29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de opheffing van de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden

De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders, artikel 2, 6, 7;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005, 19 mei 2006, 16 juni 2006, 25 mei 2007 en 7 december 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones;

Overwegende dat de opheffing van inactieve polders bijdraagt tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies, en tot een betere dienstverlening voor de burgers; dat het voorstel tot opheffing van de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden hiertoe bijdraagt;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 30 juni 2008 tot en met 28 juli 2008 in de gemeente Sint-Katelijne-Waver, geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 1 juli 2008 tot en met 31 juli 2008 in de gemeente Duffel, geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende het gunstig advies van het gemeentebestuur van Duffel, gegeven op 12 september 2007;

Overwegende het gunstig advies van het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver, gegeven op 8 november 2007;

Overwegende het gunstig advies van de betrokken polder, met name de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden, gegeven op 4 september 2008;

Overwegende het gunstig advies van de aangrenzende polder, met name de polder De Koebeemden, gegeven op 16 september 2008;

Gelet op het gunstige advies van de Deputatie van de provincie Antwerpen, gegeven op 6 november 2008;

Overwegende dat de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden met een oppervlakte van 54 ha 92 ca te klein is om als apart bestuur te blijven fungeren;

Overwegende dat de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden in een normale financiële toestand verkeert; dat de polder sinds jaren geen dijkgeschotten meer int, noch aanbestedingen doet voor het ruimen van waterlopen;

Overwegende dat de polder geen rol speelt inzake het lokale waterbeheer, doordat het onderhoud van de officiële waterlopen in handen is van de provincie en de AWW het waterbeheer op haar terreinen voor zich neemt;

Overwegende dat de polder grenst aan de polder De Koebeemden, maar een fusie van deze beiden niet aangewezen is omdat de gefusioneerde polder dan nog maar een totale oppervlakte zou hebben van een kleine 200 ha;

Overwegende dat het vermogen van de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden enkel nog bestaat uit geldelijke middelen en er voor zover bekend geen schulden zijn;

Overwegende dat er in het poldergebied geen achterstallige onderhoudswerken nodig zijn die met dat bedrag zouden uitgevoerd kunnen worden; dat het voornamelijk de opbrengst betreft van belastingen uit het verleden; dat het bijgevolg een onbegonnen zaak is dit terug te bezorgen aan de toenmalige belastingbetalers;

Overwegende dat de lokale afdeling van Natuurpunt vrij actief is in het gebied en dat er een goede samenwerking is tussen Natuurpunt enerzijds en de provincie, AWW en de gemeenten anderzijds;

Overwegende dat de resterende geldelijke middelen ten goede komen aan de ingelanden als ze door de lokale afdeling van Natuurpunt worden aangewend voor aankoop en/of onderhoud van percelen binnen het gebied van de voormalige polder;

Overwegende dat wat betreft het toekomstig beheer en onderhoud van de op te heffen polder een jaarlijks overleg tussen alle betrokken partijen aangewezen is; dat dit overleg kan opgenomen worden in de werking van het Waterschap Beneden-Nete;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 maart 2009;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De polder Mostaardpot en Fermerijbeemden, aangegeven op het plan dat als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd, wordt opgeheven.

Art. 2.Het vermogen van de polder Mostaardpot en Fermerijbeemden, uitsluitend bestaande uit geldelijke middelen, wordt aangewend door de lokale afdeling van Natuurpunt voor aankoop en/of onderhoud van percelen binnen het gebied van de voormalige polder.

Art. 3.Na de opheffing van de polder moeten de waterlopen en grachtenstelsels beheerd worden zoals bepaald in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en zoals aangeduid op het plan dat als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het natuurbehoud en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS