gepubliceerd op 13 november 2002
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het bedrag van de toelagen die voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001 toegekend moeten worden aan de ontvangers aangesteld bij de voormalige Dienst der Scheepvaart voor de inning van de scheepvaartrechten
5 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het bedrag van de toelagen die voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001 toegekend moeten worden aan de ontvangers aangesteld bij de voormalige Dienst der Scheepvaart voor de inning van de scheepvaartrechten
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende het reglement betreffende de politie en de scheepvaart op de bevaarbare waterwegen onder beheer van het Rijk;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 november 1957 tot regeling van de toekenning van toelagen en beloningen voor het innen van scheepvaartrechten;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1980 tot regeling van de toekenning van toelagen voor het innen van scheepvaartrechten aan de ambtenaren van de « Office de la Navigation »;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Wat betreft de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001 is de waarde die toegekend wordt aan de termen A en B van de formule bedoeld in artikel 5, § 3, van het koninklijk besluit van 17 juli 1980 : A = 1 687 uur, nl. het jaarlijkse aantal diensturen gepresteerd door de ambtenaren van de bevaarbare waterwegen;
B = het jaarlijkse aantal uren voor de bediening van kunstwerken, opgenomen in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Wat betreft de in artikel 1 bedoelde periode wordt het bedrag van de jaarlijkse vergoeding te betalen aan de ontvangers en dat van de uurvergoeding te betalen aan de plaatsvervangers van de gewone ontvangkantoren als volgt vastgesteld voor elk ontvangkantoor : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 5 september 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL