3 JUNI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van het bedrag van de toelagen die voor de periode 1 januari 2002 - 31 december 2002 toegekend moeten worden aan de ontvangers aangesteld bij de voormalige Scheepvaartdienst voor de inning van de scheepvaartrechten

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende het reglement betreffende de politie en de scheepvaart op de bevaarbare waterwegen onder beheer van het Rijk;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 november 1957 tot regeling van de toekenning van toelagen en beloningen voor het innen van scheepvaartrechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1980 tot regeling van de toekenning van toelagen en beloningen voor het innen van scheepvaartrechten aan de ambtenaren van de Scheepvaartdienst;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot regeling van haar werking, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003 tot verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, inzonderheid op de artikelen 8 en 11;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2003;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 bedraagt de waarde die toegekend wordt aan de termen A en B van de formule bedoeld in artikel 5, § 3, van het koninklijk besluit van 17 juli 1980 : A = 1 687 uren, nl. het jaarlijks aantal diensturen van de personeelsleden van de waterwegen;

B = het jaarlijks aantal uren bediening van de kunstwerken vermeld in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Voor de periode bedoeld in artikel 1 wordt het bedrag van de aan de aangestelde ontvangers te betalen jaarlijkse toelage en van aan de plaatsvervangers van de ontvangkantoren te betalen uurtoelage vastgelegd als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 3 juni 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL