Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 maart 2006
gepubliceerd op 16 mei 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid

bron
vlaamse overheid
numac
2006035746
pub.
16/05/2006
prom.
31/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/31/2006035746/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 22bis, ingevoegd bij het decreet van 24 juli 1996;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2005 betreffende de inwerkingtreding van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;

Overwegende dat de regeling is gebaseerd op de 'Arrangement on Guidelines for officially supported export credits' van de OESO;

Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 30 juni 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 juni 2005;

Gelet op advies 39.066/1 van de Raad van State, gegeven op 29 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begrippen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° bouwprojecten : infrastructuurprojecten en alle bouwactiviteiten inclusief wegen, bruggen, gebouwen, haven- en waterwegenprojecten, openbaar vervoer, uitrusting van bedrijventerreinen en urbanisatieprojecten, ICT-toepassingen;2° milieuprojecten : alle activiteiten rond drinkwatervoorziening, waterzuivering, slibbehandeling, bodemsanering, grondwatersanering, afvalverwerking, natuurprojecten, luchtemissies, alternatieve energie, ICT-toepassingen;3° haalbaarheidsstudie : een studie voorafgaand aan de ontwerpstudie die de technische, economische en financiële haalbaarheid van het project bewijst en meestal verbonden is aan andere studies zoals de financiering en de duurzaamheid van het project;4° kleine en middelgrote onderneming : onderneming als vermeld in bijlage 1 van Verordening (EG) nr.364/2004 van de Europese Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen, en alle latere wijzigingen; 5° het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;6° evaluatiecommissie : commissie die belast is met de beoordeling van de aanvragen;7° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het afzet- en uitvoerbeleid. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.§ 1. Binnen de op de begroting goedgekeurde kredieten kunnen subsidies worden verleend met het oog op de uitvoering van haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid.

Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moet het bouw- of milieuproject worden uitgevoerd in een land dat opgenomen is in de lijst van 'eligible countries' van de « Arrangement on Guidelines for officially supported export credits ». § 2. Bij gelijkwaardige projecten wordt een voorkeur gegeven aan Vlaamse partnerlanden in het kader van de ontwikkelingssamenwerking.

Art. 3.De kleine en middelgrote ondernemingen kunnen een aanvraag indienen, evenals de ondernemingen die de grenzen, vermeld in artikel 1, 4°, overschrijden, namelijk de grote ondernemingen. Die laatste kunnen enkel een aanvraag indienen voor studies die van uitzonderlijk internationaal belang zijn en een uitzonderlijk ontwikkelingsaspect kunnen aantonen.

De haalbaarheidsstudie moet worden uitgevoerd door de exploitatiezetel van de onderneming die in het Vlaamse Gewest gevestigd is.

Art. 4.De subsidies kunnen niet worden toegekend voor activiteiten in landen als uit een beslissing of handeling van de overheid blijkt dat de betrekkingen met het land waarop de activiteit gericht is, verbroken, geschorst of ernstig in het gedrang zijn gekomen. In voorkomend geval kan de onderneming vooraf een aanvraag voor bindend advies voorleggen aan de minister.

De subsidie kan niet worden toegekend aan studies waarvan de resultaten zouden kunnen worden gehanteerd ter ondersteuning van gewapende conflicten, voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie. In voorkomend geval kan de onderneming vooraf een aanvraag voor bindend advies voorleggen aan de minister.

Art. 5.De subsidie voor de haalbaarheidsstudie bedraagt maximaal 500.000 euro. Ze bedraagt 50% van de kosten van een studieopdracht van maximaal 1.000.000 euro.

Een onderneming kan maximaal één aanvraag per kalenderjaar indienen. HOOFDSTUK III. - Aanvraagprocedure

Art. 6.Elke steunaanvraag moet in drie exemplaren aangetekend worden verstuurd naar de gedelegeerd bestuurder van het agentschap.

De steunaanvraag bevat : 1° het aanvraagformulier;2° een geschreven engagement, « commitment » genoemd, waarin de bevoegde buitenlandse overheid zich verbindt tot de realisatie van of ondersteuning geeft aan het project in kwestie als onderdeel van de prioritaire investeringen van het land in kwestie;3° een omstandige omschrijving van het project, de geografische situering, de aard van het project, de milieu-impact op basis van een milieueffectrapportage;4° een gedetailleerde raming van de haalbaarheidsstudiekosten en een raming van de totale kosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project;5° het financieringsschema van het project bij de uitvoering, met opgave van zowel de eigen middelen als de inbreng van derden en het type van de opdracht volgens de internationale gangbare concessieovereenkomsten in de dienstensector, beter bekend onder de Engelse benaming « Service Concessions Arrangements »;6° een beschrijving waaruit blijkt dat het project ressorteert onder de activiteiten, vermeld in artikel 1, 1° of 2°;7° een beschrijving waaruit blijkt dat het project bijdraagt tot duurzame ontwikkeling in het land of de regio in kwestie, en het algemene belang van de gemeenschap ten goede komt;8° de mogelijke gevolgen voor de export die de haalbaarheidsstudie kan genereren. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap stelt het model van aanvraagformulier vast. HOOFDSTUK IV. - Behandelingsprocedure

Art. 7.§ 1. Het agentschap onderzoekt of de aanvraag ontvankelijk is met toepassing van artikel 1 tot en met 6.

De minister stelt een evaluatiecommissie samen die haar advies verleent over elke ontvankelijke aanvraag.

Na advies van de evaluatiecommissie beslist de gedelegeerd bestuurder over de toekenning van de subsidie. Iedere gunstige beslissing is geldig gedurende drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari, volgend op het jaar van de beslissing. De beslissing wordt schriftelijk aan de aanvrager ter kennis gebracht. § 2. De evaluatiecommissie wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder van het agentschap.

De voorzitter stelt de datum en het uur vast van de vergaderingen van de evaluatiecommissie en bepaalt de agenda van de vergadering. Bij afwezigheid van de voorzitter zit een door de gedelegeerd bestuurder aangeduide plaatsvervanger de evaluatiecommissie voor.

De evaluatiecommissie bestaat naast de voorzitter uit : 1° twee vertegenwoordigers van de Vlaamse groepering voor technische ondersteuning van promotie en export van infrastructuur en uitrusting, bekend onder het acroniem FITA, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 1991;2° twee vertegenwoordigers, aangewezen door de minister;3° twee vertegenwoordigers, aangewezen door de raad van bestuur van het agentschap. Een personeelslid van het agentschap is belast met de secretariaatstaken van de evaluatiecommissie.

Alle leden van de evaluatiecommissie zijn stemgerechtigd. § 3. De evaluatiecommissie kan slechts beraadslagen en beslissen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Een minderheidsstandpunt kan ook worden opgenomen bij een advies. § 4. De vergaderingen van de evaluatiecommissie zijn niet openbaar.

De evaluatiecommissie kan voor de behandeling van een geagendeerd punt deskundigen uitnodigen en alle nuttige adviezen inwinnen.

Het is een lid van de evaluatiecommissie verboden aanwezig te zijn bij een beraadslaging als het lid rechtstreeks belang heeft bij de haalbaarheidsstudie of bij het bouw- of milieuproject, hetzij persoonlijk, hetzij als lasthebber, of als ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad daarbij een rechtstreeks of persoonlijk belang hebben. HOOFDSTUK V. - Uitbetaling en controle

Art. 8.Bij een gunstige beslissing van de gedelegeerd bestuurder van het agentschap wordt de subsidie uitbetaald in drie schijven : 1° een eerste schijf van 30% na de ondertekening van het subsidiebesluit en nadat is aangetoond dat de studie gestart is;2° de tweede schijf van 30% bij de indiening van de eerste versie van de studie bij de evaluatiecommissie;3° het saldo, ten bedrage van maximaal 40%, na het advies van de evaluatiecommissie en na de goedkeuring door de gedelegeerd bestuurder van het agentschap van : a) de definitieve haalbaarheidsstudie;b) het financieel verslag waaruit moet blijken dat het saldo van de subsidie verschuldigd is. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap organiseert de controle op de naleving van het besluit.

Art. 9.De gedelegeerd bestuurder van het agentschap wijst een controleorgaan aan dat gemachtigd is om ter plaatse in de begunstigde onderneming controle uit te oefenen op de aanwending van de toegekende subsidies overeenkomstig artikel 56 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.

Een aanvrager die zich niet houdt aan de bepalingen van dit besluit moet de subsidie terugbetalen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn zes jaar na de datum van inwerkingtreding.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het afzet- en uitvoerbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 maart 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. F. MOERMAN

^