Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 09 maart 2017
gepubliceerd op 26 april 2017

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

bron
waalse overheidsdienst
numac
2017202097
pub.
26/04/2017
prom.
09/03/2017
ELI
eli/besluit/2017/03/09/2017202097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MAART 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en van het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 8bis, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2001 en gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2007 en bij het decreet van 10 mei 2012, en artikel 52, vervangen bij het decreet van 5 juni 2008;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, artikel 4, gewijzigd bij het decreet van 24 oktober 2013 en bij het decreet van 13 maart 2014, artikel 5, artikel 7, gewijzigd bij het decreet van 22 november 2007, artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 24 oktober 2013 en artikel 9;

Gelet op het Milieuwetboek, Boek I, de artikelen D.82 tot D.92, D.138, D.139, D.151;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;

Gelet op het advies van de gewestelijke afvalcommissie, gegeven op 18 april 2016;

Gelet op het advies van de "Union des Villes et Communes" (Unie van de steden en gemeenten), gegeven op 15 april 2016;

Gelet op het uitblijven van advies van de Raad van State binnen de termijn, overeenkomstig artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

Gelet op Richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, (...) en houdende intrekking van Beschikking 2009/603/EG van de Commissie;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) punt 5° wordt vervangen als volgt : "5° distributeur : elke natuurlijke of rechtspersoon die, in het Waalse Gewest, een product ter beschikking stelt op de markt voor één of meer detailhandelaars."; b) punt 7° wordt vervangen als volgt : "7° op de markt brengen : het voor het eerst beroepsmatig op de markt aanbieden van een product op grondgebied Onder aanbieding wordt verstaan het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt;"; c) punt 23° wordt vervangen als volgt : "23° elektrische en elektronische apparatuur, afgekort EEA : apparaten die d.m.v. elektrische stromen of elektromagnetische velden functioneren, alsmede toestellen die die stromen en velden produceren, overdragen en meten, en ontworpen om gebruikt te worden met een spanning van maximaal duizend volt bij wisselstroom en duizend vijfhonderd volt bij gelijkstroom;"; d) er wordt een punt 25° ingevoegd, luidend als volgt : "25° afgedankte elektrische of elektronische apparatuur van huishoudens : de AEEA van huishoudens in de zin van artikel 2, 44°, van het decreet.De afgedankte apparatuur die waarschijnlijk zowel door particuliere huishoudens als door andere gebruikers dan particuliere huishoudens worden gebruikt, worden in elk geval als huishoudelijk AEEA aangemerkt; e) in punt 38°, worden de woorden "en, bijgevolg, de afvalstoffen onderworpen aan de terugnameplicht" vervangen door de woorden "en waarvan de afvalstoffen onderworpen worden aan de terugnameplicht";f) het artikel wordt aangevuld met de punten 50° en 51°, luidend als volgt : "financieringsovereenkomst" : een lening-, lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur, ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden;51° gemeenschappelijk systeem : gemeenschappelijk systeem van uitvoering van de terugnameplicht bedoeld in artikel 4, § 1, 2° en 3°. ».

Art. 2.In artikel 4, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de streepjes worden respectievelijk vervangen door de nummers 1°, 2° en 3°;2° in het eerste streepje wordt het woord "of" toegevoegd vóór de woorden "zijn terugnameplicht zelf nakomen".

Art. 3.In artikel 6, § § 2 en 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "aan een erkend orgaan of beheersorgaan" vervangen door de woorden "aan een gemeenschappelijk systeem".

Art. 4.In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) er wordt een punt 17 ingevoegd, luidend als volgt : "17° wanneer de terugnameplicht betrekking heeft op huishoudafval, met de publiekrechtelijke rechtspersonen die territoriaal verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudafval de modaliteiten van gepaste inzameling bepalen om rekening te houden met de reeds bestaande diensten en infrastructuren van inzameling;"; b) de paragraaf wordt aangevuld met punt 19° luidend als volgt : "19° de beperking van de reserves en de voorschotten aangelegd met de bijdrage die de consumenten rechtstreeks of onrechtstreeks krijgen aangerekend, en de in acht te nemen modaliteiten in geval van overschrijding van de plafonds.".

Art. 5.In artikel 22, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "17°" vervangen door het woord "19°".

Art. 6.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 27.Elke producent van batterijen en accu's moet zich registreren en krijgt een registratienummer.

De registratie van elke producent wordt verzekerd door de Administratie, in het geval van individueel beheersplan, en door het erkende orgaan of beheersorgaan, in het geval van gemeenschappelijk systeem. De gegevens meegedeeld in het geval van een individueel systeem kunnen worden geregistreerd in hetzelfde systeem als de gegevens geregistreerd in het geval van aansluiting bij een gemeenschappelijk systeem.

De registratie bevat de volgende gegevens : 1° de naam van de producent, alsook, in voorkomend geval, de handelsbenamingen waaronder hij zijn activiteiten uitoefent;2° zijn volledig(e) adres(sen) alsook het URL adres, de telefoonnummer, de contactpersoon en, in voorkomend geval, de faxnummer en het e-mailadres;3° het soort batterijen en accu's op de markt gebracht: draagbare batterijen en accu's, industriële batterijen en accu's, en autobatterijen en -accu's;4° de informatie over de manier waarop de producent zijn verantwoordelijkheden naleeft, in het kader van een individueel of gemeenschappelijk systeem;5° de datum van de registratieaanvraag;6° de nationale identificatiecode van de producent;7° een verklaring waaruit blijkt dat de verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijkheid. Elke wijziging van deze gegevens, met inbegrip van elke stopzetting van de activiteit onderworpen aan een registratie, wordt door de producent uiterlijk binnen de maand meegedeeld.

Rechten of vergoedingen voor de registratie kunnen worden toegepast op voorwaarde dat ze worden berekend in functie van de kosten en dat ze ermee evenredig zijn. In het geval van gemeenschappelijk systeem wordt de berekeningsmethode meegedeeld aan de Administratie.".

Art. 7.Artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 4, luidend als volgt : "4. de gebruikers en geschoolde en zelfstandige beroepskrachten voorzien van de instructies om de batterijen en -accu's die in de toestellen ingebouwd zijn gemakkelijk en zonder risico te verwijderen.".

Art. 8.In artikel 80, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "in de zin van dit besluit" worden vervangen door de woorden "in de zin van dit hoofdstuk"; 3° er wordt, na punt 1°, een punt 1° bis toegevoegd, luidend als volgt : "1°bis voertuig : elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1 zoals bepaald in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers zoals omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor."; c) in punt 1°, eerste lid, punt a), woorden de woorden "van het keuringsbewijs" vervangen door de woorden "van de technische keuring";d) in punt 1°, eerste lid, punt c), worden de woorden "geblokkeerd is in het repertorium van de motorvoertuigen en aanhangwagens op basis van een melding van totaal verlies sinds twee jaar" geschrapt en vervangen door de woorden "in een toestand van technisch totaal verlies, tenzij de houder of eigenaar binnen de maand het bewijs toont dat een rehabilitatieprocedure is opgestart";e) in punt 1°, eerste lid, na punt c), wordt een punt d) toegevoegd, luidend als volgt : "d) waarvan de eigenaar of houder niet in staat is om, binnen de maand, één van de volgende bewijzen te krijgen of te tonen : - een geldig inschrijving; - Een geldige technische keuring dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een Lidstaat van de Europese Unie, of het keuringsbewijs waarvan de geldigheidsdatum sinds maximum twee jaar verstreken is, voor zover het voertuig erover moet beschikken volgens de wetgeving betreffende de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen."; f) in punt 1°, tweede lid, wordt punt c) opgeheven en wordt een punt g) ingevoegd na punt f), luidend als volgt : "g) het voertuig gebruikt voor activiteiten van autosport, waarvan de ruiten en de binnengarnituur zijn ontmanteld en als het voertuig een veiligheidskooi bevat."; g) in punt 1°, wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt : "Op de voordracht van de Administratie kan de Minister via een besluit de criteria bepalen van technisch totaal verlies van de voertuigen die o.a. voor de uitvoer zijn bestemd.".

Art. 9.In artikel 82, § 2, vijfde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "bewijs van technische keuring" vervangen door de woorden "geldige technische keuring dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een Lidstaat van de Europese Unie". In hetzelfde paragraaf, worden de woorden "het conformiteitsbewijs" en de woorden "de identificatieplaat" opgeheven.

Art. 10.In artikel 96 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "Wat betreft de in nieuwe voertuigen ingebouwde apparatuur, is de terugnameplichtige de producent van die voertuigen." geschrapt b) paragraaf 1 wordt aangevuld met de punten 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, 11° et 12° luidend als volgt : "3° grote, niet-verplaatsbare industriële werktuigen: een groot geheel van machines, apparatuur en/of onderdelen die samenwerken voor een bepaalde toepassing, op een vaste plaats door vakmensen worden geïnstalleerd of afgebroken, en door vakmensen worden gebruikt en onderhouden in een industriële productieomgeving of een centrum voor onderzoek en ontwikkeling 4° grote vaste installatie: een grootschalig samenstel van diverse typen apparaten en eventueel andere hulpmiddelen die : a) door vakmensen wordt gemonteerd, geïnstalleerd en afgebroken, b) bestemd is voor permanent gebruik als onderdeel van een gebouw of een structuur op een vooraf bepaalde en speciaal daarvoor bestemde plaats, en c) uitsluitend door dezelfde speciaal ontworpen apparatuur vervangen kan worden;5° niet voor de weg bestemde mobiele machines : en machine met een interne krachtbron, waarvan de werking ofwel mobiliteit vereist, ofwel permanente of semipermanente beweging tussen een reeks vaste werklocaties tijdens het werk;6° medisch hulpmiddel: een medisch hulpmiddel of hulpstuk in de zin van artikel 1, § 2, punt a) of b), respectievelijk van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen, dat EEA is;7° medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek : een hulpmiddel of hulpstuk voor in-vitrodiagnostiek in de zin van artikel 1, § 2, punt b) of c), respectievelijk, van Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, dat EEA is;8° actief implanteerbaar medisch hulpmiddel : actief implanteerbaar medisch hulpmiddel in de zin van artikel 1, § 2, punt c), van Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, dat een EEA is;9° producent van EEA : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die ongeacht de gebruikte verkooptechniek, met inbegrip van verkoop op afstand : is gevestigd op het Belgisch grondgebied en EEA vervaardigt en in de handel brengt onder zijn eigen naam of merk, of laat EEA ontwerpen of vervaardigen dat hij onder zijn naam of merk op het grondgebied verhandelt;b) is gevestigd op het Belgisch grondgebied en toestellen wederverkoopt op het grondgebied dat door andere leveranciers zijn geproduceerd onder zijn eigen naam of merk.Daarbij wordt de wederverkoper niet als "producent van EEA" aangemerkt als het merkteken van de producent in de zin van punt a op het toestel zichtbaar is; c) is gevestigd op het Belgisch grondgebied en brengt beroepsmatig EEA op de markt die afkomstig zijn van een derde land of een andere Lidstaat van de Europese unie;d) EEA verkoopt op afstand rechtstreeks aan particuliere huishoudens of professionele gebruikers op het grondgebied, gevestigd is in een derde land of een andere Lidstaat van de Europese unie. Diegene die uitsluitend voorziet in financiering op grond van of overeenkomstig een financieringsovereenkomst, en die de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet draagt, wordt niet als producent aangemerkt, tenzij hij ook optreedt als producent in de zin van de bepalingen bedoeld in de punten a) tot d); 10° distributeur : een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, die EEA op de markt aanbiedt;11° percentage van valorisatie: het cijfer berekend voor elke categorie EEA, door het gewicht van AEEA dat in de installatie van valorisatie of recycling binnenkomt, met inbegrip van de voorbereiding van het hergebruik, met het oog op een aangepaste behandeling overeenkomstig afdeling 4, gedeeld door het gewicht van het geheel van de AEEA apart ingezameld voor elke categorie, uitgedrukt in percentage;12° afzondering: manuele, mechanische, chemische of metallurgische behandeling die ervoor zorgt dat gevaarlijke stoffen, mengsels en onderdelen tijdens het verwerkingsproces in een identificeerbare stroom of als identificeerbaar deel van een stroom zijn afgescheiden. Stoffen, mengsels of onderdelen zijn identificeerbaar als zij kunnen worden gemonitord om te verifiëren of zij worden verwerkt op een wijze die veilig is voor het milieu. "; c) paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2. De terugnameplicht is van toepassing op de hierna bepaalde elektrische en elektronische apparatuur, met uitzondering van de apparatuur ingebouwd in de nieuwe voertuigen geregeld bij de terugnameplicht betreffende de afgedankte voertuigen : 1° tot 14 augustus 2018, de elektrische en elektronische apparatuur die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijalge IA.Bijlage IB bevat een indicatieve lijst van EEA die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijlage IA; 2° vanaf 15 augustus 2018, alle elektrische en elektronische apparatuur.Deze worden gerangschikt in de categorieën opgesomd in bijlage IIA. Bijlage IIB bevat een niet-limitatieve lijst van EEA die ingedeeld is in de categorieën opgesomd in bijalge IIA."; d) het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 en 4, luidend als volgt : " § 3.In afwijking van paragraaf 2 is de terugnameplicht niet van toepassing op de volgende EEA : 1° apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de Staat, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van apparatuur die niet voor specifieke militaire doeleinden is bestemd;2° apparatuur die specifiek is ontworpen en geïnstalleerd om deel uit te maken van andere apparatuur welke is uitgesloten van of niet onder het toepassingsgebied van de terugnameplicht valt, die haar functie alleen kan vervullen als zij deel uitmaakt van laatstbedoelde apparatuur;3° de gloeilampen. § 4. In afwijking van paragraaf 2, 2°, is de terugnameplicht niet van toepassing op de volgende elektrische en elektronische apparatuur : 1° apparatuur bestemd om de ruimte ingestuurd te worden.2° grote, niet-verplaatsbare industriële installaties: 3° grote, vaste installaties, met uitzondering van apparatuur die niet specifiek is ontworpen en geïnstalleerd als onderdeel van zulke installaties;4° vervoermiddelen voor personen of goederen, met uitzondering van elektrische tweewielers zonder typegoedkeuring;5° niet voor de weg bestemde en uitsluitend voor beroepsmatig gebruik beschikbaar gestelde mobiele machines 6° apparatuur die speciaal is ontworpen uitsluitend voor doeleinden van onderzoek en ontwikkeling en die alleen door een bedrijf aan een ander bedrijf ter beschikking wordt gesteld 7° medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, wanneer deze hulpmiddelen naar verwachting vóór het einde van hun levensduur infectieus zijn, en actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.

Art. 11.In artikel 97 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "en die waarvoor de producent niet geïdentificeerd kon worden" opgeheven; 2° in paragraaf 3 wordt een lid luidend als volgt ingevoegd tussen lid 1 en lid 2 : "Wat betreft de afgedankte huishoudelijke elektrische en elektronische apparatuur is elke producent verantwoordelijk voor de financiering van de ten laste neming van de afval van zijn eigen producten."; 3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : Wanneer een product in de handel wordt gebracht, geeft elke producent een waarborg dat het beheer van alle AEEA zal worden gefinancierd. Deze garantie moet waarborgen dat de handelingen voor de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuvriendelijke verwijdering van de huishoudelijke AEEA die naar de inzamelinstallaties wordt gebracht, die betrekking hebben op dit product, gefinancierd zullen worden. Deze waarborg kan de vorm hebben van een bijdrage van de producent aan aangepaste systemen voor de financiering van het beheer van de AEEA, een recyclingverzekering of een geblokkeerde bankrekening."; 4° het artikel wordt aangevuld met de §§ 5 en 6, luidend als volgt : " § 5.De milieubijdrage bestemd om de kosten te dekken betreffende de tenuitvoerlegging van de terugnameplicht voor huishoudafval is zichtbaar op de facturen tussen de verschillende schakels van de commercialiseringsketen, alsook op de verkooppunten naar de eindverbruiker. De bijdrage is zichtbaar op de facturen tussen de verschillende schakel van de keten voor de professionele afval, behalve speciaal gemotiveerd afwijking van de administratie. De aldus vermelde kosten komen overeen met de beste beschikbare schatting van de daadwerkelijk gedragen kosten. § 6. De terugnameplichtigen nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de aangepaste mechanismen of procedures worden aangebracht voor de terugbetaling aan de distributeurs en detailhandelaars van de milieubijdragen wanneer de EEA worden overgedragen met het oog op het op de markt brengen buiten het Belgisch grondgebied. Deze mechanismen of procedures kunnen tot stand worden gebracht door de producenten of door derden die handelen voor de rekening van de producenten, in overleg met de betrokken distributeurs en detailhandelaars of hun vertegenwoordigers.".

Art. 12.In artikel 98 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) tussen het eerste en het tweede lid wordt volgend lid ingevoegd: "De terugnameplichtige zorgt ervoor dat de AEEA die voor het hergebruik moeten worden voorbereid, worden gescheiden, op het inzamel- of hergroeperingspunt, van de andere AEEA die selectief worden ingezameld, op basis van visuele preselectie.Om de scheiding door te voeren, kan beroep worden gedaan op een gespecialiseerde operator van de sector van het hergebruik. De visuele preselectie met het oog op het hergebruik, alsook de voorbereiding op het hergebruik dat erop volgt, moeten worden gemaakt in overeenstemming met bijlage III bij dit besluit.". b) in het nieuwe derde lid, wordt de zin "In geval van erkend orgaan of van milieubeleidsovereenkomst wordt het document met de communicatiemaatregelen door het beheersorgaan aangevuld met een bepaling om gevoelig te maken voor preventie van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur." vervangen door de zin "De communicatiemaatregelen omvatten een bepaling om gevoelig te maken voor preventie en hergebruik van AEEA. Per bedrijvigheidssector kan de terugnameplichtige per overeenkomst de verplichtingen inzake preventie en hergebruik aan een derde rechtspersoon toevertrouwen die zijn plaats inneemt voor zijn verplichtingen.".

Art. 13.In artikel 99 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "en/of de eisen inzake veiligheid."

Art. 14.Artikel 100 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 100.De AEA van de gezinnen en van beroepsactiviteiten wordt apart ingezameld en verwerkt.

De AEA wordt apart van de andere afval ingezameld, en bij voorrang, de warmte of koude uitwisselende apparatuur die ozon afbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen bevat, kwikhoudende fluorescentielampen, fotovoltaïsche zonnepanelen en kleine apparatuur zoals bedoeld in bijlage IIA, categorieën 5 en 6.".

Art. 15.In artikel 101 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid aangevuld met volgende zin : "Deze bepaling is ook van toepassing in geval van aan het huis afleveren en in geval van verkoop op afstand";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "operator aangewezen door de terugnameplichtige" vervangen door de woorden "operator aangewezen of erkend door de terugnameplichtige, het erkende orgaan of beheersorgaan";3° paragraaf 1 wordt aangevuld met volgend lid : "In detailhandelszaken met een verkoopoppervlak voor EEA van ten minste 400 m2, of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, zorgen de distributeurs voor de inzameling, die gratis is voor eindgebruikers, van heel kleine AEEA (zonder buitenafmetingen van meer dan 25 cm), zonder de verplichting EEA van een vergelijkbaar type te kopen, tenzij een onderzoek goedgekeurd door de Administratie en bekendgemaakt uitwijst dat alternatieve bestaande inzamelingsregelingen waarschijnlijk minstens even doeltreffend zijn.De producenten van EEA stellen gratis aangepaste inzamelrecipiënten ter beschikking, dat de distributeur op een zichtbare plaats van zijn verkoopsruimte plaatst.

Ingezamelde AEEA wordt op gepast wijze verwerkt in overeenstemming met afdeling 4."; 4° paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden "en de afzondering van gevaarlijke stoffen."; 5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidend als volgt : " § 6.De terugname van de huishoudelijke AEEA bedoeld in de paragrafen 1 tot 5 is gratis onder de volgende voorwaarden : 1° het toestel bevat alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor zijn werking;2° het toestel bevat geen afvalstoffen dat niet eigen is aan de AEEA;3° het toestel is niet het voorwerp van een besmetting dat een risico vertoont voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel van de inzamelingspunten, rekening houdend met de voorschriften ter zake. Als de voorwaarde bedoeld in punt 1° niet is vervuld, kunnen de kosten worden onderhandeld wat betreft het defect.

Zolang de voorwaarden bedoeld in de punten 2° of 3° niet worden vervuld, kan het toestel worden geweigerd.

De producenten kunnen met de door andere gebruikers dan de gezinnen andere aangepaste financieringsmethodes voorzien met inbegrip, in voorkomend geval, van de vermindering van de milieubijdrage dienovereenkomstig de overgenomen kosten.".

Art. 16.In artikel 102 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 2 aangevuld met de woorden "en de afzondering van gevaarlijke stoffen".

Art. 17.In artikel 103, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het begin van de zin gewijzigd als volgt "Vóór 1 januari 2013, bereiken de terugnameplichtigen" en worden de woorden "zowel diegenen die deel nemen aan het gemeenschappelijk systeem als diegenen die een individueel beheersplan hebben" ingevoegd tussen de woorden "de terugnameplichtigen" en de worden "een globaal inzamelingspercentage";2° het paragraaf wordt aangevuld met de twee leden, luidend als volgt : "In 2016 bedraagt het jaarlijks te bereiken minimum inzamelingspercentage vijfenveertig percent, en in 2018 vijfenvijftig percent.Het wordt berekend op basis van het totaal gewicht AEEA ingezameld tijdens een gegeven jaar en wordt uitgedrukt in percentage van het gemiddeld gewicht EEA op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens de drie vorige jaren.

Vanaf 2019, bedraagt het jaarlijks te bereiken minimum inzamelingspercentage vijfenzestig percent van het gemiddeld gewicht EEA op de markt gebracht door het Waalse Gewest tijdens de drie vorige jaren, vijfentachtig percent van de geproduceerde AEEA, in gewicht.".

Art. 18.In artikel 104 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1er.Voor elk type nieuwe elektrische en elektronische apparatuur dat op de markt gebracht wordt, deelt de producent of de derde die voor zijn rekening handelt op verzoek, en gratis, de gegevens betreffende het hergebruik en de verwerking van de EEA mee aan de hergebruikscentra, alsook aan de verwerkings- en recyclinginstallaties en de bevoegde overheden, binnen een termijn van één jaar nadat het op de markt is gebracht. Die gegevens betreffen desnoods de verschillende bestanddelen en materialen ingebouwd in de EEA, de energielabels alsook de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen of mengsels bevinden in die apparatuur, en de plaats en de reparatie van de pannes na de wettelijke minimale garantieperiode. Die gegevens worden met name d.m.v. handleidingen of elektronische media overgebracht."; 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt : " § 3.De terugnameplichtigen organiseren minstens twee keer per jaar en in aanwezigheid van de Administratie een overleg op het Waalse grondgebied met de verwerkingscentra, de hergebruikscentra en de professionele verenigingen en instellingen die representatief zijn voor deze centra om het hergebruik en de recycling van AEEA en het in aanmerking nemen van de schommeling van de waarde van de materialen in de contracten te verbeteren.".

Art. 19.In artikel 105 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragrafen 2, 3 en 4 worden vervangen als volgt : " § 2.Uit alle ingezamelde AEEA wordt ten minste de volgende stoffen, mengsels en onderdelen afgezonderd : - polychloorbifenyl (PCB)-houdende condensatoren; - kwikhoudende onderdelen zoals schakelaars en lampen voor achtergrondverlichting; - batterijen en accu's; - printplaten van mobiele telefoons in het algemeen en van andere apparaten indien de oppervlakte van de printplaat meer dan 10 vierkante centimeter bedraagt; - tonercassettes met vloeibare of pasteuze toner, en kleurentoners; - kunststoffen die gebromeerde brandvertragers bevatten; - asbestafval en onderdelen die asbest bevatten; - beeldbuizen; - chloorfluorkoolstoffen (CFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) of fluorkoolwaterstoffen HFK's), koolwaterstoffen (HC's); - Gasontladingslampen; - lcd-schermen (in voorkomend geval met toebehoren) met een oppervlak van meer dan 100 vierkante centimeter en schermen met achtergrondverlichting met behulp van gasontladingslampen; - uitwendige elektrische kabels; - onderdelen die vuurvaste keramische vezels bevatten; - onderdelen die radioactieve stoffen bevatten, met uitzondering van onderdelen beneden de vrijstellingsdrempels, die vastgesteld zijn in artikel 3 van en bijlage I bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren; - elektrolytische condensatoren die tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen bevatten (hoogte > 25 mm, diameter > 25 mm, of met een naar verhouding vergelijkbaar volume); - alle vloeistoffen. § 3. Uit de ingezamelde onderdelen AEEA wordt de volgende stoffen afgezonderd : 1° beeldbuizen: de fluorescerende laag wordt afgezonderd apparatuur die gassen bevat welke de ozonlaag aantasten of een aardopwarmingspotentieel hebben van meer dan 15, zoals in isolatieschuim en koelcircuits: deze gassen moeten adequaat worden verwijderd en behandeld.Gassen die de ozonlaag aantasten, worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen; 3° gasontladingslampen : het kwik wordt afgezonderd. § 4. De methoden bedoeld in de paragrafen 2 en 3 worden zodanig toegepast dat het op milieuverantwoorde wijze voorbereiden voor hergebruik en recycleren van onderdelen of complete apparaten niet bemoeilijkt wordt."; 2° paragraaf 5 wordt opgeheven;3° het artikel wordt aangevuld met de §§ 6 en 7, luidend als volgt : " § 6.De terugnameplichtigen, zowel diegenen die deelnemen aan een gemeenschappelijk systeem als diegenen die een individueel beheersplan hebben, bereiken de volgende minimale doelstellingen per categorieën elektrische en elektronische apparatuur onderworpen aan de terugnameplicht. Die doelstellingen worden bepaald t.o.v. het gemiddelde gewicht per op de markt gebrachte apparatuur. 1° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 13 augustus 2012 tot 14 augustus 2015 met betrekking tot de in bijlage IA vermelde categorieën: a) van AEEA die onder categorie 1 of 10 van bijlage I valt : (1) wordt 80 % nuttig toegepast (2) wordt 75 % gerecycleerd;b) van AEEA die onder categorie 3 of 4 van bijlage IA valt : (1) wordt 75 % nuttig toegepast (2) wordt 65 % % gerecycleerd;c) van AEEA die onder categorie 2, 5, 6, 7, 8 of 9 van bijlage IA valt : (1) wordt 70 % nuttig toegepast (2) wordt 50 % % gerecycleerd;d) van gasontladingslampen wordt 80 % gerecycleerd.2° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 15 augustus 2015 tot 14 augustus 2018 met betrekking tot de in bijlage IA vermelde categorieën: a) van AEEA die onder categorie 1 of 10 van bijlage IA valt : (1) wordt 85 % nuttig toegepast;(2) wordt 85 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;b) van AEEA die onder categorie 3 of 4 van bijlage IA valt : (1) wordt 80 % nuttig toegepast;(2) wordt 75 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;c) van AEEA die onder categorie 2, 5, 6, 7, 8 of 9 van bijlage IA valt : (1) wordt 75 % nuttig toegepast;(2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;d) van gasontladingslampen wordt 80 % gerecycleerd.3° Minimale streefcijfers van toepassing per categorie vanaf 15 augustus 2018 met betrekking tot de in bijlage IIA vermelde categorieën : a) van AEEA die onder categorie 1 of 4 van bijlage IIA valt : (1) wordt 85 % nuttig toegepast;(2) wordt 80 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;b) van AEEA die onder categorie 2 van bijlage IIA valt : (1) wordt 80 % nuttig toegepast;(2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;a) van AEEA die onder categorie 5 of 6 van bijlage IIA valt : (1) wordt 75 % nuttig toegepast;(2) wordt 70 % voorbereid voor hergebruik en gerecycleerd;d) van AEEA die onder categorie 3 van bijlage IIA valt, wordt 80 % gerecycleerd.4° het minimale streefcijfer van toepassing op de AEEA met betrekking tot de in bijlage IIA vermelde categorieën : 2 % wordt voorbereid voor hergebruik vanaf 1 januari 2020. Of de doelstellingen werden behaald, wordt voor elke categorie berekend door het gewicht van de AEEA te nemen die binnenkomen in de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding met het oog op het hergebruik, na een aangepaste behandeling, wat betreft de nuttige toepassing of recycling, en door dit gewicht in percentage van het gewicht van het geheel van de voor deze categorie selectief ingezamelde AEEA uit te drukken.

Voorbereidende activiteiten, waaronder sorteren en opslag voorafgaand aan nuttige toepassing of voorbereiding met het oog op hergebruik, tellen niet mee voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Voor de berekening van die doelstellingen moeten de terugnameplichtigen of de derden die voor hun rekening handelen het gewicht van de AEEA, van zijn onderdelen, materialen of stoffen in de registers ingeschreven, op het moment dat zij de inzamelinrichtingen verlaten en zij de verwerkingsinrichtingen binnenkomen en verlaten, en dat zij de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding voor hergebruik binnenkomen.

De terugnameplichtigen moeten in de registers het gewicht van de producten en materialen inschrijven die de inrichting voor nuttige toepassing of recycling/voorbereiding verlaten met het oog op hun hergebruik. ».

Art. 20.Artikel 106 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 106.§ 1. De terugnameplichtigen bepalen, in overleg met de distributeurs van EEA, de inzamelaars van AEEA, de handelaars en makelaars van afvalstoffen, de verwerkingscentra, de voorbereidingscentra met het oog op het hergebruik en de kennisgevers in de zin van Verordening (EG) nr. 1013/2006, de modaliteiten tot overdracht van de gegevens bedoeld in de volgende paragrafen. Deze modaliteiten waarborgen de vertrouwelijkheid van de individuele gegevens en voorzien de toegang tot een onafhankelijke controle-instelling erkend volgens de norm ISO 17020, alsook tot de Administratie De gegevens bedoeld in de volgende paragrafen worden overgemaakt aan de terugnameplichtige of aan de organisatie die hij daartoe aanstelt. § 2. De distributeurs van EEA verstrekken, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar : 1° hun naam, hun bedrijfsnummer, hun volledig adres, hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres en hun contactpersoon;2° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per type en per categorie, die a) ingezameld werden door de producent in het kader van de terugnameplicht;b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar van afvalstoffen;c) overgedragen werden aan een producent van EEA;d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA. Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van de bovenvermelde activiteiten, worden de volledige gegevens van deze derde meegedeeld aan de aangewezen organisatie. § 3. De inzamelaars van AEEA, de handelaars van afvalstoffen, de makelaars in afvalstoffen, de recyclers en de hergebruikscentra verstrekken, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar : 1° hun naam, hun bedrijfsnummer, hun volledig adres, hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres en hun contactpersoon;2° de NACE-code van de afvalproducent;3° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per type (huishoudelijk of professioneel) en per categorie, die op het Belgisch grondgebied, binnen en buiten de Europese unie : a) ingezameld werden in naam en voor rekening van de producent in het kader van de terugnameplicht;b) ingezameld werden in een ander kader, in naam of voor rekening van de producent;b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar in afvalstoffen;d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt;e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA;4° de hoeveelheden afvalstoffen afkomstig van de verwerking van gebruikte EEA, uitgedrukt in kilogram, per afvalstof en per categorie die respectievelijk werden gerecycleerd, gevaloriseerd, energetisch gevaloriseerd en ingegraven. Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van de bovenvermelde activiteiten, worden de volledige gegevens van deze derde meegedeeld aan de aangewezen organisatie. § 4. De terugnameplichtige verstrekt de Administratie, in geval van individueel beheersplan, of de daartoe aangewezen organisatie, in geval van gemeenschappelijk systeem, per exploitatiezetel, jaarlijks uiterlijk 20 april de volgende gegevens m.b.t. het vorige jaar : 1° de nationale identificatiecode van de producent;2° de categorie waartoe de EEA behoort, en de hoeveelheden die op de markt in Wallonië worden gebracht, uitgedrukt in kilogram en in aantal;3° de hoeveelheden AEEA, uitgedrukt in kilogram en in aantal, per categorie, die op het grondgebied van het Waalse Gewest : a) ingezameld werden in het kader van de terugnameplicht;b) overgedragen werden aan een inzamelaar, een handelaar of een makelaar in afvalstoffen;c) overgedragen werden aan een andere producent van EEA;d) voorbereid werden voor hergebruik en de hoeveelheid ervan die werd hergebruikt e) overgedragen werden aan een erkende recycler van AEEA;4° de hoeveelheden afvalstoffen afkomstig van de verwerking van gebruikte EEA, uitgedrukt in kilogram, per afvalstof en per categorie die respectievelijk werden gerecycleerd, gevaloriseerd, energetisch gevaloriseerd of ingegraven.Als er beroep wordt gedaan op een derde voor één van deze activiteiten, worden de gegevens vermeld in § 3, 1°, ook voor deze derde meegedeeld; 5° de lijst van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren en van de actoren van de hergebruikssector, alsook de verwerkingstechnieken en de omschrijving ervan, met uitzondering van de gegevens met een vertrouwelijk karakter;6° de maatregelen die ten uitvoer gelegd worden om te zorgen voor de traceerbaarheid van de verwerkte stromen en voor de inachtneming van de milieu- en sociale doelstellingen;7° de maatregelen die zijn genomen om : a) de recycleerbaarheid van de op de markt gebrachte producten te verbeteren;b) het gebruik van materialen die gevaarlijke stoffen bevatten, te verminderen;c) gebruik te maken van productietechnieken die het milieu zo weinig mogelijk belasten;d) besparingen van natuurlijke en energiehulpbronnen te bevorderen, zowel bij de productie als bij het gebruik van de apparatuur;8° in geval van collectief systeem, een evaluatieverslag betreffende de uitgevoerde controles op de jaarlijkse aangiften van de verschillende leden en een lijst van de gecontroleerde leden;9° de raming van de in kg uitgedrukte totale hoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur, per type materiaal, die tijdens het lopende jaar voor verbruik aangeboden wordt in het Waalse Gewest;10° de gegevens betreffende de ondernomen sensibiliserings- en preventieacties, alsook de beoordeling van die acties;11° in het geval van gemeenschappelijk systeem, de lijst van de terugnameplichtigen die bij het gemeenschappelijk systeem gebonden zijn, en het bedrag van de bijdragen die bestemd zijn om de kosten van de terugnameplicht te dekken. Er wordt een apart jaarrapport opgemaakt voor afgedankte huishoudelijke en professionele elektrische en elektronische apparatuur.

De gegevens betreffende de productie, de inzameling, het hergebruik en de verwerking worden gevalideerd respectievelijk in het kader van de gemeenschappelijke systemen en van de individuele beheersplannen door een onafhankelijke controle-instelling erkend volgens de norm ISO 17020, op de kosten van de terugnameplichtigen.".

Art. 21.Artikel 107 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "De detailhandelaar vermeldt in elk van zijn verkooppunten, op een zichtbare plaats, en onder de titel "terugnameplicht" op welke manier hij aan de verplichtingen betreffende de terugnameplicht voldoet en op welke manier de klant zich van de gebruikte apparatuur kan ontdoen.

Hij vermeldt voor elk nieuw te koop aangeboden product waarvoor er een terugnameplicht bestaat het bedrag van de milieubijdrage dat overeenkomt met de kosten voor de uitvoering van de terugnameplicht voor dit soort product, alsook, vanaf 1 januari 2010, de diensten en de mogelijkheden van reparatie en toegang tot de wisselstukken.".

Art. 22.Artikel 108 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 108.§ 1. De terugnameplichtigen brengen de verbruikers op de hoogte van de verplichting om de AEEA te scheiden van de andere afvalstoffen met het oog op hun selectieve inzameling. Ze zorgen ervoor dat de verbruikers ingelicht worden over de tot stand gebrachte inzamelings- en verwerkingssystemen en over de rol die zij bij het hergebruik, de recycling en de andere vormen van nuttige toepassing van afvalbeheer afvalbeheer te vervullen hebben, alsook de potentiële effecten van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de EEA op het milieu en de menselijke gezondheid; Deze informatie wordt o.a. overgemaakt via communicatiecampagnes.

De kosten voor de inzameling en de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer, met inbegrip van de hergebruikskanalen, zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers. § 2. De terugnameplichtigen nemen aangepaste maatregelen aan om de deelname van de verbruikers aan de inzameling van de AEEA aan te moedigen om ze aan te zetten om het proces van hergebruik, verwerking en nuttige toepassing te vergemakkelijken.

De terugnameplichtigen een aangepaste informatie aan de verbruikers mee die de levensduur van EEA moet evalueren en de productie van afval moet vertragen of beperken. De informatie heeft namelijk betrekking op de aanbevelingen van gebruik en onderhoud, op de gebruiksduur onder normaal te verwachten voorwaarden, op de vervanging van stukken, op de hersteldiensten, op de hergebruikskanalen

Art. 23.Hoofdstuk X van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een afdeling 7, die artikel 108/1 inhoudt, luidend als volgt : "Afdeling 7 - Registratie, informatie en aangifte

Art. 108/1.§ 1. Een register van de producenten wordt opgemaakt om de naleving van de verplichtingen vermeld in dit besluit te controleren.

De producenten of bij gebrek hun mandatarissen bedoeld in artikel 110, § 2, worden er geregistreerd. § 2. De volgende bepalingen betreffende de registratie zijn van toepassing : 1° elke producent en elke mandataris bedoeld in paragraaf 1 heeft de mogelijkheid om alle nuttige informatie over de activiteiten van de producent op het grondgebied in het register in te voeren;2° bij de registratie deelt elke producent of mandataris de informatie bedoeld in bijlage IV, deel A en B mee, en verbindt hij zich ertoe om ze bij te werken;3° het register is openbaar en toegankelijk op afstand via elektronische middelen.Er worden banden vermeld naar andere nationale registers om, in alle lidstaten, de registratie van de producenten en de mandatarissen te vergemakkelijken.".

Art. 24.Hoofdstuk X van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een afdeling 8, die artikel 108/2 inhoudt, luidend als volgt : "Afdeling 8. - De mandataris

Art. 108/2.§ 1. Elke producent zoals omschreven in artikel 96, § 1, 9°, a), b) en c), gevestigd in een andere lidstaat is gemachtigd in afwijking van artikel 96, § 1, 9°, om een natuurlijke of rechtspersoon gevestigd op het grondgebied aan te wijzen als mandataris die instaat voor de naleving van de verplichtingen die aan deze producent op dit grondgebied worden opgelegd krachtens dit besluit. § 2. Elke producent zoals omschreven in artikel 96, § 1, 9°, d), en gevestigd in een andere lidstaat, die EEA rechtstreeks aan de gezinnen en aan andere gebruikers dan de gezinnen, in België, verkoopt, wijst een natuurlijke of rechtspersoon aan, gevestigd in België, als mandataris die instaat voor de naleving van de verplichtingen die aan deze producent op dit grondgebied worden opgelegd krachtens dit besluit. § 3. De aanwijzing van een mandataris gebeurt via een schriftelijke machtiging.

De mandataris houdt ter beschikking van de Administratie, op het Waalse grondgebied, alle informatie betreffende de uitvoering van de terugnameplicht van zijn opdrachtgever. ».

Art. 25.Hoofdstuk X van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een afdeling 9, die artikel 108/3 inhoudt, luidend als volgt : "Bijlage 9 - Minimumvoorschriften voor de overbrenging

Art. 108/3.De overbrenging van gebruikte EEA waarvan vermoed wordt dat het AEEA is wordt uitgevoerd overeenkomstig de minimumvoorschriften voorgeschreven in bijlage V. De hergebruikscriteria bedoeld in artikel 98, 5°, zijn niet van toepassing als er aan de minimumvoorschriften voorgeschreven in bijlage V wordt voldaan.".

Art. 26.In artikel 110 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt aangevuld met de woorden ", zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013"; 2° het artikel wordt aangevuld met een punt 4°, luidend als volgt : "4° Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.".

Art. 27.In bijlage I A bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het opschrift van bijlage I A wordt vervangen als volgt : "Categorieën elektrische en elektronische apparatuur die onder dit besluit vallen tijdens de overgangsperiode krachtens artikel 96, § 2"; b) punt 4 wordt aangevuld met de woorden "en, vanaf (1 januari 2018), de fotovoltaïsche panelen."; c) in punt 8, wordt het woord "en" vervangen door het woord "of".

Art. 28.In bijlage I B bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 3, wordt het woord "inbegrepen" telkens ingevoegd na het woord "toetsenbord";b) in punt 4, wordt de lijst van consumentenapparatuur aangevuld met de woorden "Fotovoltaïsche panelen";c) in punt 6, wordt na het woord "zagen" de woorden "en kettingzagen" ingevoegd.

Art. 29.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage II A, luidend als volgt : "BIJLAGE II A : Categorieën elektrische en elektronische apparatuur die onder dit besluit vallen 1° warmte- of koude-uitwisselende apparatuur 2° Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm2 3° lampen; Grote apparatuur met een buitenafmeting van meer dan 50 cm, met uitzondering van de apparaten die onder de categorieën 1 tot en met 3 vallen, waaronder, maar niet beperkt tot: huishoudelijke apparaten;

IT- en telecommunicatieapparatuur; consumentenapparatuur; lichtarmaturen; apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur; elektrisch en elektronisch gereedschap; speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur; medische hulpmiddelen; meet- en controle-instrumenten; automaten; apparatuur voor het opwekken van elektrische stromen; 5° kleine apparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm, met uitzondering van de apparaten die onder de categorieën 1 tot en met 3 en 6 vallen.waaronder, maar niet beperkt tot: huishoudelijke apparaten; consumentenapparatuur; lichtarmaturen; apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur; elektrisch en elektronisch gereedschap; speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur; medische hulpmiddelen; meet- en controle-instrumenten; automaten; apparatuur voor het opwekken van elektrische stromen; 6° kleine IT- en telecommunicatieapparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm."

Art. 30.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage II B, luidend als volgt : "BIJLAGE II B : Onvolledige lijst van de in dit besluit bedoelde elektrische en elektronische apparatuur die ingedeeld is in de categorieën van bijlage IIA 1° warmte- of koude-uitwisselende apparatuur : Koelkasten, diepvriezers, apparatuur voor de automatische aflevering van koude producten, klimaatregelingsapparatuur, ontvochtigingsapparaten, warmtepompen, oliehoudende radiatoren en andere warmte- of koude-uitwisselende apparatuur waarin andere vloeistoffen dan water worden gebruikt voor de warmte- of koude-uitwisseling;2° Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm2: schermen, televisietoestellen, lcd-fotolijsten, monitors, laptops, notebooks;3° lampen : Fluorescentielampen (tl-buizen), compacte fluorescentielampen, fluorescentielampen, hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen, lagedruknatriumlampen, leds 4° grote apparaten Wasmachines, wasdrogers, vaatwasmachines, kooktoestellen, elektrische fornuizen, elektrische kookplaten, lichtarmaturen, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur (uitgezonderd in kerken geplaatste pijporgels), apparaten voor breien en weven, grote mainframes, grote printers, kopieerapparaten, grote speelautomaten, grote medische hulpmiddelen, grote meet- en regelapparatuur, grote product- of geldautomaten, fotovoltaïsche panelen;5° kleine apparaten : Stofzuigers, rolvegers, naaiapparatuur, lichtarmaturen, magnetrons, ventilatieapparatuur, strijkijzers, broodroosters, elektrische messen, waterkokers, klokken en andere uurwerken, elektrische scheerapparaten, weegschalen, haar- en lichaamsverzorgingsapparaten, rekenmachines, radiotoestellen, videocamera's, videorecorders, hifiapparatuur, muziekinstrumenten, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, elektrisch en elektronisch speelgoed, sportapparatuur, fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke, rookmelders, verwarmingsregelaars, thermostaten, klein elektrisch en elektronisch gereedschap, kleine medische hulpmiddelen, kleine meet- en regelapparatuur, kleine productautomaten, kleine apparaten met geïntegreerde fotovoltaïsche panelen;6° kleine IT- en telecommunicatieapparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm : mobiele telefoons, gps, zakrekenmachines, routers, personal computers, printers, telefoons Art.31. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage III, luidend als volgt : "BIJLAGE III Criteria van hergebruik en voorbereiding op hergebruik van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur, zowel de huishoudelijke als de professionele apparaten De apparatuur bestemd voor hergebruik voldoet aan de hierna bepaalde criteria. De Minister kan de criteria actualiseren. HOOFDSTUK I. - Criteria betreffende de staat van het apparaat Wanneer aan de volgende criteria niet wordt voldaan, wordt het apparaat naar een gemachtigd verwerkingscentrum afgevoerd. 1° het apparaat is helemaal functioneel. Een apparaat is volledig functioneel als een test wordt uitgevoerd en als deze test aantoont dat het zijn oorspronkelijke functies nog volledig kan vervullen. Voor de meest gewoonlijk gebruikte EEA, is een functionaliteitstest van de hoofdfuncties voldoende. Voor bepaalde specifieke producten zoals de GSM's, de koelkasten en de computers, moet de functionaliteitstest betrekking hebben op meer specifieke criteria (zie punt 5). 2° het apparaat is elektrische veilig.De elektrische veiligheid wordt vastgesteld tijdens een test; 3° de behuizing van het apparaat is volledig;4° alle essentiële onderdelen zijn aanwezig en in goede staat.Deze onderdelen variëren in functie van het soort product. Voor de koelkasten en de diepvriezen : de isolatie van de wanden en van de deur van het apparaat moet volledig en intact zijn om het energieverbruik niet te verhogen. Voor de was- of afwasmachines: de onderdelen voor de verwarming van het water mogen niet vol kalkaanslag zitten; 5° het apparaat is niet verroest of lichtjes verroest;6° het apparaat bevat geen esthetische schaden of weinig esthetische schaden;7° het apparaat bevat geen CFK's of HCFK's.Als er geen aanwijzing is van de gebruikte koelgassen op het apparaat wordt er van uitgegaan dat apparaat CFK's of HCFK's bevat en mag het dus niet worden hergebruikt; 8° het apparaat beschikt over een energielabel die minstens gelijk is aan de minimum label aanvaard voor het op de markt brengen van een nieuwe overeenkomende apparatuur Een energielabel zoals vermeld in hoofdstuk 4 wordt aangemoedigd. Om de energielabel van het apparaat na te gaan, kan een databank worden gebruikt. Als het apparaat er niet wordt in opgenomen, of als het gebruik van een dergelijk databank onmogelijk is, wordt het energieverbruik gemeten op basis van een gedocumenteerde testprocedure goedgekeurd door de Administratie; 9° het apparaat bevat geen scherm met kathodestraalbuis (CRT).De professionele apparaten met geïntegreerd CRT scherm, zoals de medische apparaten, kunnen nog worden voorbereid voor hergebruik; 10° de PC's en laptops beschikken over voldoende recente processors om gebruikt te kunnen worden;11° het apparaat wordt vastgemaakt en beschermd tijdens het vervoer door een aangepaste verpakking en een passende stapeling van de lading om tijdens het vervoer en het in- en uitladen niet beschadigd te worden. HOOFDSTUK II. - Eisen inzake de voorbereiding op het hergebruik De hergebruikscentra die voorbereiden op het hergebruik handelen als volgt: 1° ze doen een eerste visuele voorselectie om de herbuikbare apparaten te scheiden van de apparaten die niet herbruikbaar zijn.Wanneer aan één van de volgende criteria wordt voldaan, is het apparaat niet meer beschouwd als herbruikbaar : a) het apparaat lijkt heel verouderd, of heeft geen handelswaarde meer;b) het apparaat is zeer verroest of heeft esthetische schaden;c) het apparaat is in algemene slechte staat;d) het apparaat is niet meet herstelbaar of de herstelling is te duur;e) het apparaat bevat een CRT scherm en is geen professioneel apparaat;2° elk visueel voorgeselecteerd apparaat en bestemd om voorbereid te zijn voor hergebruik zijn voorzien van een etiket dat de naam van het hergebruikcentrum en van de enige identificatiecode vermeldt Hij beschikt ook over een hergebruikfiche op papieren drager, digitaal of ingevoerd in een databank, die door de hergebruikcentra gedurende minstens vier jaar moet worden bewaard, en met de volgende vermeldingen: a) naam van het hergebruikcentrum;b) enige identificatiecode zoals vermeld op het etiket;c) naam van het apparaat;d) categorie van EEA;e) identificatienummer en typenummer, in voorkomend geval;f) bouwjaar, indien bekend;g) datum van functionaliteitstest en gebruikte criteria;h) omschrijving van de evaluaties of uitgevoerde tests;i) resultaten van de evaluaties of tests;3° de elektrische veiligheid van elk apparaat wordt getest.De test omvat een meting van de isolatie, een meting van de aarde en een controle van de kortsluitingen; 4° de functionaliteit van elk apparaat wordt getest.Alleen de geteste apparaten en waarvan de test aantoont dat de oorspronkelijke functies nog volledig vervuld kunnen worden, kunnen hergebruikt worden. Voor de meest gewoonlijk gebruikte EEA, is een functionaliteitstest van de hoofdfuncties voldoende. Voor bepaalde specifieke producten zoals de GSM's, de koelkasten en de computers, moet de functionaliteitstest betrekking hebben op meer specifieke criteria; 5° het energieverbruik van de apparaten vermeld in hoofdstuk 4 wordt geëvalueerd overeenkomstig punt 8 van hoofdstuk 1;6° bij de voorbereiding voor het hergebruik van ICT apparaten zoals PC's, laptops, tablets, servers, of routers, en mobiele telefoons en camera's, doen de hergebruikcentra alle persoonlijke gegevens verdwijnen alsook de niet-overplaatsbare software beschermd door copyright, op basis van een gedocumenteerde procedure voor de afschaffing van de software.Een nieuwe software wordt geïnstalleerd als hij een vergunning heeft; 7° alle apparaten bestemd voor hergebruik voldoen aan de criteria vermeld in hoofdstuk I. HOOFDSTUK III. - Eisen inzake vervoer 1° elke apparaat heeft een etiket dat de naam van het bedrijf verantwoordelijk voor de functionaliteitstest en de enige identificatiecode bevat;2° bij het vervoer wordt voorzien in een lijst van de vervoerde apparaten.Ze bevat de volgende vermeldingen voor elk apparaat : a) enige identificatiecode;b) naam van het apparaat;c) categorie van EEA;d) identificatienummer of typenummer, in voorkomend geval;e) productiejaar indien bekend;f) naam van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd;g) datum van de voorbereiding voor het hergebruik;h) aard van de evaluaties of uitgevoerde tests;i) resultaten van de evaluaties of tests;3° een formulier met de volgende gegevens wordt gevoegd bij het vervoer: a) contactgegevens van de houder verantwoordelijk voor het vervoer;b) contactgegevens van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd;c) contactgegevens van de bestemmeling met wie het contract is gesloten;d) ondertekende aangifte van het hergebruikcentrum dat de voorbereiding voor het hergebruik heeft uitgevoerd, dat alle apparaten die deel uitmaken van het vervoer volledig functioneel zijn. Als na onderzoek van deze documenten of visuele inspectie, een twijfel blijft bestaan over het gebruik als tweedehandsapparaten van de apparaten die deel uitmaken van het vervoer, mag de controleur vragen om de hergebruikfiches vermeld in hoofdstuk 2, die meer informatie geven over de uitgevoerde tests te bekijken.

HOOFDSTUK IV. - Energielabel Een minimale energielabel wordt aangemoedigd voor de volgende categorieën apparaten : 1° koelkast, diepvriezen : energielabel A;2° was- of afwasmachines : energielabel B;3° mobiele apparaten voor airconditioning, droogkast: energielabel C. HOOFDSTUK V. - Functionaliteitstests Afdeling 1. - ICT materiaal

Het ICT materiaal voldoet aan de volgende voorwaarden en tests : - Power on self test, afgekort POST: de POST bestaat uit een reeks tests dat een computer of een verwante apparatuur uitvoert als hij wordt aangezet. Hij wordt uitgevoerd door de BIOS en controleert de werking van de RAM, de grafische kaart, de harde schijven, het toetsenbord en de andere hardwares. Als de test positief is wordt de procedure tot aanzetten voortgezet; - Het toetsenbord en de muis zijn volledig en functioneel. - de kabels en stekkers zijn volledig en functioneel. - het scherm is functioneel : goed beeld, geen schade, kabels aanwezig; - de printtest van de printer is positief; - de wisselstukken zijn functioneel en getest als computerstukken - De draagbare computer beschikt over een oorspronkelijke, intacte adapter die behoorlijk werkt; - De batterij is functioneel en oplaadbaar; - De draagbare computer kan minstens een half uur op de batterij werken. Afdeling 2. - Mobiele telefoons

De mobiele telefoons voldoen aan de volgende voorwaarden en tests: - de antwoordtest; - de test van de microfoon en luidspreker : duidelijke toon, geen vervorming, het binnenkomende geluidsniveau is gelijk aan het uitgaande geluidsniveau; - de test van het scherm en het toetsenbord: elke knop is functioneel, het scherm is duidelijk en elke knop van het toetsenbord verschijnt op het scherm; - de test van de batterij : de batterij is opgeladen en haar functionaliteit wordt getest met een voltmeter. De batterij behoudt een minimum lading. Haar beschermingsstroombaan is aanwezig en functioneel. Afdeling 3. - De huishoudelijke koelkasten en diepvriezen

De huishoudelijke koelkasten en diepvriezen voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de koelkasten : ze koelen minstens af tot vijf graden Celsius;2° de diepvriezen : ze koelen minstens af tot: a) min zes graden Celsius voor de diepvriezen met één ster;b) min twaalf graden Celsius voor de diepvriezen met twee sterren;a) min achttien graden Celsius voor de diepvriezen met drie sterren. ».

Art. 32.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage IV, luidend als volgt : "BIJLAGE IV : Informatie voor de registratie en de aangifte bedoeld in artikel 109 Te verstrekken informatie bij de registratie : 1° naam en adres van de producent en de mandataris wanneer hij wordt aangewezen krachtens artikel 111, alsook hun telefoon- en faxnummers, hun e-mailadres, alsook de contactpersoon;2° nationaal identificatienummer van de producent, met inbegrip van de bedrijfsnummer;3° categorie van EEA bedoeld in bijlage I of III, al naar het geval;4° soort EEA (bestemd voor de gezinnen of bestemd voor andere gebruikers dan de gezinnen);5° handelsbenaming van de EEA;6° informatie betreffende de manier waarop de producent zijn verantwoordelijkheden vervuld: in het kader van een individueel of gemeenschappelijk systeem, met inbegrip van de informatie over de financiële garanties;7° gebruikte verkoopmethode (bijvoorbeeld, verkoop op afstand);8° verklaring waaruit blijkt dat de verstrekte informatie overeenstemt met de werkelijkheid.2° Te verstrekken informatie bij de aangifte : 1° nationaal identificatienummer van de producent;2° periode die door het verslag gedekt is;3° categorie van EEA bedoeld in bijlage I of III, al naar het geval;4° per categorie EEA, hoeveelheid EEA op de nationale markt gebracht, uitgedrukt in gewicht;5° per categorie EEA, hoeveelheid, uitgedrukt in gewicht, van AEEA apart ingezameld, gerecycleerd, voorbereid voor hergebruik inbegrepen, gevaloriseerd en verwijderd in de betrokken lidstaat of overgedragen binnen of buiten het grondgebied van de Unie.

Art. 33.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage V, luidend als volgt: "BIJLAGE V: Minimumvoorschriften voor de overbrenging 1° Documenten Om het onderscheid te maken tussen EEA en AEEA, in gevallen waarin de houder van het voorwerp beweert dat hij gebruikte EEA overbrengt of voornemens is over te brengen die géén AEEA is, verlangt het Gewest van de houder dat hij beschikt over de volgende bewijzen van de juistheid van deze bewering: a) een kopie van de factuur en het contract met betrekking tot de verkoop of de eigendomsoverdracht van de EEA, waarin wordt verklaard dat de apparatuur bestemd is voor onmiddellijk hergebruik en helemaal functioneel is; een bewijs van beoordeling of test, (keuringsbewijs), voor elk stuk dat deel uitmaakt van de zending, alsmede een protocol dat alle in punt 2 gespecificeerde etiketinformatie bevat; c) een verklaring van de houder die het vervoer van de EEA organiseert, dat de zending geen materiaal of apparatuur omvat die een afvalstof is in de zin van artikel 2, 1° van het decreet;d) passende bescherming tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen, met name door voldoende verpakking en passende stapeling van de lading. Het bepaalde in punt 1, onder a) en b), en punt 2 is niet van toepassing wanneer dit wordt gedocumenteerd door afdoende bewijs dat de overbrenging plaatsvindt in het kader van een overdrachtovereenkomst tussen ondernemingen en dat, hetzij : a) de EEA wordt teruggestuurd naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt als defect voor reparatie onder garantie met het oog op hergebruik;b) de gebruikte EEA voor professioneel gebruik wordt verzonden naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt of naar faciliteiten van een derde in landen waar Besluit C(2001)107/def.van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(92)39/def. betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing van toepassing is, met als doel om te worden opgeknapt of gerepareerd, krachtens een geldig contract, met het oog op hergebruik; c) de defecte gebruikte EEA voor professioneel gebruik, zoals medische hulpmiddelen of onderdelen daarvan naar de producent of naar een derde die in diens naam handelt wordt verzonden, voor analyse van de onderliggende oorzaak, krachtens een geldig contract, wanneer zo'n analyse alleen kan worden uitgevoerd door de producent of derden die in zijn naam handelen.2° De uitvoering van de testen Als bewijs dat de overgebrachte producten gebruikte EEA vormen en geen AEEA, worden met betrekking tot gebruikte EEA de volgende test- en documentatiestappen doorlopen: a) Stap 1 : de uitvoering van de testen a) Er wordt gekeken of het apparaat functioneert en of het gevaarlijke stoffen bevat.Welke tests worden uitgevoerd, hangt af van de aard van de EEA. Voor de meeste gebruikte EEA volstaat een functionaliteitstest van de belangrijkste functies. b) de uitkomsten van de beoordeling en het testen worden geregistreerd.b) Stap 2 : etiket : a) het etiket wordt stevig, maar niet onlosmakelijk bevestigd hetzij op de onverpakte EEA zelf, hetzij op de verpakking, op zodanige wijze dat het kan worden gelezen zonder dat de apparatuur moet worden uitgepakt;b) het etiket bevat de volgende informatie: (1) benaming, benaming van het apparaat indien opgesomd in, al naar het geval, bijlage II of bijlage IV, en categorie opgenomen in, al naar het geval, bijlage I of bijlage III;(2) identificatienummer van het apparaat, in voorkomend geval;(3) productiejaar (indien bekend);(4) naam en adres van het bedrijf dat heeft gecontroleerd of het apparaat goed functioneert;(5) resultaten van de tests als omschreven in stap 1, met inbegrip van de datum van de test van de functionele capaciteit;(6) aard van de uitgevoerde tests.3° Andere documenten. Naast de in de punten 1 en 2 vermelde documenten dient elke lading gebruikte EEA vergezeld te gaan van : a) een relevant vervoersdocument, bijvoorbeeld de CMR-vrachtbrief of de geleidebrief;b) een verklaring door de aansprakelijke persoon met betrekking tot zijn verantwoordelijkheid. Bij ontbreken van bewijs dat een voorwerp gebruikte EEA is en niet AEEA volgens de overeenkomstig deze bijlage vereiste documenten en bij ontbreken van passende bescherming tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen, met name door voldoende verpakking en passende stapeling van de lading, waarvoor de houder die het vervoer organiseert verantwoordelijk is, wordt het betrokken apparaat als AEEA beschouwd en moet men ervan uit te gaan dat de lading het voorwerp is van illegale overbrenging. In deze omstandigheden wordt met de lading omgegaan overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

Art. 34.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), worden de woorden "Richtlijn 2002/96/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 27 januari 2003 betreffende" vervangen door de woorden "Richtlijnen 2002/96/CE en 2012/19/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 27 januari 2003 en 4 juli 2012 betreffende".

Art. 35.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 1°, wordt het woord "en" opgeheven na het woord "apparatuur,";b) het artikel wordt aangevuld met een punt 3°, luidend als volgt : "3° ondoorlatende ondergrond en waterdichte afdekking van geschikte terreinen met opvangvoorzieningen voor lekolie en indien nodig bezinktanks en olie- en vuilafscheiders.».

Art. 36.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de punten 7°, 8°, 9° en 10°, luidend als volgt : "7° weegapparatuur om het gewicht van de verwerkte afvalstoffen te bepalen; 8° ondoorlatende ondergrond en waterdichte afdekking van geschikte terreinen met opvangvoorzieningen voor lekolie en indien nodig bezinktanks en olie- en vuilafscheiders;9° een geschikte opslag voor gedemonteerde onderdelen; 10° installaties voor de behandeling van water, overeenkomstig de gezondheids- en milieuvoorschriften.".

Art. 37.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt o), luidend als volgt : "o) onderdelen die radioactieve stoffen bevatten, met uitzondering van onderdelen beneden de vrijstellingsdrempels, die vastgesteld zijn in artikel 3 van en bijlage I bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren.". HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 38.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 maart 2017.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

^