30 JUNI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de thematische oproep voor circulaire economie bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid, artikel 18, § 3, vervangen bij het decreet van 20 november 2015.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 11 mei 2023. - Het FWO heeft advies gegeven op 25 mei 2023. - Er is op 23 mei 2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder 1° FWO: de privaatrechtelijke stichting van openbaar nut Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, vermeld in artikel 15, § 1, van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid;2° Vlaams onderzoekscentrum: Nederlandstalige organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als vermeld in artikel 2, 83, van de verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gevestigd in België en die onder de bevoegdheid valt van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest.

Art. 2.Het FWO organiseert thematische oproepen voor subsidie aan strategisch basisonderzoek in alle wetenschapsgebieden, waaruit wetenschappelijk onderbouwde beleidsondersteuning en praktische oplossingen kunnen voortvloeien voor de samenleving als geheel om de circulaire economie binnen de 6 thema's: bio-economie, chemie/kunststoffen, circulair bouwen, maakindustrie, voedselketen en waterkringlopen in de praktijk om te zetten.

Art. 3.§ 1. Een aanvraag wordt ingediend in consortiumverband, dit betekent een samenwerking van twee of meer ontvankelijke instellingen.

Binnen de thematische oproepen, vermeld in artikel 2, kan een projectvoorstel worden ingediend door de volgende ontvankelijke instellingen: 1° de vijf universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, namelijk de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen, de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel;2° een Vlaams onderzoekscentrum. Een van de instellingen, vermeld in het tweede lid, treedt op als promotor-woordvoerder van het project.

Een onderzoeker kan maar aan één consortium deelnemen.

Naast de instellingen, vermeld in het tweede lid, kunnen niet-Vlaamse onderzoekscentra als partner deelnemen aan het consortium. § 2. De aanvraag, kan enkel worden ingediend na een verplichte vooraanmelding van het project.

Art. 4.De subsidie wordt toegekend na advies van expertenpanels waarvan de experten geen lopend onderzoek verrichten met de onderzoeksploeg in kwestie.

De aanvragen, worden beoordeeld op basis van al de volgende criteria: 1° de wetenschappelijke kwaliteit van het projectvoorstel.Die wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria: a) het voorstel omvat innovatief strategisch basisonderzoek en heeft een hoge potentiële wetenschappelijke impact;b) de doelmatigheid en kwaliteit van de onderzoeksaanpak, de projectplanning, het werkprogramma en het voorziene projectbeheer ;c) de expertise en wetenschappelijke ervaring van het consortium ;d) de interdisciplinaire opzet van het project levert een overtuigende bijdrage aan de realisatie van de beoogde wetenschappelijke doorbraak;2° de utiliteitsperspectieven van het projectvoorstel, namelijk de gebruiksmogelijkheden van de resultaten op langere termijn en na vervolgonderzoek door economische, maatschappelijke of overheidsactoren.Die worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: a) het belang en de omvang van het verwachte socio-economische valorisatiepotentieel in Vlaanderen en internationaal;b) de kwaliteit van de voorgestelde strategie en de aanpak ter ondersteuning van het verdere economische of maatschappelijke gebruik van de onderzoeksresultaten;c) de expertise en de ervaring van het consortium met betrekking tot de transfer van onderzoeksresultaten naar economische of maatschappelijke actoren.

Art. 5.Een project ontvangt maximaal 425.000 euro subsidie, exclusief overhead van 17%.

De volgende kosten kunnen worden aangerekend op de subsidie, vermeld in het eerste lid: 1° werkingskosten;2° personeelskosten. De voorgestelde deelbegroting van de niet-Vlaamse onderzoekscentra die deel uitmaken van een consortium, bedraagt niet meer dan 20% van het voorgestelde projectbudget.

Om specifieke deeltaken uit te voeren, kan in het projectvoorstel worden bepaald dat een beroep wordt gedaan op de diensten van onderaannemers. De totale kostprijs van de taken die worden voorgesteld om aan onderaannemers toe te vertrouwen, bedraagt niet meer dan 30% van de voorgestelde projectbudget.

Art. 6.Een project duurt maximaal vierentwintig maanden.

Art. 7.De raad van bestuur van het FWO legt de verdere interne procedures vast voor de aanvraag, behandeling, evaluatie, selectie en toekenning van onderzoeksprojecten. Het FWO maakt de interne procedures openbaar. Daarbij worden geen bijkomende selectiecriteria of voorwaarden voor tegemoetkoming ingevoerd.

Verzoeken tot herziening van een beslissing worden behandeld conform de procedure, vermeld in artikel 32 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 betreffende de subsidiëring door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS