5 OKTOBER 2023. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning en de financiering van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, artikel 20;

Gelet op het decreet van 15 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2023 pub. 04/10/2023 numac 2023045682 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning en de financiering van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling sluiten betreffende de erkenning en de financiering van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling, de artikelen 1, § § 2, tweede lid, en 3, tweede lid, 6, § § 1 en 3, 8, § 2, eerste lid, 10, derde lid, 11, tweede en vierde lid, en 12, vijfde lid;

Gelet op het rapport van 18 januari 2023 m.b.t. de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op de handistreamingtest overeenkomstig artikel 22ter van de Grondwet en artikel 4 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, gegeven op 18 januari 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 januari 2023;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 2 februari 2023;

Gelet op het advies nr. 1529 van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), gegeven op 6 maart 2023;

Gelet op het advies van de "Union des Villes et Communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten), gegeven op 8 maart 2023;

Gelet op advies 73.875/2/V van de Raad van State, gegeven op 17 juli 2023, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 15 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2023 pub. 04/10/2023 numac 2023045682 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning en de financiering van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling sluiten betreffende de erkenning en de financiering van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling;2° Administratie: de Directie Werk en Werkvergunningen van het Departement Werk en Beroepsopleiding van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;3° Commissie: de Commissie voor erkenning en ondersteuning van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling opgericht bij artikel 12 van het decreet;4° werkdag: elke dag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en feestdagen;5° Minister: de Minister bevoegd voor Economie; HOOFDSTUK 2. - Agentschappen voor stadscentrumontwikkeling

Art. 2.Overeenkomstig artikel 1, § 3, eerste lid, van het decreet kan het erkende agentschap voor stadscentrumontwikkeling projecten ontwikkelen met publieke of private partners van het stadscentrum die betrekking hebben op de volgende aangelegenheden: 1° handel;2° ondernemingen;3° toerisme en erfgoed;4° cultuur; 5°stedelijk milieu; 6° sociale cohesie;7° digitale technologie;8° zachte mobiliteit;9° circulaire economie;10° duurzame ontwikkeling.

Art. 3.De taken van de directeur bedoeld in artikel 6, § 1, van het decreet zijn : 1° de oprichting van een team met verschillende profielen dat overeenstemt met de ontwikkeling van de in artikel 2 vermelde aangelegenheden in functie van de behoeften van het stadscentrum;2° het dagelijks beheer van de vereniging;3° de ontwikkeling van partnerschappen, vertegenwoordiging en public relations;4° de bevordering en de coördinatie van projecten van het strategisch plan. De directeur van het uitvoerend team heeft 1° een diploma van het hoger onderwijs van het lange type en één jaar werkervaring in teambeheer of;2° een diploma van het hoger onderwijs van het korte type en drie jaar werkervaring in teambeheer. HOOFDSTUK 3. - Toekenning en verlenging van de erkenning

Art. 4.§ 1. De Minister erkent een vereniging die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 8 van het decreet. § 2. De erkenningsaanvraag wordt door de vereniging aan de Administratie gericht.

De aanvrager dient de erkenningsaanvraag in uiterlijk op 31 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de verwachte erkenning moet worden toegekend.

In het geval van een aanvraag voor verlenging van een erkenning moet de aanvrager zijn aanvraag voor verlenging indienen uiterlijk op 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de erkenning moet worden verlengd.

Art. 5.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt naar de Administratie gestuurd met behulp van een elektronisch formulier dat door de Administratie ter beschikking wordt gesteld. § 2. Het dossier van de erkenningsaanvraag bevat de informatie die nodig is voor de analyse van de erkenningsvoorwaarden en -plichten bedoeld in artikel 8 van het decreet.

Het bevat op zijn minst : 1° de motiveringen van de erkenningsaanvraag;2° de afbakening van het interventiegebied bedoeld in artikel 2, § 2, van het decreet;2° een sociaaleconomische analyse van het interventiegebied bedoeld in artikel 2, § 2, van het decreet;4° het strategisch plan bedoeld in artikel 1, § 2, tweede lid, van het decreet;5° prestatie-indicatoren;6° de werkingsmiddelen en financiële middelen van het agentschap voor stadscentrumontwikkeling. § 3. Zodra de Administratie over een volledig dossier beschikt, bezorgt ze dit aan de Commissie, die een advies over de erkenningsaanvraag voorlegt aan de Minister.

De Commissie kan de aanvrager op eigen initiatief of op verzoek van de aanvrager horen. In dat geval wordt de aanvrager een oproeping toegezonden waarin de te bespreken punten worden gespecificeerd.

Het advies van de Commissie is met redenen omkleed rekening houdend met de naleving van de voorwaarden en verplichtingen bepaald bij artikel 4 van het decreet en met: 1° de afbakening en verantwoording van het interventiegebied;2° de coherentie en relevantie van het strategisch plan ten opzichte van de analyse van de behoeften van het interventiegebied;3° de kwaliteit van de middelen die gebruikt worden om de activiteiten en prioritaire doelstellingen van de vereniging uit te voeren;4° de kwaliteit, diversiteit en complementariteit van de partnerschappen en projecten ten opzichte van de activiteiten van andere ontwikkelingsactoren in het interventiegebied;5° de uitvoering van het strategisch plan gevalideerd in het kader van de vorige erkenning en de impact ervan op de opdracht bepaald in artikel 1, § 1, van het decreet;6° het opvolgen en naleven van de aanbevelingen van de Commissie bij de vorige erkenning. De Commissie beslist tot welke categorie stad, zoals gedefinieerd in artikel 8, lid 2, de aanvrager behoort. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvraag, ten laatste binnen de zeven maanden na ontvangst van het dossier voor de aanvragen voor een nieuwe erkenning en binnen de vier maanden na ontvangst van het dossier voor de aanvragen tot verlenging van de erkenning.

In de beslissing worden de afbakening van het interventiegebied en de in artikel 8, lid 2, omschreven categorie stad vastgesteld. Ze wordt van kracht op 1 januari van het jaar dat volgt op de indiening van de erkenningsaanvraag.

Bij gebrek aan een beslissing van de Minister binnen de bovenvermelde termijn wordt de beslissing geacht gunstig te zijn. In geval van een aanvraag tot verlenging van de erkenning blijft het interventiegebied identiek aan dat van de vorige erkenning. § 5. De Administratie brengt de aanvrager op de hoogte van de beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning binnen de tien werkdagen na ontvangst van de beslissing van de Minister. § 6. In het geval van een aanvraag voor een eerste erkenning heeft het agentschap voor stadscentrumontwikkeling een termijn van zes maanden vanaf de datum van de beslissing om te voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen van het decreet en om een overeenkomst te sluiten met de bevoegde directie van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek, waarin de voorwaarden worden vastgelegd waaronder het Waalse Gewest en het agentschap voor stadscentrumontwikkeling deelnemen aan de implementatie van de tool van de stadsplanning die het mogelijk maakt specifieke gegevens te verzamelen en te analyseren.

Art. 6.Het strategisch plan bedoeld in artikel 1, § 2, tweede lid, van het decreet is een document voor de oriëntatie en de programmering van de acties die door het agentschap voor stadscentrumontwikkeling worden uitgevoerd door de actieve betrokkenheid van publieke en private partners aan te moedigen.

Het strategisch plan vormt een aanvulling op de ontwikkelingsacties van bestaande operatoren en is in overeenstemming met het lokale en regionale ontwikkelingsbeleid.

Het strategisch plan wordt opgesteld voor een periode die gelijk is aan of langer is dan de periode waarvoor de erkenning is verleend.

De algemene vergadering van de vereniging keurt het strategisch plan goed.

Art. 7.§ 1. Het agentschap voor stadscentrumontwikkeling moet uiterlijk op 30 juni van elk jaar een activiteitenverslag dat door zijn algemene vergadering is goedgekeurd, indienen aan de hand van een formulier dat verkrijgbaar is bij de Administratie.

Dat activiteitenverslag bevat tenminste: 1° de voortgang van projecten en doelstellingen in het strategisch plan, en bijgewerkte monitoring- en prestatie-indicatoren;2° de laatste resultaten van de tool van de stadsplanning;3° het programma van voortgezette opleiding;4° een verslag over de deelname aan het netwerk van erkende agentschappen voor stadcentrumontwikkeling;5° het bijwerken van het personeelsplan, het financieel plan, de samenstelling van de organen en de contactgegevens van de vereniging. De Minister kan de verwachte inhoud van het activiteitenverslag aanvullen. § 2. De Administratie analyseert het activiteitenverslag en stuurt het door naar de Commissie voor advies en aanbevelingen. § 3. Het agentschap voor stadscentrumontwikkeling stuurt zijn jaarrekeningen binnen twee maanden na sluiting naar de Administratie. HOOFDSTUK 4. - Financiering

Art. 8.De erkenningsbeslissing vermeldt tot welke categorie van gemeenten het agentschap voor stadscentrumontwikkeling behoort.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaat men onder: 1° "zeer grote stad": een gemeente met minstens 200.000 gebruikers en 1.000 verkooppunten; 2° "grote stad": een gemeente met minstens 100.000 gebruikers en 500 verkooppunten; 3° "middelgrote stad": een gemeente met minstens 50 000 gebruikers en 250 verkooppunten;4° "kleine stad": de andere gemeenten. Het aantal verkooppunten waarnaar in het vorige lid wordt verwezen, komt overeen met het aantal bezette en onbezette verkooppunten binnen het interventiegebied.

Het in lid 2 bedoelde aantal gebruikers komt overeen met het aantal personen die in het Rijksregister van natuurlijke personen zijn ingeschreven en hun hoofdverblijfplaats in de gemeente hebben, en met het aantal studenten die op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het begin van de goedkeuringsperiode zijn ingeschreven in een instelling voor hoger onderwijs in de gemeente.

Art. 9.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten kent de Minister jaarlijks een hoofdsubsidie toe aan het erkende agentschap voor stadcentrumontwikkeling. § 2. De hoofdsubsidie dekt een deel van de werkingskosten en stadsvernieuwingsactiviteiten die worden gemaakt in toepassing van het decreet tijdens de goedkeuringsperiode. Ze bedraagt : 1° 180.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "zeer grote stad"; 2° 140.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "grote stad"; 3° 120.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "middelgrote stad"; 4° 100.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "kleine stad".

Art. 10.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare middelen kent de Minister jaarlijks een bijkomende subsidie toe aan het agentschap voor stadscentrumontwikkeling dat geen subsidie ontvangt in het kader van het decreet van 10 juni 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2021 pub. 01/07/2021 numac 2021031757 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften (1) sluiten betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling (Franse afkorting "APE") gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften. § 2. De aanvullende subsidie dekt een deel van de personeelskosten.

Deze bedraagt : 1° 200.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "zeer grote stad"; 2° 160.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "grote stad"; 3° 120.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "middelgrote stad"; 4° 80.000 euro voor een agentschap voor stadscentrumontwikkeling in een "kleine stad".

Art. 11.Binnen de perken van de beschikbare kredieten worden de subsidies bedoeld in de artikelen 9 en 10 jaarlijks geïndexeerd door hun bedragen te vermenigvuldigen met het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) voor de maanden september en oktober van het voorgaande jaar, gedeeld door het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) voor de maanden september en oktober van het jaar voorafgaand aan het voorgaande jaar.

Art. 12.De Administratie betaalt de subsidies bedoeld in de artikelen 9 en 10 in twee schijven.

De eerste schijf stemt overeen met zeventig procent van het maximumbedrag van de subsidie. Deze wordt uitbetaald zodra het besluit tot toekenning van de subsidie is meegedeeld.

De tweede schijf stemt overeen met het saldo van dertig procent van het maximumbedrag van de subsidie. Deze wordt betaald na onderzoek van het saldodossier en indiening van een voor eensluidend en oprecht verklaarde verklaring van schuldvordering in tweevoud.

Het in lid 3 bedoelde saldodossier omvat : 1° een samenvattende tabel van uitgaven en inkomsten ingediend voor de subsidie;2° de afzonderlijke facturen en rekeningen;3° de betalingsbewijzen;4° elk ander document dat de Administratie nodig acht.

Art. 13.De in aanmerking komende particuliere bijdragen bedoeld in artikel 8, § 2, eerste lid, van het decreet zijn : 1° inkomsten uit tijdens het jaar ontwikkelde activiteiten;2° toegekende kortingen en rabatten;3° lidgelden, donaties, legaten en subsidies.

Art. 14.De Minister kan bepalen welke uitgaven subsidiabel zijn in het kader van de subsidies bedoeld in de artikelen 9 en 10. HOOFDSTUK 5. - De gevolgen van de niet-naleving van de wetgeving Afdeling 1. - Opschorting en intrekking van de erkenning

Art. 15.§ 1. Indien het agentschap voor stadscentrumontwikkeling de bij of krachtens het decreet gestelde voorwaarden niet nakomt, kan de Minister de erkenning opschorten of, indien de tekortkoming van het agentschap voor stadscentrumontwikkeling zo ernstig is dat er ernstige twijfel bestaat over zijn goede trouw, de erkenning intrekken volgens de procedure bedoeld in de § § 2 tot 4. § 2. Wanneer de Administratie een overtreding vaststelt van de bij of krachtens het decreet opgelegde voorwaarden, dagvaardt de Administratie het agentschap voor stadscentrumontwikkeling door middel van een communicatiemiddel dat een zekere datum voor de verzending vermeldt, met het oog op een hoorzitting voor de Commissie.

De oproeping vermeldt de vastgestelde overtredingen en wordt ten minste tien werkdagen voor de hoorzitting verstuurd. § 3. De Commissie brengt binnen dertig dagen na de in de oproeping vermelde datum van de hoorzitting advies uit aan de Minister.

Zoniet is het advies van de Commissie niet langer vereist en stuurt de Administratie het dossier door aan de Minister. § 4. De Administratie brengt het agentschap voor stadscentrumontwikkeling op de hoogte van de beslissing van de Minister bevoegd voor Economie binnen de tien werkdagen na ontvangst van de beslissing van de Minister. Ze stuurt ook een kopie van deze beslissing naar de Commissie.

Art. 16.§ 1. De duur van de opschorting van de erkenning laat het agentschap voor stadscentrumontwikkeling toe zich te schikken naar het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Ze wordt vastgesteld in maanden en mag niet langer duren dan zes maanden, waarbij deze periode wordt opgeschort tijdens de maanden juli en augustus. § 2. De Minister kan de opschorting van de erkenning ten hoogste eenmaal verlengen volgens dezelfde procedure als bedoeld in artikel 15. § 3. Indien het agentschap voor stadscentrumontwikkeling na afloop van de opschorting(en) van de erkenning niet voldoet aan de bij of krachtens het decreet vastgestelde voorwaarden, kan de Minister bevoegd voor Economie de erkenning definitief intrekken volgens dezelfde procedure als die bedoeld in artikel 15. Afdeling 2. - Schorsing en terugvordering van de subsidie

Art. 17.§ 1. De Administratie schorst de betaling van de subsidie voor de duur van de schorsing van de erkenning. § 2. Als de Minister de erkenning definitief intrekt op het einde van een schorsing of onmiddellijk als de tekortkoming van het agentschap voor de ontwikkeling van het stadscentrum zo ernstig is dat zijn goede trouw ernstig in vraag wordt gesteld, wordt de jaarlijkse subsidie verminderd voor de maanden van het jaar waarin het agentschap niet langer erkend is.

Als de erkenning wordt ingetrokken, zal de Administratie onrechtmatige voorschotten terugvorderen. § 3. Als het agentschap voor stadscentrumontwikkeling niet voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 8, § 2, eerste lid, 1° van het decreet, wordt de subsidie bedoeld in artikel 9 van dit besluit verminderd naar rato van het verschil tussen de effectieve financiële bijdrage van de lokale partners en het vereiste minimumbedrag. HOOFDSTUK 6. - Commissie voor erkenning en ondersteuning van de agentschappen voor stadscentrumontwikkeling

Art. 18.§ 1. De Minister benoemt de leden van de Commissie. Hij stelt, op voorstel van de Commissie, de essentiële regels vast voor de werking van de Commissie. § 2. Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek. HOOFDSTUK 7. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 19.Artikel 3, lid 2, van dit besluit is niet van toepassing op de directeurs van de verenigingen voor stadscentrumbeheer die in 2022 een subsidie hebben ontvangen in het kader van het proefproject "Waals actieplan voor stadscentrumbeheer en het scheppen van nieuwe werkgelegenheidsbronnen" dat in 1997 van start is gegaan en dat reeds was aangevat op het ogenblik van de inwerkingtreding van het decreet.

Art. 20.§ 1. In afwijking van de artikelen 9 en 10 wordt aan de agentschappen voor stadcentrumontwikkeling bedoeld in artikel 21 van het decreet door de Minister een jaarlijkse subsidie van 65.000 euro toegekend. § 2. De artikelen 11 en 12 zijn van toepassing op deze subsidie.

Art. 21.Als een agentschap voor stadscentrumontwikkeling zijn gewestelijke financiering ziet dalen wanneer het een erkenning krijgt, in vergelijking met wat het ontving als een vereniging voor stadscentrumbeheer die in 2022 een subsidie kreeg in het kader van het proefproject dat in 1997 werd opgestart onder de naam "Waals actieplan voor stadscentrumbeheer en het scheppen van nieuwe werkgelegenheidsbronnen", zal het verlies aan gewestelijke financiering worden uitgevlakt over een periode van vijf jaar vanaf de datum van de eerste erkenning die krachtens het decreet wordt verleend.

Art. 22.In afwijking van artikel 4, § 2, tweede lid, kan een vereniging die haar erkenning in 2024 wil laten ingaan, haar erkenningsaanvraag indienen tot 30 april 2024.

In afwijking van artikel 5, § 4, eerste lid, beslist de Minister, indien de erkenningsaanvraag wordt ingediend in de loop van 2023 of uiterlijk op 30 april 2024, uiterlijk op 30 november 2024 over de erkenningsaanvraag.

In afwijking van artikel 5, § 4, tweede lid, treedt de erkenningsaanvraag in het in het tweede lid bedoelde geval in werking op 1 januari 2024.

Art. 23.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Namen, 5 oktober 2023.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS