Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 december 2001
gepubliceerd op 28 december 2001

Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een Waarnemingscentrum voor de mobiliteit

bron
waals ministerie van uitrusting en vervoer
numac
2001027758
pub.
28/12/2001
prom.
06/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/06/2001027758/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een Waarnemingscentrum voor de mobiliteit


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 25 mei 1983 tot oprichting van de « Conseil économique et social de la Région wallonne » (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest);

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 november 1998 houdende organisatie van de personeelsformatie van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 betreffende de bijkomende of specifieke taken van het Ministerie van het Waalse Gewest en van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 april 2000 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juli 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 juli 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 12 juli 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen uiterlijk één maand;

Gelet op het protocol nr. 335 van het Sectorcomité nr. XVI van 14 september 2001;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 november 2001, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie en van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Er wordt een waarnemingscentrum voor de mobiliteit opgericht om te komen tot een optimaal gebruik van elk vervoermiddel in het kader van een duurzame ontwikkeling. § 2. Het waarnemingscentrum voor de mobiliteit vervult, zowel voor het personen- als voor het goederenvervoer, o.a. de volgende opdrachten : 1° gegevens inzamelen, onderzoeken en verspreiden inzake de mobiliteit op plaatselijk, gewestelijk, federaal en Europees niveau;2° een geheel van indicatoren uitwerken en bijhouden om de plaatselijke, gewestelijke en federale mobiliteitssystemen te kenmerken en hun prestaties en interacties te evalueren; 3° een diagnose stellen i.v.m. de mobiliteit in het Waalse Gewest; 4° bijdragen tot een beter begrip van het gebruikersgedrag en van de evolutie ervan inzake de mobiliteit;5° de mogelijkheden inzake mobiliteitsprognose verbeteren.

Art. 2.Het waarnemingscentrum voor de mobiliteit bestaat uit drie organen : 1° een coördinatiecomité, belast met de technische en administratieve sturing, hierna « Comité » genoemd;2° een administratieve cel, belast met de uitvoering van het programma, hierna « Cel » genoemd; 3° een oriëntatieraad, m.a.w. een orgaan voor wetenschappelijk en sociaal-economisch advies, hierna « Raad » genoemd.

Art. 3.Het Comité vervult de volgende opdrachten : 1° doorgaans zorgen voor de goede werking van het waarnemingscentrum voor de mobiliteit en aanbevelingen terzake formuleren aan de Minister van Mobiliteit; 2° de Minister van Mobiliteit een ontwerp van meerjarig werkprogramma voorleggen i.v.m. de prioritaire hoofdlijnen van het door de Waalse Regering bepaalde mobiliteitsbeleid; 3° zorgen voor een vlotte uitvoering van het meerjarige werkprogramma en jaarlijks een verslag daarover aan de Regering voorleggen;4° de Minister van Mobiliteit kennis geven van de voorwaarden waaronder inzage wordt verleend in de gegevens van het waarnemingscentrum.

Art. 4.Het Comité bestaat uit : 1° een vertegenwoordiger van het Secretariaat-generaal van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, van het Directoraat-generaal Autosnelwegen en Wegen, het Directoraat-generaal Waterwegen en het Directoraat-generaal Vervoer;2° een vertegenwoordiger van de besturen van het Ministerie van het Waalse Gewest belast met ruimtelijke ordening, gesubsidieerde werken, onderzoek, energie, leefmilieu, economie en tewerkstelling, en uit een vertegenwoordiger van de Dienst Studies en Statistiek;3° een vertegenwoordiger van de « Société régionale wallonne du Transport » (Waalse gewestelijke vervoermaatschappij) en van elke TEC-exploitatiemaatschappij;4° een vertegenwoordiger van de "Office de Promotion des Voies navigables" (Dienst voor de bevordering van de binnenvaart). De leden van het Comité worden op de voordracht van de bevoegde minister door de Regering benoemd voor een verlengbare periode van vijf jaar. Hun eerste mandaat verstrijkt evenwel één jaar na de gewestelijke verkiezingen van 2004.

Desnoods mag het coördinatiecomité er tijdelijk andere personen bijnemen om zijn opdracht te vervullen. Die personen hebben een raadgevende stem.

Het voorzitterschap van het coördinatiecomité wordt waargenomen door de Minister van Mobiliteit en het secretariaat door een vertegenwoordiger van de Cel. De besturen of diensten die in het Comité vertegenwoordigd zijn, werken actief mee aan de inzameling en de opslag van de gegevens die nodig zijn voor de vlotte uitvoering van de werken van het waarnemingscentrum.

Art. 5.De Cel vervult de volgende opdrachten : 1° het door de Waalse Regering goedgekeurde meerjarige werkprogramma uitvoeren, met inbegrip van de coördinatie van de werken die een dienstverstrekker eventueel uitvoert voor het waarnemingscentrum;2° de door de Regering gestelde vragen beantwoorden;3° het secretariaat van het Comité waarnemen. De Cel maakt deel uit van het Secretariaat-generaal van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer.

In afwachting dat een personeelsformatie wordt vastgelegd, ziet de samenstelling van de Cel eruit zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Art. 6.De Raad wordt belast met de volgende opdrachten : 1° advies uitbrengen over het meerjarige werkprogramma en de uitvoering ervan, alsmede over technische, wetenschappelijke of politieke vragen die de Waalse Regering stelt inzake de mobiliteit; 2° aan de Minister van Mobiliteit algemene aanbevelingen formuleren i.v.m. de diagnose van de mobiliteit in het Waalse Gewest.

Art. 7.De Raad bestaat uit drieëntwintig leden die door de Regering worden benoemd voor een verlengbare periode van vier jaar, met name : 1° vijf leden gekozen binnen universitaire of daarmee gelijkgestelde wetenschappelijke instellingen;2° vijf vertegenwoordigers van verenigingen die zich bezighouden met mobiliteit, waaronder een vertegenwoordiger van de Belgische Federatie van de Automobiel- en Tweewielerindustrie;3° vier vertegenwoordigers van de werknemers en vier vertegenwoordigers van de werkgevers, voorgedragen door de « Conseil économique et social de la Région wallonne », waaronder minstens één vertegenwoordiger van de sector van het goederenvervoer;4° een vertegenwoordiger van de « Union des Villes et Communes wallonnes » (Vereniging van de Waalse Steden en Gemeenten);5° een vertegenwoordiger van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;6° een vertegenwoordiger van de « Société régionale wallonne du Transport » (Waalse gewestelijke vervoermaatschappij);7° een vertegenwoordiger van de Dienst Studies en Statistiek van het Ministerie van het Waalse Gewest;8° een vertegenwoordiger van het federale Ministerie van Verkeer. De leden van de Raad kunnen elk ogenblik ontslagen worden door de Regering als ze hun functie niet meer kunnen uitoefenen of als ze de hoedanigheid verliezen waarin ze benoemd werden.

De oriëntatieraad kiest om de twee jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden. Hij maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Waalse Regering.

Het secretariaat wordt waargenomen door de diensten van de « Conseil économique et social de la Région wallonne ».

Art. 8.§ 1. De reiskosten van de leden van de Raad worden vergoed op grond van het aantal kilometers die ze werkelijk afleggen met hun eigen voertuig en ten belope van hetzelfde percentage als voor de personeelsleden van het Waalse Gewest. De treinreiskosten worden terugbetaald op grond van de prijs van een treinkaartje eerste klas.

De parkeerkosten vallen onder de bepalingen die gelden voor de personeelsleden van het Waalse Gewest. § 2. De verblijfkosten van de leden van de Raad worden vergoed overeenkomstig de regelgeving die geldt voor de personeelsleden van het Waalse Gewest.

Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden van de Raad gelijkgesteld met de personeelsleden van rang A3.

Art. 9.De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie en de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 december 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL

Bijlage In afwachting dat een personeelsformatie wordt vastgelegd, wordt de administratieve cel van het waarnemingscentrum voor de mobiliteit overeenkomstig de artikelen 36 en 37 van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest opgericht na oproep tot de kandidaten die bereid zijn ambtshalve gemuteerd of overgeplaatst te worden naar vacante betrekkingen binnen de pool van het Secretariaat-generaal van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer.

De oproep (mutatie of overplaatsing) tot de personeelsleden slaat op de volgende betrekkingen : 1° een coördinator van de cel (rang A5 of A4);2° twee personeelsleden van rang A6;3° twee personeelsleden van niveau B;4° een personeelslid van niveau C. Een mobiliteitsdeskundige wordt voor een verlengbare periode van vier jaar in dienst genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 betreffende de bijkomende of specifieke taken van het Ministerie van het Waalse Gewest en van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2001 tot oprichting van een waarnemingscentrum voor de mobiliteit.

Namen, 6 december 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL

^