1 JULI 2021. - Besluit van de Waalse Regering houdende intrekking van de concessie van steenkolenmijnen van Hasard-Cheratte (nr. 208)

De Waalse Regering, Gelet op het decreet op de mijnen van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988, artikel 71;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 30 april 1992 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden betreffende de intrekking van een mijnvergunning, artikelen 24 tot 26.

Gelet op het verslag, plannen en bijlagen inbegrepen, van 8 november 2018, van de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's (hierna DRIGM genoemd), Departement Leefmilieu en Water, Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu (DGO3);

Overwegende dat de huidige concessie van Hasard-Cheratte krachtens de volgende akten is gevormd : - koninklijk besluit van 23 augustus 1827 waarbij aan Hubert Deflandre en consorten, concessie wordt verleend van steenkoolmijnen gelegen onder de gemeente Melen, Cerexhe-Heuseux en Evegnée, met een oppervlakte van 183 ha 29 a (183 bonniers 29 perches carrés); - koninklijk besluit van 16 januari 1828 tot verlening van een concessie van steenkoolmijnen onder de gemeenten Micheroux, Retinne, Evegnée en Melen aan de Maatschappij van Melen, met een oppervlakte van 350 ha 50 a (350 bonniers en 50 perches carrés); - koninklijk besluit van 8 februari 1846 tot goedkeuring van de overdracht aan de Société des Quatre-Jeans van een gedeelte van de concessie van Melen; tot verlening aan de Société de Melen van een concessie voor steenkoolmijnen onder de gemeenten Saive, Tignée, Evegnée en Cerexhe-Heuseux, met een oppervlakte van 402 ha; - koninklijk besluit van 5 februari 1828 waarbij aan de Société charbonnière de Crahay het behoud en de concessie wordt verleend van steenkoolmijnen gelegen onder de gemeenten Soumagne en Ayeneux met een oppervlakte van 213 ha 12 a (213 bonniers en 12 perches carrés; - koninklijk besluit van 23 juli 1839 waarbij aan de Société charbonnière de Crahay, bij wijze van uitbreiding, een concessie van steenkoolmijnen wordt verleend, gelegen onder de gemeente Soumagne, met een oppervlakte van 48 ha, met een oppervlakte van 27 ha; - koninklijk besluit van 14 mei 1846 waarbij aan de Société charbonnière de Crahay, bij wijze van uitbreiding, een concessie voor steenkoolmijnen onder de gemeenten Soumagne, Ayeneux en Micheroux wordt verleend, met een oppervlakte van 48 ha 41 a; - Koninklijk besluit van 1 augustus 1868 waarbij aan de Société charbonnière de Crahay, bij wijze van uitbreiding, een concessie voor steenkoolmijnen wordt verleend onder de gemeenten Soumagne en Ayeneux, met een oppervlakte van 112 ha 85 a; - koninklijk besluit van 21 februari 1848 waarbij aan de Société charbonnière de Cheratte het behoud en de concessie wordt verleend van de steenkoolmijnen gelegen onder de gemeenten Cheratte, Wandre, Saive en Housse, met een oppervlakte van 488 ha; - koninklijk besluit van 2 november 1847 tot verlening aan de Société charbonnière des Prés-de-Fléron van een concessie voor steenkoolmijnen gelegen onder de gemeenten Fléron en Retinne, met een oppervlakte van 172 ha; - koninklijk besluit van 8 juli 1887 waarbij aan de Société des Prés-de-Fléron, bij wijze van uitbreiding, een concessie van steenkoolmijnen onder de gemeenten Retinne en Fléron wordt verleend, met een oppervlakte van 9 ha 88 a; - koninklijk besluit van 26 februari 1848 tot toekenning aan de Société charbonnière de Housse van het onderhoud en de concessie van de steenkoolmijnen gelegen onder de gemeenten Cheratte en Housse, met een oppervlakte van 247 ha 37 a; - koninklijk besluit van 31 december 1847 waarbij aan de vertegenwoordigers van wijlen DE SELYS het behoud en de uitbreiding wordt toegestaan van de concessie Bouhouille van 253 ha 60 a onder de gemeenten Housse, Saint-Remy, Trembleur en Cheratte; - koninklijk besluit van 4 juni 1846 waarbij aan de Société charbonnière du Hasard een concessie wordt verleend voor steenkoolmijnen gelegen in de gemeenten Fléron, Ayeneux, Retinne en Micheroux, met een oppervlakte van 417 ha 50 a; - koninklijk besluit van 14 januari 1858 waarbij aan de Société charbonnière du Hasard, bij wijze van uitbreiding, een concessie van steenkoolmijnen wordt verleend onder de gemeenten Ayeneux, Olne, Magnée, Retinne en Fléron, met een oppervlakte van 340 ha; - koninklijk besluit van 29 april 1865 waarbij aan de Société charbonnière du Hasard, bij wijze van uitbreiding, een concessie van steenkoolmijnen wordt verleend onder de gemeenten Micheroux en Soumagne, met een oppervlakte van 8 ha 75 a; - koninklijk besluit van 8 december 1886 waarbij aan de Société charbonnière du Hasard, bij wijze van uitbreiding, een concessie van steenkoolmijnen onder de gemeente Evegnée wordt verleend, met een oppervlakte van 1 ha 48 a 43 ca; - koninklijk besluit van 21 mei 1872 waarbij de Société anonyme des Charbonnages de Bouhouille, Cheratte et Housse wordt gemachtigd haar concessies Bouhouille, Cheratte en Housse samen te voegen tot één concessie met de naam Cheratte, met een totale oppervlakte van 989 ha, gelegen onder de gemeenten Cheratte, Wandre, Saive, Housse, Saint-Remy en Trembleur; - koninklijk besluit van 21 januari 1895 tot goedkeuring van de overdracht van een deel van de concessie Cheratte met een oppervlakte van 107 ha 71 a aan de Société anonyme des Charbonnages d'Abhooz et Bonne-Foi-Hareng; - koninklijk besluit van 26 februari 1904 waarbij de naamloze vennootschap Hasard wordt gemachtigd om de concessie van Hasard en die van Prés de Fléron samen te voegen tot één enkele concessie onder de naam Hasard-Fléron, met een totale oppervlakte van 1869 ha 61 à 43 ca, gelegen onder de gemeenten Fléron, Retinne, Queue-du-Bois, Ayeneux, Micheroux, Evegnée, Saive, Tignée, Cerexhe-Heuseux, Soumagne, Melen, Olne en Magnée; - koninklijk besluit van 25 maart 1929 waarbij de naamloze vennootschap van de Charbonnages van Bonne-Espérance, Batterie et Violette wordt gemachtigd een deel van de concessie D'espérance, Violette Et Wandre, met een oppervlakte van 191 ha 18 a en gelegen onder de gemeenten Saive, Barchon, Tignée, Cerexhe-Heuseux en Trembleur, over te dragen aan de naamloze vennootschap van de Charbonnages van Hasard; waarbij de naamloze vennootschap "Société anonyme des Charbonnages du Hasard" wordt gemachtigd het aldus afgestane deel en de twee concessies van Cheratte en Hasard-Fléron samen te voegen tot één concessie onder de naam "Hasard-Cheratte", met een oppervlakte van 2942 ha 6 a 45 ca onder de gemeenten Ayeneux, Barchon, Cerexhe-Heuseux, Cheratte, Evegnée, Fléron, Housse, Magnée, Melen, Micheroux, Mortier, Olne, Queue-du-Bois, Retinne, Saive, Saint-Remy, Soumagne, Tignée, Trembleur en Wandre; - Koninklijk besluit van 26 december 1929 waarbij de naamloze vennootschap voor de Charbonnages van Hasard wordt gemachtigd een deel van haar concessie Hasard-Cheratte van 14 ha over te dragen aan de naamloze vennootschap voor de Charbonnages van Wérister; - Koninklijk besluit van 27 oktober 1930 waarbij de naamloze vennootschap van steenkoolzagerijen van Maireux en Bas-Bois wordt gemachtigd haar concessie van Crahay over te dragen aan de Société anonyme des Charbonnages du Hasard; tot machtiging van de Société anonyme des Charbonnages du Hasard om de concessie van Crahay te verwerven en samen te voegen met haar eigen concessie Hasard-Cheratte, waarvan de oppervlakte aldus wordt vergroot tot 3329 ha 44 a 43 ca onder de gemeenten Ayeneux, Barchon, Cerexhe-Heuseux, Cheratte, Evegnée, Fléron, Housse, Magnée, Melen, Micheroux, Mortier, Olne, Queue-du-Bois, Retinne, Saive, Saint-Remy, Soumagne, Tignée, Trembleur en Wandre; - besluit van de Regent van 13 juli 1946 waarbij aan de naamloze vennootschap Hasard, bij wijze van uitbreiding van haar concessie Hasard-Cheratte, een concessie voor steenkoolmijnen wordt verleend, gelegen onder een deel van de gemeenten Barchon, Cerexhe-Heuseux, Mortier en Trembleur, met een oppervlakte van 77 ha 22 a 05 ca, waardoor de totale oppervlakte van de concessie Hasard-Cheratte op 3.406 ha 66 a 48 ca komt Overwegende dat de concessie van Hasard-Cheratte zoals aangegeven op het plan in bijlage wordt afgebakend; dat zij zich over 3406 ha 66 a 48 ca uitstrekt: - onder de nieuwe gemeenten Wezet, Blegny, Luik, Beyne-Heusay, Fléron, Soumagne, Olne; - onder de vroegere gemeenten Ayeneux, Barchon, Cerexhe-Heuseux, Cheratte, Evegnée, Fléron, Housse, Magnée, Melen, Micheroux, Mortier, Olne, Queue-du-Bois, Retinne, Saive, Saint-Remy, Soumagne, Tignée, Trembleur, Wandre;

Overwegende dat de concessies die grenzen aan de concessie Hasard-Cheratte de volgende zijn: - in het noorden en noordwesten: Abhooz en Bonne-Foi-Hareng (nr. 191, kolenmijnen, in intrekkingsprocedure); - in het noorden en noordoosten: Argenteau-Trembleur (nr. 209, steenkoolmijnen, ingetrokken op 17 december 2015); - in het westen: Espérance, Violette Et Wandre (nr. 203, intrekkingsprocedure), Quatre-Jean Et Pixherotte (nr. 207, steenkoolmijnen, ingetrokken op 8 maart 2018) en Wérister (nr. 204, steenkoolmijnen, intrekkingsprocedure); - in het zuidoosten: Herve-Wergifosse (nr. 211, steenkoolmijnen, ingetrokken op 5 juli 2018);

Overwegende dat de Société anonyme des Charbonnages du Hasard in vereffening op 27 december 1989 een aangetekende brief aan de Waalse regering heeft gericht waarin zij verklaart dat de exploitatie van de haar toegewezen mijnen is stopgezet en dat deze pas na vijf jaar zal worden hervat;

Overwegende dat de op 29 oktober 2010 benoemde nieuwe vereffenaars op 6 juni 2011 de DRIGM de verklaring van afstand van de concessie van de kolenmijn Hasard-Cheratte hebben doen toekomen, alsook een kopie van de statuten van de onderneming en de akte van benoeming van de vereffenaars;

Overwegende dat de Société anonyme des Charbonnages du Hasard, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 4000 LIEGE, Rue Côte d'Or 68, een afschrift heeft overgelegd van het laatste koninklijk besluit van 13 juli 1946 waarbij zij houder is van de concessie Hasard-Cheratte;

Gelet op beschikking nr. 11063 van 23 december 2010 van de Rechtbank van koophandel van Luik die ertoe strekt de benoeming door de buitengewone algemene vergadering van 29 oktober 2010 van de heren Patrick Chalant en Luc Minguet tot vereffenaars van de naamloze vennootschap "Société anonyme des Charbonnages du Hasard" goed te keuren;

Overwegende dat de benoemde vereffenaars op 3 juni 2015 en 28 juni 2018 de DRIGM-aanvullingen aan het dossier hebben gezonden;

Overwegende dat, na onderzoek, het dossier als volledig kan worden beschouwd;

Overwegende dat uit de inventarisatie blijkt dat in de gehele concessie 225 putten of afvoerpunten zijn geïdentificeerd;

Overwegende dat 32 schachten en uitgangen van mijnen zichtbaar of gemakkelijk toegankelijk zijn; dat opdrachten voor veiligheidswerkzaamheden aan de concessiehouder zijn toegezonden; dat verslagen over de uitvoering van deze maatregelen zijn opgesteld;

Overwegende dat 193 overblijvende schachten en mijnuitgangen niet meer zichtbaar zijn aan de oppervlakte; dat de DRIGM niet beschikt over een verslag over de omstandigheden waarin zij vóór hun opheffing werden beveiligd;

Overwegende dat voor deze categorie van schachten en mijnschachten : - de posities in X/Y-coördinaten moeten als benaderend worden beschouwd en zullen in de toekomst waarschijnlijk worden verbeterd in geval van ontdekking van het ene of het andere werk; - Uit de risicoanalyse blijkt dat er geen reden is om van de concessiehouder te verlangen dat hij zware en kostbare werkzaamheden verricht om deze putten te vinden en veilig te stellen; dat één put een te grote technische toegangsbeperking vormt; dat de overige 192 putten een gering risico inhouden of een gering belang vertegenwoordigen;

Overwegende dat uit het onderzoek van het dossier is gebleken dat de concessiehouder aan zijn verplichtingen heeft voldaan; dat de DRIGM derhalve een gunstig advies uitbrengt over het verzoek om intrekking van de concessie Hasard-Cheratte;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De concessie van steenkolenmijnen van Hasard-Cheratte (nr. 208) wordt ingetrokken.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Namen, 1 juli 2021.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER