gepubliceerd op 03 augustus 2009
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opheffing van de Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos
29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opheffing van de Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van van 5 juli 1956 betreffende de wateringen, artikel 2, 6 en 7;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005, 19 mei 2006, 16 juni 2006, 25 mei 2007 en 7 december 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones;
Overwegende dat de opheffing van inactieve polders bijdraagt tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies, en tot een betere dienstverlening voor de burgers; dat het voorstel tot opheffing van de Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos hiertoe bijdraagt;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 20 mei 2008 tot en met 18 juni 2008 in de gemeente Bekkevoort, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 14 juli 2008 tot en met 18 augustus 2008 in de stad Diest, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 16 juli 2008 tot en met 14 augustus 2008 in de gemeente Haacht, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 16 april 2008 tot en met 16 mei 2008 in de gemeente Herent, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 8 mei 2008 tot en met 6 juni 2008 in de gemeente Kampenhout, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 21 mei 2008 tot en met 23 juni 2008 in de gemeente Kortenberg, geen bezwaren werden ingediend;
Overwegende dat de Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos geen effectieve werking meer gekend hebben gedurende de laatste 30 jaar; dat deze wateringen al jarenlang geen bestuur meer hebben; dat zij bijgevolg de taken, die hen door het decreet op het integraal waterbeleid en door het uitvoeringsbesluit watertoets zijn toegewezen, niet meer kunnen vervullen; dat opheffing van beide wateringen aangewezen is;
Overwegende dat beide wateringen, voor zover bekend, geen vermogens meer hebben;
Overwegende dat door opheffing van de Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos het beheer van de waterlopen toekomt aan de beheerders zoals bepaald in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op het gunstige advies van de Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, gegeven op 8 november 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 maart 2009;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De Watering van de Begijnebeek en Watering Het Kareelbos, aangegeven op het plan dat als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd, worden opgeheven.
Art. 2.De wateringen hebben geen vermogens meer waarvan de overdracht moet geregeld worden.
Art. 3.Na de opheffing van de wateringen moeten de waterlopen en grachtenstelsels beheerd worden zoals bepaald in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en zoals aangeduid op het plan dat als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het natuurbehoud en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 mei 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld