8 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een overlegcomité voor de omgeving van de luchthaven Charleroi-Brussel-Zuid

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 6, X, eerste lid, 7°, 68, 69 en 83, § 1;

Gelet op het decreet van 23 juni 1994 betreffende de oprichting en de uitbating van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 25 april 1991;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 20 juli 2000 betreffende de raamovereenkomst m.b.t. de ontwikkelingsvoorwaarden van de gewestelijke luchthavens en de desbetreffende milieumaatregelen;

Op de voordracht van de Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Er wordt een overlegcomité voor de omgeving van de luchthaven Charleroi-Brussel-Zuid opgericht, hierna het Comité genoemd. Dat comité moet zorgen voor de vlotte integratie van de luchthaven in zijn omgeving, met name in het kader van de uitvoering en de opvolging van de door de Regering aangenomen maatregelen. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van het comité

Art. 2.Het overlegcomité bestaat uit : a) leden : eerste groep : - een vertegenwoordiger van de Minister-President; - een vertegenwoordiger van de Minister die bevoegd is voor de Uitrusting en de Uitbating van Luchthavens; - een vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu; - een vertegenwoordiger van de Minister van Vervoer en Mobiliteit; - een vertegenwoordiger van de vennootschap die instaat voor het beheer van de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid; - een vertegenwoordiger van Belgocontrol; tweede groep : drie vertegenwoordigers van de gebruikers van de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid; derde groep : een vertegenwoordiger van de gemeenteraad van de gemeenten die betrokken zijn bij het plan inzake de blootstelling aan geluidshinder; vierde groep : zes vertegenwoordigers van de omwoners van de luchthaven van Charleroi-Brussel-Zuid; b) waarnemers : 1° een vertegenwoordiger van het Bestuur van de Luchtvaart;2° een vertegenwoordiger van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer;3° een vertegenwoordiger van de "Société régionale wallonne du Transport" (Waalse gewestelijke vervoermaatschappij);4° een vertegenwoordiger van SERINFO-Charleroi. Het comité mag elke persoon uitnodigen die nuttige gegevens kan verstrekken tijdens de beraadslagingen van het comité.

Art. 3.§ 1. De leden en de waarnemers van het comité worden voor vier jaar door de Regering benoemd op de voordracht van de Minister die bevoegd is voor de uitrusting en de uitbating van luchthavens. § 2. De besturen en de organen die zitting hebben in het comité, zullen een dubbeltal overmaken. § 3. De vertegenwoordigers van de omwoners worden op de voordracht van de voor de uitrusting en de uitbating van luchthavens bevoegde Minister door de Regering aangewezen onder de inwoners van de gemeenten die betrokken zijn bij het plan inzake de blootstelling aan geluidshinder, na een oproep tot de kandidaten gedaan door SERINFO d.m.v. affiches of via de pers.

Bij de vertegenwoordiging van de omwoners wordt rekening gehouden met zowel een evenwichtige geografische verdeling als een evenwichtige representativiteit van : - de sociaal-economische categorieën; - de eigenaars en huurders; - de omwoners die al dan niet lid zijn van verenigingen van omwoners.

Per omwonersvereniging of -orgaan mogen maximum twee vertegenwoordigers zitting hebben binnen het overlegcomité.

De Minister die bevoegd is voor de uitrusting en de uitbating van luchthavens, bepaalt de nadere regels voor de kandidaatstellingen van de vertegenwoordigers van de omwoners.

Art. 4.Elk gewoon lid heeft een plaatsvervanger die tegelijkertijd en op dezelfde wijze wordt benoemd.

Het gewoon lid dat een vergadering niet kan bijwonen, verwittigt zelf zijn plaatsvervanger.

De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van een gewoon lid in geval van diens overlijden, ontslag of verlies van de hoedanigheid of de titel waarop zijn benoeming slaat. Een nieuw plaatsvervangend lid wordt benoemd om het lopende mandaat te beëindigen.

Op dezelfde wijze wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd om de plaatsvervanger te vervangen in geval van diens overlijden, ontslag of verlies van de hoedanigheid of de titel waarop zijn benoeming slaat.

Art. 5.De voorzitter wordt aangewezen onder de vertegenwoordigers van de gemeenten die zitting hebben in het comité.

Hij wordt gekozen tijdens de vergadering die belegd wordt voor de oprichting van het comité. HOOFDSTUK III. - Werking van het comité

Art. 6.§ 1. Het comité maakt een huishoudelijk reglement op met het oog op de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk. § 2. Het comité vergadert ten minste twee keer per jaar op initiatief van de voorzitter. § 3. De voorzitter bepaalt de agenda van de vergaderingen en roept het overlegcomité bijeen op verzoek van ten minste één derde van de leden, op verzoek van de Minister die bevoegd is voor de uitrusting en de uitbating van luchthavens, of op eigen initiatief.

Bij de aanvraag moet een agendavoorstel gevoegd worden. § 4. Adviezen worden op geldige wijze uitgebracht bij aanwezigheid van tweederde van de stemgerechtigde leden of van de helft van de leden van elke groep. § 5. De leden van het comité zijn stemgerechtigd. De gezamenlijke stemmen van elke groep worden nochtans gewogen, zodat 25 % van de eindstemmen wordt vertegenwoordigd. § 6. De adviezen van het comité worden uitgebracht met een meerderheid van tweederde van de stemmen na weging.

De door het comité op geldige wijze uitgebrachte adviezen, namelijk de meerderheids- en minderheidsadviezen, worden door het secretariaat aan de bevoegde Minister overgemaakt. § 7. Eén keer per jaar verstrekt het overlegcomité algemene inlichtingen aan de betrokken bevolking. § 8. Het secretariaat van het comité wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van de SERINFO-dienst.

Art. 7.Het mandaat van de leden is onbezoldigd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden de Uitrusting en de Uitbating van Luchthavens behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 8 november 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA