Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 09 december 2010
gepubliceerd op 29 december 2010

Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering in de sector hop

bron
waalse overheidsdienst
numac
2010206563
pub.
29/12/2010
prom.
09/12/2010
ELI
eli/besluit/2010/12/09/2010206563/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering in de sector hop


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1850/2006 van de Commissie van 14 december 2006 betreffende de wijze van certificering van hop en hopproducten;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening);

Gelet op Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het programmadecreet van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type programmadecreet prom. 18/12/2003 pub. 06/02/2004 numac 2004200252 bron ministerie van het waalse gewest Programmadecreet houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken sluiten houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 45, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2001 pub. 15/03/2002 numac 2002016021 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de certificering in de sector hop sluiten betreffende de certificering in de sector hop;

Gelet op het overleg tussen de Gewestelijke Regeringen en de federale overheid van 17 juni 2010, en goedgekeurd op 5 juli 2010;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 juni 2010;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 juli 2010;

Gelet op het advies van het "Fonds budgétaire de la qualité des produits animaux et végétaux" (Begrotingsfonds voor de kwaliteit van dierlijke en plantaardige producten), gegeven op 2 juli 2010;

Gelet op het advies 48.667/2/V van de Raad van State, gegeven op 8 september 2010, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1273;

Op de voordracht van de Minister van Openbare werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° bevoegde overheid : de Directie Kwaliteit van het Departement Ontwikkeling van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;2° hop : de producten bedoeld in deel VI van bijlage I bij Verordening (EG) nr.1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) en bepaald in deel III van bijlage III van deze Verordening; 3° hopproducten : producten bereid op basis van hop die in de Gemeenschap wordt verzameld of die uit derde landen wordt ingevoerd, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr.1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen; 4° verantwoordelijke : de eigenaar, de huurder, de gebruiker, publiek of privaatrechtelijke persoon, die, in welke hoedanigheid ook, een recht uitoefent op cultuurgronden, braakliggende gronden, bossen of wouden, of elk ander terrein daarin begrepen de gronden van nijverheidsinstellingen, gebouwen, opslagplaatsen en vervoermiddelen;5° de aanvrager : de hopproducent of de uitbater van het certificeringspakhuis of van de certificeringshal die afhangen van de plaats waar de certificering wordt uitgevoerd;6° Verordening (EG) nr.1850/2006 : Verordening (EG) nr. 6° van de Commissie van 14 december 2006 betreffende de wijze van certificering van hop en hopproducten; 7° Fonds : het "Fonds budgétaire de la qualité des produits animaux et végétaux" bedoeld in de artikelen 43 tot 48 van het programmadecreet van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type programmadecreet prom. 18/12/2003 pub. 06/02/2004 numac 2004200252 bron ministerie van het waalse gewest Programmadecreet houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken sluiten houdende verschillende maatregelen inzake gewestelijke fiscaliteit, thesaurie en schuld, organisatie van de energiemarkten, leefmilieu, landbouw, plaatselijke en ondergeschikte besturen, erfgoed, huisvesting en ambtenarenzaken.

Art. 2.Vanaf de oogst 2010 wordt de bevoegde overheid belast met de certificering van hop en hopproducten in uitvoering van artikel 117 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) en met de controle van de gelijkwaardigheid van de verklaringen waarvan hop en uit hop vervaardigde producten die worden ingevoerd uit derde landen vergezeld gaan, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1295/2008 van de Commissie van 18 december 2008 betreffende de invoer van hop uit derde landen.

Art. 3.Om erkend te worden, moet een certificeringspakhuis of een certificeringshal, ter aanvulling van de bepalingen van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1850/2006, beschikken over aangepaste uitrusting om partijen hop te bemonsteren, te ramen en uit te persen.

Onder aangepaste uitrusting wordt verstaan : a) een geijkt weegtoestel voor het afwegen van de balen;b) een inrichting om balen te persen;c) een vochtigheidsmeter die voldoet aan de eisen van bijlage II.B.2. van Verordening (EG) nr. 1850/2006.

Een certificeringspakhuis of een certificeringshal die zelf de monsters raamt, moet beschikken over daartoe aangepaste uitrusting.

Namelijk een weegschaal met een aanwijsnauwkeurigheid van minstens 0,1 g en maaszeven met mazen van 10 mm, 3 mm en 0,8 mm.

Krachtens artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1850/2006 levert de bevoegde overheid een erkenning af aan de certificeringspakhuizen of certificeringshallen.

Art. 4.§ 1. Indien het uitpersen binnen het certificeringspakhuis of de certificeringshal gebeurt, houdt de uitbater een register van alle partijen, gecertificeerd als niet-gecertificeerd, die worden uitgeperst en van de resultaten van de analyses betreffende andere minimale eisen dan het vochtgehalte, van bijlage I van Verordening (EG) nr. 1850/2006.

Een geijkt weegtoestel wordt gebruikt voor het afwegen van de balen. § 2. Indien het uitpersen bij de hopproducent gebeurt, houdt hij een register van alle partijen, zowel gecertificeerd als niet-gecertificeerd, die worden uitgeperst en van de resultaten van de analyses betreffende andere minimale eisen dan het vochtgehalte, van bijlage I van Verordening (EG) nr. 1850/2006.

Een geijkt weegtoestel wordt gebruikt voor het afwegen van de balen.

Art. 5.Met het oog op de uitvoering van de certificering, brengt de aanvrager de bevoegde overheid minstens 48 uur vóór de certificering ervan op de hoogte. De bevoegde overheid begeeft zich ter plaatse en controleert het naleven van de voorwaarden van Verordening nr. 1850/2006. Ze brengt de aanvrager op de hoogte van de goedkeuring of de afkeuring van de partij.

Art. 6.Indien de partij aan de certificeringscriteria beantwoordt, dan overhandigt de bevoegde overheid een certificaat aan de aanvrager, overeenkomstig de bepalingen van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1850/2006.

Art. 7.Indien een partij door de bevoegde overheid wordt afgekeurd, dan beschikt de aanvrager over zeven dagen om bij de Inspecteur-generaal van de bevoegde overheid een bezwaarschrift in te dienen. Na ontvangst van een bezwaarschrift, voert laatstgenoemde een bijkomend onderzoek uit. Dit onderzoek gebeurt op kosten van de aanvrager, tenzij de einduitkomst van de certificering door dit onderzoek in zijn voordeel wordt veranderd.

Art. 8.Binnen een straal van vijf kilometer rond elk hopveld of hopvermeerderingsveld moet ieder verantwoordelijke die de aanwezigheid van wilde hop vaststelt, deze plant vóór 1 juni van elk jaar verdelgen.

Art. 9.De hopproducent moet elk jaar vóór 1 juli de mannelijke hopplanten in zijn hopvelden verdelgen.

Art. 10.§ 1. De certificering wordt onderworpen aan de betaling van een vergoeding aan het Fonds ter dekking van de kosten in verband met de controle ter plaatse van de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1850/2006. Deze vergoeding, ten laste van de aanvrager, bedraagt 25 euro per halve dag prestatie (4 uur of minder) en 37 euro per dagprestatie (tussen 4 en 8 uur). § 2. Het in § 1 bepaald bedrag van de vergoeding wordt verhoogd per indexsprong van 5 % op 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan het indexcijfer van de consumptieprijzen toeneemt met een veelvoud van 5 t.o.v. de basisindex. De basisindex is het indexcijfer van de consumptieprijzen in juli 2009. § 3. De overeenkomstig dit artikel gefactureerde bedragen zijn verschuldigd binnen dertig dagen na verzending van de factuur per gewone post, behalve als een andere termijn op de factuur vermeld wordt. Als de factuur niet betaald is op de vervaldatum, wordt een eerste herinneringsbrief per gewone post toegestuurd. Als het bedrag niet betaald is binnen dertig dagen na de eerste herinnering, wordt een tweede herinneringsbrief met aanmaning toegestuurd bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat de verzending bevestigt. De verzending van een tweede herinneringsbrief heeft automatisch een verhoging van 50 euro van het aanvankelijk verschuldigde bedrag tot gevolg om de administratieve beheerskosten te dekken.

Art. 11.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit alsook van Verordening (EG) nr. 1850/2006 worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. De bepalingen van het koninklijk besluit van 15 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/05/2001 pub. 26/07/2001 numac 2001016193 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld bij artikel 8 van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten sluiten betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld bij artikel 8 van genoemde wet, zijn ook van toepassing. Voor de toepassing van dit besluit is de aangewezen bevoegde ambtenaar de directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu en, bij verhindering, zijn plaatsvervanger.

Art. 12.Het koninklijk besluit van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2001 pub. 15/03/2002 numac 2002016021 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de certificering in de sector hop sluiten betreffende de certificering in de sector hop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, wordt opgeheven.

Art. 13.De op basis van het koninklijk besluit van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2001 pub. 15/03/2002 numac 2002016021 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de certificering in de sector hop sluiten betreffende de certificering in de sector hop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, erkende certificeringspakhuizen of certificeringshallen, blijven hun erkenning gedurende de overblijvende geldigheidsduur ervan behouden.

Art. 14.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 december 2010.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN

^