Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 januari 2022
gepubliceerd op 28 maart 2022

Besluit van de Vlaamse Regering over het Vlaamse internationale beurzenprogramma voor topstudenten

bron
vlaamse overheid
numac
2022030981
pub.
28/03/2022
prom.
28/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering over het Vlaamse internationale beurzenprogramma voor topstudenten


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het decreet van 14 januari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/01/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022030408 bron vlaamse overheid Decreet over het internationale beurzenprogramma voor topstudenten sluiten over het Vlaamse internationale beurzenprogramma voor topstudenten, artikel 2, artikel 3, eerste lid, 3°, en derde lid, en artikel 5.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 16 december 2021; - De Raad van State heeft advies 70.732/1 gegeven op 19 januari 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management en de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: Hoofdstuk 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 14 januari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/01/2022 pub. 28/02/2022 numac 2022030408 bron vlaamse overheid Decreet over het internationale beurzenprogramma voor topstudenten sluiten over het Vlaamse internationale beurzenprogramma voor topstudenten;2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid; 3° Vlaamse hogeronderwijsinstelling: een instelling vermeld in artikel II.2 of II.3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; 4° website: www.vlaanderen.be/fayatbeurzen

Art. 2.Het Vlaamse internationale beurzenprogramma voor topstudenten, opgericht bij het decreet, krijgt de naam "Fayatbeurzen".

Fayatbeurzen biedt beurzen aan voor kwalitatief hoogstaande opleidingen aan buitenlandse hogeronderwijsinstellingen die opgenomen zijn in de lijst die de minister vaststelt op basis van een World University Rankings lijst.

Hoofdstuk 2. - De indiening van de aanvraag

Art. 3.De oproep tot indiening van een beursaanvraag wordt gepubliceerd op de website.

Beursaanvragen worden in het Nederlands ingediend via het elektronische formulier op de website.

De beursaanvraag bevat onder meer een curriculum vitae, een motivering, de studieresultaten, een verklaring op erewoord dat de aanvrager nog niet eerder een Fayatbeurs heeft ontvangen en dat hij geen andere beurs ontvangt voor de opleiding en een verklaring op erewoord over de moedertaal.

Art. 4.Bij het aanvraagformulier, vermeld in artikel 3, worden de volgende documenten gevoegd: 1° een afschrift van het masterdiploma van de aanvrager;2° minstens twee aanbevelingsbrieven van experten uit het kennisdomein van de aanvrager, waaronder één aanbevelingsbrief van een docent van de Vlaams hogeronderwijsinstelling waar de aanvrager zijn masteropleiding heeft gevolgd;3° een essay waarin de aanvrager zijn leiderschapspotentieel en maatschappelijke verantwoordelijkheidszin aantoont;4° als het Nederlands niet de moedertaal is van de aanvrager, een bewijs van taalkennis Nederlands, niveau C1, voor spreken en schrijven;5° een toelatingsbrief van of een bewijs van inschrijving bij de buitenlandse hogeronderwijsinstelling; Voor het document, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt het formulier gebruikt dat daarvoor op de website beschikbaar is.

De aanvraag kan ook ingediend worden door laatstejaarsstudenten of door studenten die wel een aanvraag tot toelating hebben ingediend bij een buitenlandse hogeronderwijsinstelling maar nog geen bewijs van toelating bij die instelling ontvangen hebben. In dat geval worden de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° en 5°, bij de aanvraag gevoegd zodra ze beschikbaar zijn.

Hoofdstuk 3. - De beoordeling van de aanvraag en de samenstelling van de jury

Art. 5.Er wordt een onafhankelijke jury opgericht om de aanvragen te beoordelen.

De jury bestaat uit: 1° twee captains of society met een achtergrond in de exacte wetenschappen;2° twee captains of society met een achtergrond in de humane wetenschappen;3° een captain of society met een achtergrond in de audiovisuele en beeldende kunsten, of in de muziek en de podiumkunsten. De leden van de jury worden aangewezen door de minister. Bij de precieze samenstelling van de jury zal er over gewaakt worden dat academische expertise voldoende aanwezig is.

Een afgevaardigde van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken neemt deel als waarnemend lid en verzorgt het secretariaat.

Art. 6.De jury evalueert de geanonimiseerde aanvragen op basis van de criteria, vermeld in artikel 3, tweede lid, van het decreet, aan de hand van: 1° de studieresultaten in het hoger onderwijs;2° het essay dat bij de aanvraag is gevoegd;3° de motivatie, vermeld in het aanvraagformulier;4° de aanbevelingsbrieven. De aanvragers die het best geëvalueerd worden, worden uitgenodigd voor een interview met de jury.

Tijdens het interview wordt verder gepeild naar: 1° de motivatie van de aanvrager;2° de communicatievaardigheden, de ambassadeurskwaliteiten, het leiderschapspotentieel en de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin van de aanvrager;3° de wijze waarop de aanvrager in het gastland een internationaal netwerk van talentvolle studenten en alumni in verschillende vakgebieden wil ontwikkelen;4° de wijze waarop de aanvrager via dat netwerk het imago van Vlaanderen in het buitenland wil versterken;5° de wijze waarop de aanvrager, na beëindiging van de opleiding, de verworven kennis en ervaringen zal delen ten behoeve van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 7.De jury rangschikt de aanvragen, volgens een jureringskader dat het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken vooraf heeft vastgelegd, op basis van de mate waarin ze passen binnen de doelstellingen van het beurzenprogramma, vermeld in artikel 2, tweede lid, 2° en 3°, van het decreet.

Hoofdstuk 4. - De toekenning van de beurs

Art. 8.De beurzen worden toegekend binnen de perken van de begrotingskredieten, op basis van de rangschikking, vermeld in artikel 7.

De minister kent de beurzen toe bij ministerieel besluit.

Hoofdstuk 5. - Het bedrag van de tegemoetkoming en de uitbetaling en het toezicht op de aanwending van de tegemoetkoming

Art. 9.§ 1. De beurs omvat een vergoeding van de kosten voor onderwijs, voor huisvesting, voor levensonderhoud en voor verplaatsing, voor de duur van de opleiding, met een maximum van 24 maanden. § 2. De vergoeding van de kosten voor onderwijs stemt overeen met het inschrijvingsgeld aan de buitenlandse hogeronderwijsinstelling, zoals vermeld op de factuur of een ander betalingsbewijs.

De vergoeding voor huisvesting en levensonderhoud wordt berekend conform de volgende formule: vergoeding = basiskosten x coëfficiënt gaststad x wisselkoers gastland waarbij: 1° basiskosten = het basisbedrag voor het levensonderhoud in België dat overeenstemt met de gemiddelde kosten van levensonderhoud in België op basis van de meest recente cijfers van Statbel over het huishoudbudget per maand per persoon;2° coëfficiënt gaststad = de mathematische weergave van de vergelijking van de levensduurte in de buitenlandse stad waar de opleiding gevolgd wordt met de levensduurte in België.De levensduurte coëfficiënt wordt bepaald op basis van de Convenience Index van Mercer. 3° wisselkoers gastland = de wisselkoers voor de munteenheid van het gastland als dat een andere munteenheid dan de euro is, zoals aangegeven in de Convenience Index van Mercer. De vergoeding voor verplaatsing bestaat uit een forfaitair bedrag voor twee heen en terug verplaatsingen. Per heen en terug verplaatsing worden volgende bedragen gehanteerd: 1° 400 euro voor opleidingen in Europa;2° 1500 euro voor opleidingen in Australië;3° 1000 euro voor opleidingen buiten Europa of Australië. De minister kan de bedragen, vermeld in het derde lid, aanpassen bij significante wijzigingen van de gemiddelde reiskosten. § 3. Studenten met een functiebeperking, vermeld in artikel I.3, 62°, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, hebben recht op terugbetaling van de bijkomende kosten die verband houden met hun functiebeperking, op basis van de bewijsstukken.

Art. 10.§ 1. De beurs wordt uitbetaald in drie schijven: 1° een eerste schijf omvat 50% van de vergoeding voor verplaatsing + 60% van de vergoeding voor huisvesting en levensonderhoud.Die schijf wordt uitbetaald binnen een maand na de toekenning van de beurs; 2° een tweede schijf omvat 50% van de vergoeding voor verplaatsing + 35% van de vergoeding voor huisvesting en levensonderhoud.Die schijf wordt uitbetaald vier maanden na de toekenning van de beurs; 3° een derde schijf van 5% van de vergoeding voor huisvesting en levensonderhoud wordt uitbetaald na de feedback-procedure, vermeld in paragraaf 2. De vergoeding van kosten voor onderwijs worden betaald binnen de maand na voorlegging van een factuur of een betalingsbewijs.

De ontvankelijke kosten die verband houden met een functiebeperking worden betaald binnen de maand na voorlegging van de bewijsstukken. § 2. Nadat de opleiding is afgerond, bezorgt de begunstigde student een afschrift van het behaalde diploma en geeft hij/zij schriftelijk feedback over de gevolgde opleiding en de buitenlandse hogeronderwijsinstelling en over de ondernomen acties inzake netwerking en imagoversterking van Vlaanderen.

De feedback wordt binnen twee maanden na de beëindiging van de opleiding ingediend via de website.

Art. 11.Als de opleiding, waarvoor de beurs is toegekend, vroegtijdig wordt stopgezet, worden de volgende bedragen teruggevorderd: 1° de kosten voor onderwijs, vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, waarvoor geen factuur of betalingsbewijs kan worden voorgelegd;2° het deel van de vergoeding voor huisvesting en levensonderhoud, vermeld in artikel 9, § 2, tweede lid, dat betrekking heeft op de duur van de opleiding die niet is gevolgd;3° de verplaatsingskosten, vermeld in artikel 9, § 2, vierde lid, waarvoor geen betalingsbewijs kan worden voorgelegd; Hoofdstuk 6. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 januari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS

^