gepubliceerd op 21 november 2012
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging
8 NOVEMBER 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging
De Waalse Regering, Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging;
Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie, Deel één, Boek één, inzonderheid op de artikelen L1141-11 en L1141-12;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest) van 24 januari 2012;
Gelet op advies nr. 51.443/4 van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Verdeling van de deelnemers aan de volksraadpleging en kiesbureaus
Artikel 1.De verdeling van de deelnemers aan de volksraadpleging over de stemafdelingen geschiedt overeenkomstig artikel L4123-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie, hierna het "Wetboek" genoemd.
Art. 2.Het gemeentecollege benoemt uit de deelnemers aan de gemeentelijke volksraadpleging een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter van het gemeentelijk bureau.
De voorzitters van de stem- en stemopnemingsbureaus worden door de voorzitter van het gemeentelijk bureau uit de deelnemers aan de gemeentelijke volksraadpleging benoemd.
De artikelen L4125-3 tot L4125-5, L4125-9 tot L4125-15 en L4135-1 van het Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing op de gemeentelijke volksraadpleging.
Art. 3.Uiterlijk vijftien dagen vóór de raadpleging zendt het gemeentecollege een oproepingsbrief aan elke deelnemer aan de volksraadpleging op de plaats waar deze is ingeschreven in het bevolkingsregister.
Kan een oproepingsbrief niet aan de deelnemer aan de volksraadpleging worden bezorgd, dan wordt hij op het gemeentesecretariaat neergelegd, waar de deelnemer aan de volksraadpleging hem kan afhalen tot op de dag van de stemming, 's middags.
De oproepingsbrief vermeldt de dag waarop en het lokaal waar de deelnemer aan de volksraadpleging kan deelnemen aan de raadpleging, alsook de uren van opening en sluiting van de stemming.
Bovendien wordt het bericht van oproeping ten minste twintig dagen vóór de raadpleging in de gemeente ter kennis gebracht door aanplakking. HOOFDSTUK II. - De stembiljetten
Art. 4.Het gemeentecollege maakt het stembiljet op met inachtneming van de volgende voorschriften.
Het stembiljet vermeldt de vraag of vragen.
Achter de vraag of vragen staan telkens de woorden "ja" en "neen".
De woorden "ja" en "neen" worden telkens gevolgd door een stemvak.
De stemvakken zijn zwart, met in het midden een stipje van dezelfde kleur als het papier. Het stempapier is wit van kleur.
In ieder geval moeten de stembiljetten volkomen gelijk zijn.
Art. 5.Artikel L4142-41 van het Wetboek is van overeenkomstige toepassing op de gemeentelijke volksraadpleging. HOOFDSTUK III - Inrichting van de stemlokalen en stemming
Art. 6.Het stemlokaal en de stemhokjes worden ingericht volgens model III, dat bij het Kieswetboek gevoegd is.
Er is ten minste één stemhokje per tweehonderd kiezers.
Art. 7.De voorschriften met betrekking tot de handhaving van de orde vervat in de artikelen L4143-8 tot L4143-16 en de bepalingen van de artikelen L4143-21, § 3, L4143-27 en L4143-28 van het Wetboek, zijn van toepassing op de gemeentelijke volksraadpleging. HOOFDSTUK IV. - Stemopneming
Art. 8.Na het afsluiten van de stemming deelt elke voorzitter van het stembureau onverwijld aan de voorzitter van het gemeentelijk bureau mee hoeveel personen aan de gemeentelijke volksraadpleging hebben deelgenomen.
Wanneer de voorzitter van het gemeentelijk bureau vaststelt dat de in artikel L1141-5, § 6, van het Wetboek bedoelde deelnemingsdrempel is bereikt, gelast hij onmiddellijk de stemopneming.
Art. 9.In gemeenten waar het kiescollege niet meer dan drie stemafdelingen omvat, doet het gemeentelijk bureau de stemopneming voor de verschillende afdelingen.
Art. 10.In gemeenten waar meer dan drie stemafdelingen zijn wordt per 5 000 deelnemers aan de volksraadpleging een stemopnemingsbureau ingericht.
Elk stemopnemingsbureau bestaat uit een voorzitter, een secretaris, vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters.
De voorzitter en de bijzitters worden uit de deelnemers aan de gemeentelijke volksraadpleging aangewezen door de voorzitter van het gemeentelijk bureau.
Art. 11.Vooraleer de stemopnemingsbureaus overgaan tot het opnemen van de stemmen worden alle stembiljetten van alle stembureaus dooreengemengd.
Art. 12.De voorzitter en de leden van het stemopnemingsbureau vouwen de stembiljetten open en delen ze in de volgende categorieën in : 1° Stembiljetten met geldige stemmen;2° twijfelachtige stembiljetten;3° blanco stembiljetten of ongeldige stembiljetten. Wanneer deze indeling van de stembiljetten beëindigd is, worden deze zonder verandering van de indeling onderzocht door de leden van het bureau, die hun opmerkingen en bezwaren aan het bureau voorleggen.
De bezwaren en de beslissing van het bureau worden in het proces-verbaal opgenomen.
De twijfelachtige stembiljetten en die waartegen bezwaar is ingebracht, worden volgens de beslissing van het bureau gevoegd bij de categorie waartoe zij behoren.
De stembiljetten van elke categorie worden achtereenvolgens door de leden van het bureau geteld.
Alle stembiljetten, ingedeeld zoals hierboven is bepaald, worden in afzonderlijke omslagen gesloten.
Het bureau stelt vervolgens het gezamenlijk aantal geldige stembiljetten vast, het aantal blanco of ongeldige stembiljetten en voor elke vraag het aantal ja en neen stemmen.
Al die getallen worden in het proces-verbaal vermeld.
Art. 13.Ongeldig zijn : 1° alle andere stembiljetten dan die krachtens dit besluit mogen worden gebruikt;2° de stembiljetten waarop de vraag of vragen tegelijk met ja en neen werden beantwoord;3° de stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of die de kiezer herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een niet geoorloofd merk.
Art. 14.Het proces-verbaal van de verrichtingen wordt staande de vergadering opgemaakt en door de leden van het bureau ondertekend.
Art. 15.De voorzitter van het stembureau overhandigt onverwijld het proces-verbaal aan de voorzitter van het gemeentelijk bureau. De voorzitter van het gemeentelijk bureau zorgt voor de bewaring van alle processen-verbaal.
Art. 16.De voorzitter van het hoofdbureau deelt de uitslag van de raadpleging mee aan het gemeentecollege en aan de gouverneur van de provincie.
Het gemeentecollege doet het nodige voor de aanplakking van de resultaten aan het gemeentehuis, terwijl de gouverneur zorgt voor de publicatie in het Provinciaal Bulletin. HOOFDSTUK V. - Volmachtformulier
Art. 17.Het volmachtformulier dat moet worden gebruikt voor de volksraadpleging stemt overeen met het model dat voorkomt in bijlage 1 bij dit besluit.
De tekst van artikel L4132-1 en van artikel L4143-20, § 6, van het Wetboek wordt afgedrukt op de keerzijde van het volmachtformulier met dien verstande dat de woorden "kiezer", "de kiezer" en "kiezers" telkens vervangen worden door respectievelijk de woorden "deelnemer aan de volksraadpleging", "de deelnemer aan de volksraadpleging" en "deelnemers aan de volksraadpleging" en dat de woorden "de verkiezingen waarvoor" telkens vervangen worden door respectievelijk de woorden "de volksraadpleging waarvoor".
Art. 18.In het geval waarin artikel L4132-1, § 1, 7°, van het Wetboek voorziet, stemt het getuigschrift uitgereikt door de burgemeester overeen met het model dat voorkomt in bijlage 2 bij dit besluit.
Art. 19.Het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging wordt opgeheven.
Art. 20.De Minister van Plaatselijke Besturen en de Stad is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 8 november 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN
BIJLAGE 1 Gemeente ......
GEMEENTELIJKE VOLKSRAADPLEGING VAN .......
VOLMACHT OM TE STEMMEN Bijlage : een certificaat Eventueel een akte van bekendheid Ik, ondergetekende, ...................................................................... (naam en voornamen) Geboren op ...... verblijvende te .............................. straat .......................................... nr. ..... bus .......
Identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen : ....
Ingeschreven als deelnemer aan de volksraadpleging in de gemeente ....................
Geef volmacht aan .................................................................. (naam en voornamen) Geboren op ........................................................................................
Verblijvende te ......................... straat ............................ nr. ... bus ...... om in mijn naam en opdracht mijn stem uit te brengen voor de volksraadpleging van .....
Om volgende reden (1) : o Ik ben wegens ziekte of gebrekkigheid van mezelf, een bloed- of aanverwant of een samenwonende niet in staat is om me naar het stembureau te begeven of er naartoe gevoerd te worden. Hierbij een doktersattest. o Ik ben om beroeps- of dienstredenen : a) in het buitenland opgehouden, alsook de deelnemers, leden van mijn gezin of van mijn gevolg, die met mij aldaar verblijven;b) ik bevind me de dag van de volksraadpleging in het Rijk, maar verkeer in de onmogelijkheid me in het stemcentrum te melden. Ik voeg hierbij een certificaat van de militaire of burgerlijke overheid of van de werkgever van wie ik afhang. o Ik ben een zelfstandige en mijn onder a) en b) bedoelde onmogelijkheid blijkt uit een verklaring op erewoord die ik vooraf doe bij het gemeentebestuur; o Ik oefen het beroep van schipper, marktkramer of kermisreiziger uit (ook de leden van zijn gezin die met mij samenwonen mogen een volmacht geven). Ik voeg hierbij een certificaat van de burgemeester van de gemeente waar ik in het bevolkingsregister sta ingeschreven. o Ik verkeer de dag van de volksraadpleging ten gevolge van een rechterlijke maatregel in een toestand van vrijheidsbeneming. Deze toestand wordt bevestigd door de directie van de inrichting waar de betrokkene zich bevindt. o Wegens mijn geloofsovertuiging verkeer ik in de onmogelijkheid me in het stemcentrum te melden. Hierbij voeg ik een attest van de religieuze overheid. o Ik ben student en om studieredenen verkeer ik in de onmogelijkheid om me in het stemcentrum te melden. Hierbij voeg ik een attest van de door mij bezochte instelling. o Ik ben om andere dan de hiervoor genoemde redenen, de dag van de stemming niet in mijn woonplaats wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, en verkeer bijgevolg in de onmogelijkheid me in het stembureau te melden. Hierbij voeg ik een attest van de reisorganisator of een attest van de burgemeester van mijn woonplaats.
Gedaan te ................................... op ... 20 ...
De volmachtgever (volmachtgeefster), De volmachthouder (volmachthoudster), (handtekening) (handtekening) (2) Ik ondergetekende, burgemeester van de gemeente ...................... bevestig bij deze dat zowel volmachthouder als -gever als voornoemd allebei hier ingeschreven zijn in het bevolkingsregister en dat de heer/Mevr. .... (naam volmachthouder) ........................ is (bloed- of aanverwantschapsband opgeven) van de heer/Mevr. .................. (naam volmachtgever).
Zegel van de gemeente (handtekening burgemeester) (1) het gepaste vak aankruisen.(2) Deze rubriek laten invullen door de burgemeester van de gemeente waar zowel volmachthouder als -gever in het bevolkingsregister ingeschreven staan. Opmerking : rubriek (2) niet laten invullen wanneer de volmachtgever in de onmogelijkheid verkeert zich in het stembureau aan te melden wegens zijn geloofsovertuiging en zelf in staat is daartoe een attest voor te leggen van de religieuze overheid waaronder die persoon valt.
Uittreksel van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en Decentralisatie aangepast aan de volksraadpleging (1) Art. L4132-1, § 1. De volgende deelnemers kunnen een andere deelnemer aan de volksraadpleging machtigen om in hun naam en opdracht te stemmen : 1° de deelnemer aan de volksraadpleging die wegens ziekte of gebrekkigheid van zichzelf, een bloed- of aanverwant of een samenwonende niet in staat is om zich naar het stemcentrum te begeven of er naartoe gevoerd te worden.Deze onbekwaamheid moet blijken uit een medisch attest. 2° de deelnemer aan de volksraadpleging die om beroeps- of dienstredenen : a) in het buitenland is opgehouden, alsook de kiezers, leden van zijn gezin of van zijn gevolg, die met hem aldaar verblijven;b) zich de dag van de stemming in het rijk bevindt, maar in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. Van de onder a) en b) bedoelde onmogelijkheid moet blijken door een attest van de militaire of burgerlijke overheid of van de werkgever onder wie de betrokkene ressorteert.
Als de betrokkene een zelfstandige is, moet van de onder a) en b) bedoelde onmogelijkheid blijken door een verklaring op erewoord die vooraf wordt gedaan bij het gemeentebestuur; 3° de deelnemer aan de volksraadpleging, die het beroep van schipper, marktkramer of kermisreiziger uitoefent en de leden van zijn gezin die met hem samenwonen. Van de uitoefening van het beroep moet blijken door een attest van de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene in het bevolkingsregister is ingeschreven. 4° de deelnemer aan de volksraadpleging die de dag van de stemming ten gevolge van een rechterlijke maatregel in een toestand van vrijheidsbeneming verkeert. Deze toestand wordt bevestigd door de directie van de inrichting waar de betrokkene zich bevindt. 5° de deelnemer aan de volksraadpleging die om redenen in verband met zijn geloofsovertuiging in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. Deze onmogelijkheid moet blijken uit een attest dat is afgegeven door de religieuze overheid. 6° de student die zich, om studieredenen, in de onmogelijkheid bevindt zich in het stemcentrum te melden, op voorwaarde dat hij een attest overlegt van de directie van de instelling waar hij studeert;7° de deelnemer aan de volksraadpleging die om andere dan de hiervoor genoemde redenen, de dag van de stemming niet in zijn woonplaats is wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, en die bijgevolg in de onmogelijkheid verkeert zich in het stembureau te melden. Het verblijf in het buitenland om dergelijke reden kan aangetoond worden aan de hand van een attest van de reisorganisator.
In dat document wordt de naam van de kiezer vermeld die een andere kiezer wenst te machtigen om in zijn naam te stemmen.
Als de kiezer niet in staat is om zich een dergelijk document te laten verstrekken, kan de onmogelijkheid waarin hij verkeert om zich in het stembureau te melden de dag van de stemming, blijken uit een attest afgegeven door de burgemeester van de gemeente van zijn woonplaats na overlegging van andere verantwoordingsstukken of een geschreven verklaring op erewoord. De Regering bepaalt het model van het door de burgemeester af te geven attest.
De aanvraag moet uiterlijk de vijftiende dag vóór die van de volksraadpleging worden ingediend bij de burgemeester van de gemeente van de woonplaats. § 2. Als gemachtigde kan elke deelnemer aan de volksraadpleging aangewezen worden.
Indien de volmachtgever en de volmachthouder in het bevolkingsregister van dezelfde gemeente ingeschreven zijn, bevestigt de burgemeester van die gemeente het familieverband op het volmachtformulier.
Indien ze niet in dezelfde gemeente ingeschreven zijn, wordt het familieverband door de burgemeester van de gemeente waar de volmachthouder ingeschreven is bevestigd op vertoon van een akte van bekendheid.
De akte van bekendheid wordt bij het volmachtformulier gevoegd.
Iedere volmachthouder mag slechts over één volmacht beschikken.
In afwijking van vorige leden wordt de volmachthouder vrij door de volmachtgever aangewezen voor wat betreft de kiezer die wegens zijn religieuze overtuiging in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. § 3. De volmacht wordt gesteld op een formulier waarvan het model door de Regering wordt bepaald; het wordt kosteloos afgegeven op de gemeentesecretarie.
De volmacht vermeldt de volksraadpleging waarvoor ze geldig is, de naam, de voornamen, de geboortedatum en het adres van de volmachtgever en van de volmachthouder, en het identificatienummer van de volmachtgever in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het volmachtformulier wordt door de volmachtgever en de volmachthouder ondertekend.
Art. L4143-20, § 6. Teneinde tot de stemming te worden toegelaten, overhandigt de volmachthouder aan de voorzitter van het stembureau waar de volmachtgever had moeten stemmen, de volmacht en één van de in artikel L4143-20, § 1 vermelde attesten en vertoont hij hem zijn identiteitskaart en zijn oproepingsbrief waarop de voorzitter vermeldt : "heeft bij volmacht gestemd".
De volmachten worden bij de in artikel L4143-25, eerste lid, 2° van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie bedoelde staat gevoegd. _______ Nota (1) Overeenkomstig artikel § L1141-5, § 7, van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie gelden de artikelen L4132-1 en L4143-20, § 6, van het Wetboek voor de Gemeentelijke Volksraadpleging, met dien verstande dat de woorden "kiezer" en "kiezers" telkens vervangen worden door de woorden "deelnemer aan de volksraadpleging" en "deelnemers aan de volksraadpleging" en dat de woorden "de verkiezing" en "de verkiezingen waarvoor" telkens respectievelijk vervangen worden door de woorden "de volksraadpleging" en de woorden "de volksraadpleging waarvoor". Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging.
Namen, 8 november 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN
BIJLAGE 2 Gemeente ......
GEMEENTELIJKE VOLKSRAADPLEGING VAN .......
Certificaat dat de stemming bij volmacht bij verblijf in het buitenland om andere dan beroepsredenen toelaat.
Ik, ondergetekende, ....................................................., burgemeester van de gemeente...................................................., bevestig bij deze, na kennis te hebben genomen van de verantwoordingsstukken die mij werden voorgelegd dat de heer/Mevr. .................................. (namen en voornamen) (1), verblijvende te ................................. straat ................................................... nr. ..... bus .......
Identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke personen : ..... ingeschreven als deelnemer aan de volksraadpleging, in de onmogelijkheid verkeert zich op het stembureau aan te dienen wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, namelijk : ..... (2), dat niet toe te schrijven is aan beroeps- of dienstredenen.
Betrokkene, die zijn/haar aanvraag indiende voor ..... (3), vervult bijgevolg de voorwaarden van artikel L 4132-1, § 1, 7°, van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie om een andere deelnemer aan de volksraadpleging te machtigen om in diens naam te gaan stemmen (4).
Opgemaakt te .............. op ..... 20 ...
Zegel van de gemeente (handtekening burgemeester) (1) De naam en de voornamen worden voorafgegaan door de vermelding/Mevr.of de heer. (2) de naam van het land vermelden.(3) De datum van de dag voor de dag van de volksraadpleging vermelden.(4) Zie op de keerzijde (uittreksel van artikel L4132-1 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie dat van toepassing is op de volksraadpleging overeenkomstig artikel L1141-5, § 7, van hetzelfde Wetboek). Uittreksel van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en Decentralisatie aangepast aan de volksraadpleging (1) Art. L4132-1 § 1. De volgende deelnemer kan een andere deelnemer aan de volksraadpleging machtigen om in zijn naam en opdracht te stemmen : (...) (...) 7° de deelnemer aan de volksraadpleging die, om andere dan de hiervoor genoemde redenen, de dag van de stemming niet in zijn woonplaats is wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland, en zich bijgevolg in de onmogelijkheid bevindt zich in het stembureau te melden.
Het verblijf in het buitenland om dergelijke reden kan aangetoond worden aan de hand van een attest van de reisorganisator.
In dat document wordt de naam van de kiezer vermeld die een andere kiezer wenst te machtigen om in zijn naam te stemmen.
Als de kiezer niet in staat is om zich een dergelijk document te laten verstrekken, kan de onmogelijkheid waarin hij verkeert om zich in het stembureau te melden de dag van de stemming, blijken uit een attest afgegeven door de burgemeester van de gemeente van zijn woonplaats na overlegging van andere verantwoordingsstukken of een geschreven verklaring op erewoord. De Regering bepaalt het model van het door de burgemeester af te geven attest.
De aanvraag moet uiterlijk de vijftiende dag vóór die van de volksraadpleging worden ingediend bij de burgemeester van de gemeente van de woonplaats. § 2. Als gemachtigde kan elke deelnemer aan de volksraadpleging aangewezen worden.
Indien de volmachtgever en de volmachthouder in het bevolkingsregister van dezelfde gemeente ingeschreven zijn, bevestigt de burgemeester van die gemeente het familieverband op het volmachtformulier.
Indien ze niet in dezelfde gemeente ingeschreven zijn, wordt het familieverband door de burgemeester van de gemeente waar de volmachthouder ingeschreven is bevestigd op vertoon van een akte van bekendheid.
De akte van bekendheid wordt bij het volmachtformulier gevoegd.
Iedere volmachthouder mag slechts over één volmacht beschikken.
In afwijking van vorige leden wordt de volmachthouder vrij door de volmachtgever aangewezen voor wat betreft de kiezer die wegens zijn religieuze overtuiging in de onmogelijkheid verkeert zich in het stemcentrum te melden. § 3. De volmacht wordt gesteld op een formulier waarvan het model door de Regering wordt bepaald; het wordt kosteloos afgegeven op de gemeentesecretarie.
De volmacht vermeldt de volksraadpleging waarvoor ze geldig is, de naam, de voornamen, de geboortedatum en het adres van de volmachtgever en van de volmachthouder, en het identificatienummer van de volmachtgever in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het volmachtformulier wordt door de volmachtgever en de volmachthouder ondertekend.
Art. L4143-20, § 6. Teneinde tot de stemming te worden toegelaten, overhandigt de volmachthouder aan de voorzitter van het stembureau waar de volmachtgever had moeten stemmen, de volmacht en één van de in artikel L4143-20, § 1, vermelde attesten en vertoont hij hem zijn identiteitskaart en zijn oproepingsbrief waarop de voorzitter vermeldt : "heeft bij volmacht gestemd".
De volmachten worden bij de in artikel L4143-25, eerste lid, 2° van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie bedoelde staat gevoegd. _______ Nota (1) Overeenkomstig artikel L1141-5, § 7, van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie gelden de artikelen L4132-1 en L4143-20, § 6, van het Wetboek voor de Gemeentelijke Volksraadpleging, met dien verstande dat de woorden "kiezer" en "kiezers" telkens vervangen worden door de woorden "deelnemer aan de volksraadpleging" en "deelnemers aan de volksraadpleging" en dat de woorden "de verkiezing" en "de verkiezingen waarvoor" telkens respectievelijk vervangen worden door de woorden "de volksraadpleging" en de woorden "de volksraadpleging waarvoor". Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 tot vaststelling van de nadere procedureregels voor het houden van een gemeentelijke volksraadpleging.
Namen, 8 november 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN