificatie van de begunstigde van de aangevraagde vrijstellingsmaatregel of van de verschillende begunstigden in geval van gegroepeerde autonome sanering; 3o de identificatie van de begunstigde van de premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem of van de verschillende begunstigden in geval van gegroepeerde autonome sanering; 4o de gegevens op grond waarvan het premiebedrag kan worden bepaald wanneer de toekenningsvoorwaarden vervuld zijn.

Dat formulier gaat vergezeld van de volgende documenten : a) één exemplaar van het controleattest opgemaakt door de controleur die daartoe gemachtigd is krachtens de bepalingen van dit besluit;b) als het geïnstalleerde systeem niet erkend is, één exemplaar van het conformiteitsattest opgemaakt door de leverancier of de installateur van het individuele zuiveringssysteem overeenkomstig het model bedoeld in de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, en het dossier - of de referenties van het dossier - overgelegd door de fabrikant van het systeem met opgave van een volledige technische beschrijving alsmede de concrete referenties inzake prestatievermogen die in situ op het grondgebied van het Waalse Gewest verifieerbaar zijn;c) als het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water opgenomen bij de distributie van openbaar drinkwater : een afschrift van het laatste betalingsbericht van de waterverdeler aan de hand waarvan bedoelde aansluiting(en) geïdentificeerd kan (kunnen) worden;d) een voor eensluidend verklaard afschrift van de facturen betreffende de werken voor de installatie van het individuele zuiveringssysteem.

Art. 9.Als de vrijstellingsvoorwaarden werkelijk vervuld zijn en als het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water opgenomen bij de distributie van openbaar drinkwater, wordt de openbare verdeler binnen dertig dagen na ontvangst van het in artikel 8 bedoelde volledige dossier door de administratie verzocht de belasting op de vanaf bedoelde aansluiting(en) opgenomen volumes niet meer voor rekening van het Waalse Gewest te innen, meer bepaald met ingang van de factureringsperiode die volgt op de datum van kennisgeving.

Art. 10.Onverminderd de toepassing van de voorziene administratieve sancties wordt het recht op vrijstelling van de belasting opgeschort wanneer het resultaat van de controle niet voldoet aan de emissienormen en binnen zes maanden niet teniet gedaan wordt door een nieuwe controle waaruit blijkt dat de monsterneming conform is.

In dat geval is de verdeler de belasting verschuldigd voor de gezamenlijke kubieke meters bedoeld in de factureringsperiode. Als de nieuwe monsterneming aan de normen voldoet, wordt vrijstelling van de belasting toegekend vanaf de volgende factureringsperiode die volgt op het tijdstip waarop het bestuur de verdeler informeert dat het resultaat aan de normen voldoet. HOOFDSTUK IV. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 11.De personen die reeds het voorwerp zijn geweest van een gunstige beslissing tot terugbetaling krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 25 oktober 1990 tot bepaling van de voorwaarden inzake terugbetaling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater, komen in aanmerking voor de vrijstelling en zijn niet gehouden het in artikel 8 van dit besluit bedoelde formulier bij de administratie in te dienen.

Art. 12.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 25 oktober 1990 tot bepaling van de voorwaarden inzake terugbetaling van de belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater wordt opgeheven.

Art. 13.In bijlage II bij het besluit van de Waalse Regering van 7 november 2002 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor individuele zuiveringseenheden en -installaties : a) worden de woorden "hebben betrekking op gemiddelden van 24 uren" vervangen door de woorden "hebben betrekking op punctuele monsternemingen";b) wordt in punt a) de waarde "0,45 m" vervangen door "0,45 µm";c) worden in punt b) de verwijzing "(4)" en de overeenstemmende voetnota geschrapt;d) worden in punt b) de kolom van de tabel met het opschrift "Minimaal verminderingspercentage" en de voetnota die overeenstemt met de verwijzing 1) geschrapt.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^