gepubliceerd op 10 februari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een vergoeding aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs
30 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een vergoeding aan personeelsleden die houder zijn van een getuigschrift of diploma buitengewoon onderwijs
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek, inzonderheid op artikel IX. 8, tweede lid;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 april 2005;
Gelet op het protocol nr. 550 van 10 juni 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 315 van 10 juni 2005 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op advies 38.645/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De in artikel 4 bedoelde vergoeding wordt toegekend aan de tijdelijke, tot de proeftijd toegelaten of vastbenoemde personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn, in een betrekking en waarvoor het departement Onderwijs zijn/haar salaris uitbetaalt : 1° in een school of instelling of een afdeling voor buitengewoon onderwijs, met inbegrip van de opleidingsvorm 4;2° in een door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd internaat gehecht aan een instelling voor buitengewoon onderwijs, tehuis voor buitengewoon onderwijs, semi-internaat en opvangcentrum. § 2. De vergoeding wordt eveneens toegekend aan de in § 1 vermelde personeelsleden die : 1° aangewezen zijn om deel te nemen aan het experimenteel project betreffende de ondersteuning van kinderen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs;2° tewerkgesteld zijn in het gewoon onderwijs op basis van lestijden, lesuren, uren of uren-leraar in het kader van het geïntegreerd onderwijs. § 3. De vergoeding wordt eveneens toegekend aan de zorgcoördinator in het gewoon en buitengewoon onderwijs.
Art. 2.Om recht te hebben op deze vergoeding moeten de in artikel 1, § 1 en § 2 bedoelde personeelsleden aangesteld zijn in een betrekking in een ambt van : 1° het bestuurs- en onderwijzend personeel, met inbegrip van de godsdienstleerkrachten;2° het opvoedend hulppersoneel;3° het paramedisch personeel;4° het sociaal personeel;5° het psychologisch personeel;6° het medisch personeel;7° het orthopedagogisch personeel.
Art. 3.§ 1. De in artikel 4 bedoelde vergoeding wordt toegekend aan de houders van een hierna vermelde diploma of getuigschrift : 1° getuigschrift van bekwaamheid tot het opvoeden van abnormale kinderen uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;2° getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Commissie ingesteld bij ministerieel besluit van 10 mei 1924;3° getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;4° bekwaamheidsgetuigschrift buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Normaalleergang voor buitengewoon onderwijs;5° getuigschrift van navorming buitengewoon onderwijs uitgereikt door de Centrale Examencommissie volgens besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991;6° diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;7° diploma voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs en remedial teaching.
Art. 4.§ 1. De in artikel 1 en 2 genoemde personeelsleden die houder zijn van een in artikel 3 vermeld diploma of getuigschrift krijgen een vergoeding waarvan het jaarbedrag vastgesteld is op 321,18 euro aan 100 %. § 2. Het jaarbedrag van de vergoeding wordt vastgesteld naar rato van de omvang van de betrekking waarin het personeelslid geaffecteerd of aangesteld is. § 3. De personeelsleden aan wie op basis van de in artikel 3 opgesomde diploma's of getuigschriften een weddenschaal werd toegekend, hebben geen recht op een vergoeding.
Art. 5.De vergoeding bedoeld in artikel 4 volgt de evolutie van het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994.
Art. 6.De vergoedingen die vóór 1 september 2005 werden toegekend, hebben met betrekking tot de bezoldiging geen gevolgen voor de inrichtende machten en de personeelsleden en zijn in hoofde van de personeelsleden definitief verworven.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 september 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE