gepubliceerd op 14 juni 2000
Besluit van de Vlaamse regering tot aanstelling van twee bijzondere commissarissen voor de reorganisatie van het Vlaams overheidsapparaat
31 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot aanstelling van twee bijzondere commissarissen voor de reorganisatie van het Vlaams overheidsapparaat
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering van 31 maart 2000 om bijkomende kredieten te voorzien op de begroting van het jaar 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het Vlaams overheidsapparaat hoogdringend moet gereorganiseerd worden om zijn opdrachten optimaal te kunnen vervullen en de nieuwe uitdagingen aan te pakken; dat gelet op de voorgestelde timing, zonder uitstel de werkzaamheden dienen aangevat en de aanstelling van twee bijzondere commissarissen en de vaststelling van hun omkadering en financiële regeling dient te gebeuren;
Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering en van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Tot bijzondere commissarissen voor de reorganisatie van het Vlaams overheidsapparaat, hierna te noemen « commissarissen », worden aangesteld : - de heer Eric Stroobants, secretaris-generaal van het departement Coördinatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en - de heer Leo Victor, secretaris-generaal van het departement Algemene Zaken en Financiën van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2.Beide secretarissen-generaal zijn in toepassing van artikel II 28, § 1, eerste lid, van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 voor de duur van hun opdracht verhinderd als secretaris en plaatsvervangend secretaris van de Vlaamse regering. Dienvolgens wijst de minister-president van de Vlaamse regering, in toepassing van vermeld artikel II 28, § 1, eerste lid, voor de duur van de opdracht de plaatsvervangend secretaris van de Vlaamse regering aan.
Art. 3.§ 1. De commissarissen hebben als opdracht aan de Vlaamse regering gemotiveerde voorstellen te doen inzake de nieuwe organisatie van het Vlaams overheidsapparaat. § 2. De opdracht van de commissarissen betreft inzonderheid : 1. de opstelling van een actie- en stappenplan;2. de ontwikkeling van een basisvisie rond Beter bestuurlijk Beleid, met krachtlijnen voor een vernieuwd bestuurlijk en organisatorisch kader;3. het uitwerken van voorstellen inzake de nieuwe organisatiestructuur op basis van homogene beleidsdomeinen, kerndepartementen en verzelfstandigde overheidsagentschappen, met inbegrip van een categorisering van de overheidsagentschappen;4. het uitwerken van voorstellen inzake aansluitende managementaspecten, inzonderheid : - strategisch management zoals responsabilisering van het management, de uitbouw van contractmanagement, beheersovereenkomsten, en audit; - human resources management, competentie- en kennismanagement, met mandaatfuncties gekoppeld aan een nieuw en marktconform beloningsbeleid, met inbegrip van de uitwerking van voorstellen voor een eenheidsstatuut en een kaderregeling voor een geïntegreerd personeelsbeleid; - middelenmanagement zoals begroting, boekhouding, financiële en operationele informatiesystemen, ICT, facilitymanagement; 5. het uitwerken van voorstellen inzake de nodige generieke onderbouw met inbegrip van regelgeving;6. het opvolgen, begeleiden en adviseren van de implementatie;7. het nemen van de nodige initiatieven op het vlak van de communicatie. § 3. De commissarissen rapporteren aan de Vlaamse regering over hun werkzaamheden volgens de timing die wordt afgesproken met de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken.
Art. 4.§ 1. De commissarissen kunnen voor de uitvoering van hun opdracht bijgestaan worden door een projectgroep, bestaande uit personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering en/of van de Vlaamse openbare instellingen. De samenstelling van deze projectgroep wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken. § 2. De commissarissen beschikken voor de administratieve ondersteuning van hun opdracht over een secretariaat, waarvoor zij een beroep kunnen doen op personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering en/of van de Vlaamse openbare instellingen. § 3. De commissarissen kunnen in functie van specifieke vereisten, met de goedkeuring van de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, bij de uitvoering van hun opdracht externe deskundigen inschakelen voor de behandeling van bijzondere vraagstukken. § 4. De werkzaamheden van de projectgroep worden opgevolgd en begeleid door een begeleidingscommissie, die optreedt als advies- en reflectieforum. Op voorstel van de commissarissen beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, over de samenstelling van de begeleidingscommissie.
Art. 5.§ 1. De commissarissen krijgen voor de duur van hun opdracht, naast hun normale salaris van secretaris-generaal bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, een toelage die gelijk is aan de kabinetstoelage van een staflid met de graad van kabinetschef, zoals bepaald in de artikelen 19 en 21 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 juli 1999 tot organisatie van de kabinetten van de Vlaamse ministers. § 2. De leden van de projectgroep, vermeld in artikel 4, § 1, krijgen voor de duur van hun aanstelling, naast hun normale salaris als personeelslid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of van een Vlaamse wetenschappelijke of openbare instelling, een toelage die gelijk is aan de kabinetstoelage van een staflid met de graad van raadgever, zoals bepaald in de artikelen 19 en 21 van vermeld besluit van de Vlaamse regering van 27 juli 1999. § 3. Het secretariaatspersoneel, vermeld in artikel 4, § 2, krijgt voor de duur van de aanstelling, naast het normale salaris als personeelslid van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of van een Vlaamse wetenschappelijke of openbare instelling, een toelage die gelijk is aan de kabinetstoelage van een gedetacheerd uitvoerend personeelslid, zoals bepaald in de artikelen 19 en 22 van vermeld besluit van de Vlaamse regering van 27 juli 1999. § 4. De toelagen worden maandelijks en na vervallen termijn uitbetaald. § 5. Aan de leden van de begeleidingscommissie die niet tot het personeel van een openbare dienst behoren, wordt per zitting een presentiegeld van 15.000 frank toegekend met een maximum van één presentiegeld per dag.
Art. 6.De kosten verbonden aan de opdracht, vermeld in artikel 3, en van de toelagen en vergoedingen, vermeld in artikel 5, vallen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 7.Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 8.De minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 maart 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS