gepubliceerd op 07 november 1997
Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaronder de "invests" toegang hebben tot het Beheersfonds voor afvalstoffen
9 OKTOBER 1997. Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaronder de "invests" toegang hebben tot het Beheersfonds voor afvalstoffen
De Waalse Regering, Gelet op de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de gewestelijke investeringsmaatschappijen, gewijzigd bij het decreet van 7 december 1989;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 6, § 1, en 27;
Gelet op het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest, zoals gewijzigd bij de decreten van 17 december 1992 en 27 juni 1996, inzonderheid op artikel 1, § 2, 5° en 6°;
Gelet op het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling, inzonderheid op de artikelen 21 en 22;
Gelet op de mededeling 96/C 68/06 van de Commissie inzake de minimis-steun;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juni 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 1996;
Gelet op het advies van de Afvalstoffencommissie;
Gelet op het advies van de Watercommissie;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "invests" : instellingen die op grond van artikel 25, § 4, van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de gewestelijke investeringsmaatschappijen door de Waalse Regering opgericht worden om de economische en industriële ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen financieel te steunen in welbepaalde geografische gebieden;2° projecten : activiteiten, produkten, processen waarvan de uitvoering of de ontwikkeling een positieve weerslag op het leefmilieu kan hebben;3° Fonds : het Beheersfonds voor afvalstoffen waarvan sprake in artikel 1, § 2, van het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest;4° "Sowagep" : maatschappij voor het beheer van participaties van het Waalse Gewest in handelsvennootschappen, die een in machtigingsopdrachten gespecialiseerde dochtermaatschappij van de "Société régionale de Wallonie" (Waalse Gewestelijke Investeringsmaatschappij) is;5° technisch comité : het in artikel 9 bedoelde comité;6° Minister : de Minister van Leefmilieu.
Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten bepaalt de Regering jaarlijks, op de voordracht van de Minister, het bedrag van de enveloppe dat het Fonds ter beschikking stelt van de "Sowagep" om milieuvriendelijke industriële activiteiten te steunen.
Art. 3.De "invests" die projecten steunen in de zin van artikel 1, 2°, kunnen, onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor trekkingsrechten die uit te trekken zijn op de in artikel 2 bedoelde enveloppe. HOOFDSTUK II. - Procedure inzake de erkenning van de aard van de projecten en de terbeschikkingstelling van de trekkingsrechten
Art. 4.Er mag geen enkel trekkingsrecht uitgeoefend worden zonder het akkoord van het technisch comité.
De "invest" richt de aanvraag om technisch onderzoek van het dossier bij aangetekende brief aan het technisch comité.
Het technisch comité gaat na of het project het onderzoek, de ontwikkeling of het gebruik van ecologisch rationele technieken beoogt en beoordeelt : 1° het belang van het milieueffect van het project t.a.v. de andere gegevens van het dossier; 2° de originaliteit van het onderwerp of van de oplossing t.a.v. de stand van de techniek en de milieubehoeften; 3° de in andere sectoren of vennootschappen reproduceerbare aard van de oplossing of de resultaten. Op grond van deze beoordeling stelt het technisch comité een tegemoetkomingspercentage vast ten laste van de in artikel 2 bedoelde enveloppe.
Het percentage wordt vastgesteld aan de hand van de volgende regels : 1° 50 % wanneer het project de oprichting van een nieuwe onderneming betreft;2° 40 à 50 % wanneer het project een product betreft;3° 30 à 40 % wanneer het project een fabricageprocédé betreft. Het percentage wordt berekend op grond van het totaalbedrag van de tegemoetkoming van de "invest" in de financiering van het project.
De beslissing van het technisch comité wordt aan de "invest" meegedeeld binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag om gebruikmaking van het trekkingsrecht.
Het gebrek aan beslissing staat gelijk met een ongunstige beslissing.
Op grond van de beslissing van het technisch comité beslist de "invest" met inachtneming van de economische en financiële elementen van het dossier.
Art. 5.De "invest" richt de aanvraag om gebruikmaking van het trekkingsrecht aan de "Sowagep".
Bij deze aanvraag worden de volgende documenten gevoegd : 1° de beslissing van het technisch comité;2° de beraadslaging van de raad van bestuur van de "invest" waarbij de beslissing van het technisch comité is goedgekeurd.
Art. 6.In geval van instemming van het technisch comité en van positieve beslissing van de raad van bestuur van de "invest" vergewist de "Sowagep" zich ervan dat het gevraagde bedrag binnen de in artikel 2 bedoelde enveloppe valt en betaalt ze dat bedrag aan de "invest" na bericht van overeenstemming van de tegemoetkoming met het maatschappelijk doel van de "invest" en/of de voorschriften van de financieringsovereenkomsten die tussen het Waalse Gewest en de "invest" gesloten zijn.
De "Sowagep" gaat in het bijzonder na of het totaalbedrag van de tegemoetkoming per begunstigde beperkt blijft tot 100.000 ecu's over een periode van drie jaar. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden van terugbetaling van het trekkingsrecht
Art. 7.Het Gewest kan zijn vordering t.o.v. de "invest" die de trekkingsrechten geniet, via de "Sowagep" invorderen onder de voorwaarden die door deze laatste en de "invests" zijn vastgesteld. HOOFDSTUK IV. - Controle op en opvolging van het technisch en beoordelingscomité
Art. 8.Er wordt een beoordelingscomité opgericht, waarin de "invests", de "Sowagep", de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, de Inspectie van Financiën, de Minister en de Minister van Economie vertegenwoordigd zijn. Het comité vergadert jaarlijks om na te gaan of dit besluit wordt toegepast en bepaalt of het aangepast moet worden. De eerste vergadering zal plaatsvinden uiterlijk na de vastlegging van 50 miljoen BEF uit het Fonds.
Het beoordelingscomité bezorgt de Minister jaarlijks een verslag.
Art. 9.Er wordt een technisch comité opgericht, dat samengesteld is uit de volgende personen : 1° een vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu;2° een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;3° een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Technologieën en Onderzoek;4° een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Economie en Tewerkstelling. Dit comité kan een beroep doen op de nodige deskundigen voor het onderzoek van de projecten.
Art. 10.Het voorzitterschap en het secretariaat van het technisch comité en van het beoordelingscomité worden waargenomen door de vertegenwoordiger van de Minister.
Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement op en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Minister.
Art. 11.De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 9 oktober 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN