Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 27 januari 2023
gepubliceerd op 27 februari 2023

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2009 tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden en het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019 tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden

bron
vlaamse overheid
numac
2023030418
pub.
27/02/2023
prom.
27/01/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009024254 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden en het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019030349 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, artikel 3bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1995 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2018.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 13 oktober 2022; - Er is op 21 november 2022 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De criteria waarop de minister zich baseert om een aanvraag te beoordelen van een particulier voor het houden van een diersoort die niet op een positieve lijst staat, worden in de praktijk als te beperkt beschouwd. Een uitbreiding van die criteria is noodzakelijk om dierenwelzijnsproblemen en problemen voor de leefomgeving bij een eventuele ontsnapping te vermijden. - Om het houden van diersoorten die niet op een positieve lijst staan, zo veel mogelijk te beperken, is het aangewezen om ook de kweek ervan bij particulieren te reguleren.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 16 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009024254 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden

Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2009 pub. 24/08/2009 numac 2009024254 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren die gehouden mogen worden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 november 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Na advies van de Vlaamse Dierentuinencommissie beslist de minister over de erkenning van de particulier, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, binnen zes maanden nadat de minister het aanvraagdossier conform paragraaf 1 heeft ontvangen. De minister beslist op basis van al de volgende criteria: 1° het feit of de dieren van de soort in kwestie al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van hun essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften;2° de mate waarin de dieren van de soort in kwestie van nature agressief of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;3° het al dan niet bestaan van duidelijke aanwijzingen dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;4° de beschikbaarheid van bibliografische gegevens over het houden van de soort;5° de voorziene huisvesting biedt voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren en is zo ontworpen en onderhouden dat de dieren niet kunnen ontsnappen en dat de veiligheid van de dieren, de omwonenden en de omgeving gewaarborgd is;6° de voorziene verzorging en de kennis van de aanvrager bieden voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren, inclusief de intenties van de particulier om met de aangevraagde diersoort te kweken of nieuwe individuen te verwerven. In het eerste lid wordt verstaan onder Vlaamse Dierentuinencommissie: het comité van deskundigen, vermeld in artikel 5, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

In geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de criteria, vermeld in het eerste lid.

Het aanvraagdossier, vermeld in paragraaf 1, wordt beoordeeld op basis van al de volgende elementen: 1° een uitgebreid onderzoek dat berust op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn;2° de meest recente resultaten van het internationale onderzoek ter zake; 3° de minimumnormen, vermeld in het ministerieel besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/05/1999 pub. 19/08/1999 numac 1999016152 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen sluiten tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen."; 2° in paragraaf 3 wordt tussen de woorden "onbeperkte geldigheidsduur" en de woorden "De minister kan" de zin "In de erkenning wordt bepaald of kweken met de aangevraagde diersoort toegelaten wordt en of er een beperking opgelegd wordt voor het maximale aantal individuen van de soort in kwestie dat gehouden mag worden." ingevoegd.

Art. 2.Aan artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd: "De particulier zorgt ervoor dat de dieren niet kunnen ontsnappen.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019030349 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden

Art. 3.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/03/2019 pub. 12/04/2019 numac 2019030349 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden sluiten tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De minister beslist na advies van de Vlaamse Dierentuinencommissie over de erkenning van de particulier, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, binnen zes maanden nadat de minister het aanvraagdossier conform paragraaf 1 heeft ontvangen. De minister beslist op basis van al de volgende criteria: 1° het feit of de dieren van de soort in kwestie al dan niet gemakkelijk te houden en te huisvesten zijn met inachtname van de essentiële fysiologische, ethologische en ecologische behoeften van de soort;2° de handelbaarheid van de soort, rekening houdend met de grootte van de volwassen dieren;3° de mate waarin de dieren van de soort in kwestie van nature agressief of gevaarlijk zijn of een ander bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens inhouden;4° het feit of er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de soort zich in de natuur kan handhaven bij ontsnapping van specimens uit gevangenschap en bijgevolg een ecologische bedreiging vormt;5° de beschikbaarheid van gedetailleerde informatie over het houden van de soort, met inbegrip van informatie over de behoeften en voorwaarden om de soort in gevangenschap te houden en te verzorgen;6° de voorziene huisvesting biedt voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren en is zo ontworpen en onderhouden dat de dieren niet kunnen ontsnappen en dat de veiligheid van de dieren, de omwonenden en de omgeving gewaarborgd is;7° de voorziene verzorging en de kennis van de aanvrager bieden voldoende garanties om het welzijn van de dieren te verzekeren, inclusief de intenties van de particulier om met de aangevraagde diersoort te kweken of nieuwe individuen te verwerven. In het eerste lid wordt verstaan onder Vlaamse Dierentuinencommissie: het comité van deskundigen, vermeld in artikel 5, § 2, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

In geval van tegenstrijdige gegevens of informatie over de houdbaarheid van een soort wordt beschouwd dat niet voldaan is aan een of meerdere van de criteria, vermeld in het eerste lid.

Het aanvraagdossier, vermeld in paragraaf 1, wordt beoordeeld op basis van al de volgende elementen: 1° de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn;2° de meest recente resultaten van het internationale onderzoek ter zake; 3° de minimumnormen, vermeld in het ministerieel besluit van 23 juni 2004Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2004 pub. 27/07/2004 numac 2004022511 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Ministerieel besluit tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van reptielen in dierentuinen sluiten tot vaststelling van minimumnormen voor het houden van reptielen in dierentuinen."; 2° in paragraaf 4 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In de erkenning wordt bepaald of kweken met de aangevraagde diersoort toegelaten wordt en of er een beperking opgelegd wordt voor het maximale aantal individuen van de soort in kwestie dat gehouden mag worden."; 3° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5.De aanvrager zorgt ervoor dat de dieren niet kunnen ontsnappen.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 4.Aanvraagdossiers die ingediend werden bij de minister voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op dat ogenblik.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 januari 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS

^