Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 30 maart 2007
gepubliceerd op 24 april 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden

bron
vlaamse overheid
numac
2007035572
pub.
24/04/2007
prom.
30/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/30/2007035572/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij het decreet van 22 december 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2006;

Gelet op het advies 41.102/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Binnen de begrotingskredieten kan de minister subsidies toekennen voor de tewerkstelling van personeelsleden aan de volgende verenigingen : 1° verenigingen zonder winstoogmerk;2° vennootschappen met sociaal oogmerk;3° autonome gemeente- en provinciebedrijven;4° intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid. Onverminderd het eerste lid moet : 1° de tewerkstelling toeristisch-recreatieve doelstellingen nastreven en bijdragen tot de instandhouding, uitbreiding, verbetering of toegankelijkheid van het toeristische aanbod van een gemeente, streek, provincie of van Vlaanderen;2° de vereniging over voldoende middelen beschikken en een degelijk beheer kunnen bewijzen.»

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 2bis.De minister stelt op basis van de bepalingen van dit besluit richtlijnen op. De vereniging moet in haar aanvraag voor een subsidie aantonen dat ze aan die richtlijnen voldoet. »

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.Voor de volgende personeelsleden kan een subsidie worden toegekend : 1° een personeelslid in gewezen DAC-statuut;2° een personeelslid van een vereniging die voor de inwerkingtreding van dit besluit met Toerisme Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;3° een personeelslid dat door de vereniging wordt aangeworven voor een functie die past binnen de richtlijnen, vermeld in artikel 2bis, en waarvoor een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten als vermeld in artikel 7bis.»

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.De subsidie voor een personeelslid als vermeld in artikel 3, 1°, mag niet leiden tot of oorzaak zijn van het ontslag van een personeelslid van de vereniging. »

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.§ 1. De subsidie moet met een ter post aangetekende brief, een fax of elektronisch worden aangevraagd, op voorwaarde dat de aanvrager van de geadresseerde een ontvangstbewijs krijgt. De aanvraag moet worden gericht aan Toerisme Vlaanderen, en bevat de volgende documenten : 1° een ingevuld inlichtingenblad, dat door Toerisme Vlaanderen ter beschikking wordt gesteld;2° in voorkomend geval, de arbeidsovereenkomst tussen het personeelslid en de vereniging of een beschrijving van de selectie- en aanwervingsprocedure;3° het arbeidsreglement van de vereniging;4° de aanwijzing van het sociaal secretariaat;5° een functieomschrijving van de tewerkstelling;6° als de vereniging voor haar tewerkstelling overheidssubsidies van een andere instelling dan Toerisme Vlaanderen ontvangt, de vermelding van die andere subsidiërende overheidsinstelling of overheidsinstellingen, alsook de subsidiebedragen die de instellingen toekennen. § 2. Zodra de aanvraag volledig is, bezorgt Toerisme Vlaanderen de aanvraag samen met een voorstel van samenwerkingsovereenkomst aan de minister. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 7bis.Toerisme Vlaanderen sluit met de vereniging, op basis van de toekenning van de minister, een samenwerkingsovereenkomst. Daarin worden onder meer de toeristisch-recreatieve taakstelling van de personeelsleden waarvoor subsidies worden toegekend en de evaluatiecriteria van de overeenkomst gespecificeerd. De looptijd van de samenwerkingsovereenkomst bedraagt maximaal drie jaar. Die periode kan na evaluatie en binnen de budgettaire middelen verlengd worden met periodes van maximaal drie jaar. »

Art. 7.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.De subsidie wordt verleend voor de loonkosten van het personeelslid dat effectief door de vereniging is tewerkgesteld.

Voor de personeelsleden als vermeld in artikel 3, 1° en 2°, bedraagt het subsidiepercentage 100 % van de loonkosten. Voor de personeelsleden als vermeld in artikel 3, 3°, bedraagt de subsidie 80 % van de loonkosten.

Die loonkosten kunnen de volgende kosten omvatten : 1° het brutoloon;2° de werkgeversbijdrage;3° de bijdrage voor het woon-werkverkeer, begrensd tot de algemene wettelijke voorzieningen;4° het wettelijke enkel en dubbel vakantiegeld;5° het wettelijke vakantiegeld bij uitdiensttreding;6° de eindejaarspremie;7° de arbeidsongevallenverzekering;8° de kosten voor de arbeidsgeneeskundige dienst;9° de kosten voor het sociaal secretariaat. De subsidie voor die loonkosten kan per jaar niet meer bedragen dan het brutojaarloon x 1,53. In geval van uitdiensttreding wordt dat maximumbedrag vermeerderd met het wettelijk vakantiegeld bij uitdiensttreding.

Het brutoloon dat voor subsidie in aanmerking wordt genomen, wordt berekend op basis van de loonbarema's zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het desbetreffende paritair comité, en rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten.

Bij het ontbreken van loonbarema's zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst, die in het desbetreffende paritair comité zijn gesloten, kan Toerisme Vlaanderen de loonbarema's van een ander paritair comité als basis nemen voor de berekening van het brutoloon dat voor subsidie in aanmerking wordt genomen.

De loonkost mag niet al geheel of gedeeltelijk subsidieerbaar zijn op grond van een andere wet of een ander decreet of besluit. »

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.§ 1. Het eerste kwartaal van het kalenderjaar keert Toerisme Vlaanderen een voorschot uit ten belope van 40 % van het subsidiebedrag.

Het derde kwartaal van het kalenderjaar keert Toerisme Vlaanderen een tweede voorschot uit ten belope van 40 % van het subsidiebedrag, voorzover een volledige bewijsvoering van de effectieve tewerkstelling van het voorgaande kalenderjaar en een overzicht van de betaalde loonkosten is ingediend.

Het saldo van 20 % wordt betaald in november, nadat Toerisme Vlaanderen de verantwoording van de bewijsstukken van de eindafrekening van het vorige kalenderjaar heeft goedgekeurd.

Voor 1 april van het jaar dat volgt op het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor subsidiëring, bezorgt de vereniging aan Toerisme Vlaanderen de bewijsvoering van de effectieve tewerkstelling van de gesubsidieerde personeelsleden en een overzicht van de reëel betaalde loonkosten.

Zodra Toerisme Vlaanderen de bewijsvoering heeft goedgekeurd, berekent het het definitieve subsidiebedrag en kent het dat bedrag toe aan de vereniging.

Voor 1 november van het jaar dat volgt op het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor subsidiëring, brengt Toerisme Vlaanderen de vereniging op de hoogte van het definitieve subsidiebedrag. § 2. Voor subsidies die worden toegekend in de loop van het kalenderjaar, bepaalt Toerisme Vlaanderen een betalingskalender voor de voorschotten tot het einde van het eerste kalenderjaar en deelt die aan de begunstigde vereniging mee. Als de samenwerkingsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar afloopt, bepaalt Toerisme Vlaanderen in het begin van het kalenderjaar in samenspraak met de begunstigde organisatie de timing voor de voorschotregeling en eindafrekening. »

Art. 9.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 12.Als de begunstigde niet meer voldoet aan de bepalingen van dit besluit, kan de minister de verdere uitbetaling van de subsidie schorsen of stopzetten en in voorkomend geval aan Toerisme Vlaanderen de opdracht geven om de al uitbetaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. »

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12bis.Overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 19 december 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004, stemt de aanvrager door een subsidieaanvraag in te dienen ermee in dat Toerisme Vlaanderen aanvullende informatie en documenten met betrekking tot de werking van de vereniging kan opvragen en ter plaatse inspecties uitvoert om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van dit besluit nageleefd worden. »

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 maart 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS

^