30 MAART 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, II, 1°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1998, 21 januari 2000 en 17 juli 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 26 maart 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de vertaling van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social Profit naar hogere subsidiebedragen zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden zodat de overeengekomen CAO's kunnen worden uitgevoerd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : «

Art. 13.De subsidie bestaat uit : 1° een forfaitair bedrag van 16.442.505 frank per jaar voor de basiserkenning. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van dit besluit; 2° een forfaitair bedrag van 1.973.100 frank per jaar voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden; 3° een forfaitair bedrag van 1.753.867 frank per jaar voor de vierde en volgende extra schijven van vier erkende eenheden; 4° een forfaitair bedrag van 1.134.688 frank per jaar per aanvullend toegewezen voltijds equivalent personeelslid. »

Art. 2.Aan artikel 13 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Vanaf 1 januari 2002 worden de bedragen, vermeld in § 1, eerste lid, respectievelijk vervangen door wat volgt : 1° 410.157,19 euro; 2° 49.218,86 euro; 3° 43.750,08 euro; 4° 28.128,18 euro.

Vanaf 1 januari 2003 worden de bedragen, vermeld in § 1, eerste lid, respectievelijk vervangen door wat volgt : 1° 412.715,30 euro; 2° 49.525,83 euro; 3° 44.022,96 euro; 4° 28.128,18 euro.

Vanaf 1 januari 2004 worden de bedragen, vermeld in §1, eerste lid, respectievelijk vervangen door wat volgt : 1° 415.273,44 euro; 2° 49.832,80 euro; 3° 44.295,82 euro; 4° 28.128,18 euro.

Vanaf 1 januari 2005 worden de bedragen, vermeld in §1, eerste lid, respectievelijk vervangen door wat volgt : 1° 417.016,82 euro; 2° 50.042,02 euro; 3° 44.481,79 euro; 4° 28.128,18 euro.

Art. 3.In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « De basisindex is de spilindex van toepassing op 1 januari 1998 » vervangen door de woorden « De basisindex is de spilindex van toepassing op 1 januari 2001 ».

Art. 4.Artikel 15, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 maart 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS