gepubliceerd op 20 februari 2007
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005 tot oprichting van een Cel Ruimtelijke Ontwikkeling
1 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005 tot oprichting van een Cel Ruimtelijke Ontwikkeling
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 87, § 1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005 tot oprichting van een Cel Ruimtelijke Ontwikkeling;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 juli 2006 tot aanwijzing van de leden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering;
Overwegende dat de budgetaire verwijzingen opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005 houdende oprichting van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling gewijzigd moeten worden;
Overwegende dat de administratieve en geldelijke regels die het personeel van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling regelen vanuit een streven naar bekommernis tussen de personeelsleden van de onderscheiden cellen van de Waalse Regering moeten worden geharmoniseerd.
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 december 2006;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat deze wijzigingen dringend behandeld dienen te worden om de continuïteit in de werking van genoemde Cel te verzekeren en zo de doelstellingen die door de Waalse regering worden nagestreefd in termen van economisch herstel na te leven;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :
Artikel 1.In artikel 4, § 2, worden de bewoordingen "waaronder 1 van rang A4 en 3 van rang A6" geschrapt. § 3 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 3. Er kan voor de betrekkingen bedoeld in § 2 gesolliciteerd worden door : 1° de personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering of de openbare instellingen onderworpen aan het decreet van 22 januari 1998 betreffende het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren;2° de contractuele personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering of van de openbare instellingen onderworpen aan bovenvermeld decreet van 22 januari 1998 die een contract voor onbepaalde duur hebben. Bij gebrek aan kandidaturen of aan aanvaardbare kandidaturen onder de personen bedoeld onder 1° en 2° kan er extern personeel contractueel worden aangeworven.
De personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling bedoeld in § 2 doorlopen een proefperiode van zes maanden. § 4. De personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling bedoeld in § 2 worden door de Waalse Regering aangewezen op de voordracht van de selectiecommissie bedoeld in § 1, uitgebreid met de leidend ambtenaar".
Art. 2.Artikel 6 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Er wordt aan de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling die geen deel uitmaken van het personeel van de Regeringsdiensten, of, meer algemeen, van elke openbare dienst, een als wedde geldende toelage verleend, waarvan het bedrag vastligt in de hierna vermelde schalen van toepassing op het personeel van de ministeries : - A4, A5 of A6 voor het personeel van niveau 1; - B3, B2 of B1 voor het personeel van niveau 2+; - C3, C2 of C1 voor het personeel van niveau 2.
De personeelsleden van niveau 2 en 2+, bedoeld in artikel 4, § 2, komen in aanmerking voor een aanvullende toelage die gelijkstaat met de aanvullende toelage zoals bepaald bij artikel 11 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. § 2. De in dit artikel bedoelde personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling genieten de tussenwedden die met weddetrappen van geldelijke anciënniteit overeenkomen en die voortvloeien uit tussentijdse verhogingen voorzien in de schaal waarin hun als wedde geldende toelage is vastgesteld. De geldelijke anciënniteit die hen kan worden toegekend, wordt berekend volgens de anciënniteitsjaren die zij in de overheidssector verworven hebben, in voorkomend geval, vermeerderd met de duur van de prestaties verricht in de privésector ten belope van hoogstens zes jaar. § 3. Bij een met redenen omklede beslissing kan de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling binnen de perken van de aan het personeel van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling toegekende begrotingskredieten en met de toestemming van de Minister-President, de als wedde geldende toelagen waarvan sprake in dit artikel verhogen. »
Art. 3.Artikel 7 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Als het personnel van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling, bedoeld in artikel 4, §§ 1 en 2, litterae a) en b), reeds de hoedanigheid van personeelslid van de Regeringsdiensten bezit, wordt hij gedetacheerd in de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling en krijgt een verlof volgens de bepalingen die de detachering van ambtenaren van de Regeringsdiensten in een ministerieel kabinet van een lid van de Waalse Regering regelen. »
Art. 4.In artikel 8 wordt § 1 vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Overeenkomstig artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, wordt een toelage verleend aan de in de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling gedetacheerde personen, die als volgt wordt bepaald : 1° de persoon bedoeld in artikel 4, § 1, komt in aanmerking voor een jaarlijkse toelage die gelijkstaat met de kabinetstoelage voorzien voor de adjunct-kabinetschef;2° de personen bedoeld in artikel 4, § 2, litera a), komen in aanmerking voor een jaarlijkse toelage die gelijkstaat met de kabinetstoelage voorzien voor de attachés of adviseurs;3° de personen bedoeld in artikel 4, § 2, litera b), komen in aanmerking voor een jaarlijkse toelage die gelijkstaat met de kabinetstoelage voorzien voor het uitvoerend personeel; Bij een met redenen omklede beslissing kan de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling binnen de perken van de aan het personeel van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling toegekende begrotingskredieten en met de toestemming van de Minister-President de als wedde geldende toelagen waarvan sprake in dit artikel verhogen. »
Art. 5.Artikel 9 wordt geschrapt.
Art. 6.Artikel 11 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Met het oog op het toekennen van vergoedingen wegens verblijfskosten en inzake reiskosten wordt de gelijkstelling van de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling met de graden van de administratieve hiërarchie als volgt vastgesteld : - leidend ambtenaar : ambtenaar van rang A3; - adviseurs : ambtenaren van rang A4; - attachés : ambtenaren van rang A5 of A6; - personeel van niveau 2+ of van niveau 2 : ambtenaren met de rang gekoppeld aan de hun toegekende schaal.
Deze gelijkstelling mag niet inhouden dat de in artikel 4, §§ 1 en 2, litterae a) en b) bedoelde personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling ingedeeld worden in een lagere categorie dan die welke overeenstemt met hun graad. § 2. De personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling kunnen ter vervanging van de maaltijdcheques een jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoeding genieten.
Het jaarlijks bedrag van deze vergoeding is gelijkwaardig met hetgeen dat in artikel 22, § 2 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering is vastgesteld rekening houdend met de volgende gelijkstellingen : a) de vergoeding van adjunct-kabinetschef voor de leidend ambtenaar bedoeld in artikel 4, § 1;b) de vergoeding van attaché of adviseur voor het personeel van niveau 1 bedoeld in artikel 4, § 2, litera a ;c) de vergoeding voor het uitvoerend personeel van niveau 2+ of niveau 2 bedoeld in artikel 4, § 2, litera b. De vergoeding wordt aan het einde van elke maand betaald en kan worden geproratiseerd in geval van deeltijdse dienstverstrekking.
De vergoeding wordt gehandhaafd in geval van hoogstens 30 kalenderdagen afwezigheid. § 3. De personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling van wie de woonplaats en de administratieve verblijfplaats buiten de vestigingsplaats van de Cel liggen, hebben recht op een abonnement voor een openbaar vervoermiddel of, afwijkingshalve, op de financiële tegenwaarde daarvan mits, in dit laatste geval, een bijzondere machtiging van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling en mits vermelding van de redenen van de afwijking. Het abonnement loopt één maand en moet maandelijks worden verlengd. De klas van het abonnement wordt bepaald op basis van de graad die het personeelslid bekleedt.
Die maatregel mag niet inhouden dat het personeelslid ingedeeld wordt in een lagere klas dan die welke hij geniet in zijn oorspronkelijke bestuur. § 4. De personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling kunnen bij wijze van afwijkingsmaatregel, een financiële tegenwaarde genieten die gelijkwaardig is met de tegemoetkoming van de werkgever in de kosten voor openbaar vervoer tussen de woonplaats en de werkplek, mits, in dat geval, een bijzondere toelating afgeleverd door de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling waarbij de redenen voor de afwijking worden vermeld.
Deze financiële tegenwaarde geldt slechts voor één maand en moet maandelijks worden verlengd. § 5. De leidend ambtenaar wordt ertoe gemachtigd zijn persoonlijke voertuig te gebruiken wegens dienstreizen onder de voorwaarden waarin is voorzien voor de personeelsleden van de Diensten van de Waalse Regering en de instellingen van openbaar nut onderworpen aan de Waalse Ambtenarencode. § 6. Binnen de perken van de begrotingskredieten van het personeel van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling bepaalt de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling het individuele kilometercontingent dat jaarlijks moet worden toegekend aan de andere personeelsleden van de cel die ertoe kunnen worden gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken in het belang van de dienst onder dezelfde voorwaarden als die welke waarin is voorzien bij dezelfde Waalse Ambtenarencode voor de ambtenaren met wie ze zijn gelijkgesteld. Dit contingent mag echter niet hoger zijn dan 12 000 km per jaar per begunstigde. De terugbetaling geschiedt pas na voorlegging van een maandelijkse schuldvorderingsverklaring die gestaafd wordt door bewijsstukken waaruit de verplaatsingen om dienstredenen blijken. § 7. De nadere regels voor de aankoop en het gebruik van ambts- en dienstvoertuigen, de nadere regels voor de bijdrage in de abonnementskosten voor het vaste en het mobiele telefoonnet, fax en internet en de communicatiekosten van de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling worden geregeld bij de omzendbrief van de Waalse Regering bedoeld in artikel 1, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. »
Art. 7.Artikel 12 wordt geschrapt.
Art. 8.Artikel 13 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1 De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling kan een forfaitaire vertrektoelage toekennen volgens de voorwaarden en de nadere regels bedoeld in artikel 25 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. § 2. Deze toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling bedoeld in artikel 6, § 1, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. § 3. De individuele dossiers van de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling die de Cel verlaten worden overgemaakt aan de Hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden (SePAC) bedoeld in artikel 7 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, belast met het administratieve en geldelijke beheer.
Onder individueel dossier dient men alle documenten te verstaan die betrekking hebben op de akten genomen ter uitvoering van het administratieve en geldelijke beheer van het personeelslid. »
Art. 9.Artikel 15 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1 Er wordt aan de leidend ambtenaar van de Cel bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit, tot en met een bedrag van 5.500 euro, BTW niet meegerekend, een machtiging verleend om elke uitgave vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die toerekenbaar is op de basisallocatie betreffende de werking van de Cel en de aankoop van allerlei goeden opgericht in organisatie-afdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest. § 2. Er wordt een buitengewoon rekenplichtige aangewezen onder de personeelsleden van de Cel Ruimtelijke Ontwikkeling. Er worden hem voorschotten verleend met inachtneming van de maximumbedragen vastgesteld in het beschikkende gedeelte van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer ter betaling van de schuldvorderingen die 5500 euro, BTW niet meegerekend, niet overschrijden. »
Art. 10.In artikel 16 wordt § 2 vervangen door de volgende bepalingen : « § 2. Er wordt aan de adviseur verantwoordelijk voor de SePAC een machtiging verleend om elke uitgave te ordonnanceren die de eerste of afgevaardigde ordonnateur vastgelegd heeft en die toerekenbaar is op de basisallocatie opgericht in organisatie-afdeling 15 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en die betrekking heeft op de wedden, vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 4, §§ 1 en 2. »
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 12.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 1 februari 2007.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE