gepubliceerd op 15 februari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 houdende de subsidiëring van de animatiewerking in de erkende rusthuizen
27 JANUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 houdende de subsidiëring van de animatiewerking in de erkende rusthuizen
De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het decreet van 23 februari 1994;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op artikel 24, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, inzonderheid op norm 4.1.4. van bijlage B vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op de bijlage V, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 en 30 november 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 houdende de subsidiëring van de animatiewerking in de erkende rusthuizen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 september 2005 en 13 oktober 2005;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 14 december 2005;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 houdende de subsidiëring van de animatiewerking in de erkende rusthuizen, worden de woorden « en de erkende centra voor kortverblijf » toegevoegd.
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een 2° en 3° worden ingevoegd, die luiden als volgt : « 2° centrum voor kortverblijf : een voorziening die als opdracht heeft de gebruiker, in daartoe bestemde lokalen, 's nachts of gedurende een beperkte periode, verblijf, alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezinsverzorging en huishoudelijke verzorging te bieden;3° voorziening : een rusthuis waarin of waarbij al dan niet een centrum voor kortverblijf uitgebaat wordt »;2° de huidige 2°, 3° en 4° worden respectievelijk 4°, 5° en 6°;3° in 4° wordt het woord « rusthuis » vervangen door het woord « voorziening »;4° punt 5° wordt vervangen door : « 5° het agentschap : het Intern Verzelfstandigd Agentschap Zorg en Gezondheid binnen het Vlaams ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ».
Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord « rusthuizen » vervangen door het woord « voorzieningen ».
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « erkend rusthuis » worden vervangen door de woorden « erkende voorziening »;2° 3° en 4° worden vervangen door wat volgt : « 3° een jaarplan opmaken inzake de animatiewerking en de uitvoering ervan.Als een initiatiefnemer naast een rusthuis eveneens een centrum voor kortverblijf uitbaat, volstaat één gezamenlijk jaarplan.
De minister kan aangaande de vorm en de inhoud ervan specifieke regels uitvaardigen; 4° beschikken over een uitgeschreven visie met betrekking tot de animatiewerking.Die moet geconsolideerd worden in het beheersorgaan van de initiatiefnemer. In deze visie moet bijzondere aandacht gaan naar de uitbouw van een vrijwilligerswerking, een integrale benadering van de animatie in de voorziening en een specifiek vormingsaanbod inzake animatie voor alle personeelsleden. Bovendien moet uit deze visie blijken dat de voorziening emanciperend omgaat met bewoners en familieleden en dat de voorziening aandacht heeft voor een integrale behoeftedetectie die de basis zal vormen voor het individuele zorg- en begeleidingsplan.
Als een initiatiefnemer naast een rusthuis eveneens een centrum voor kortverblijf uitbaat, volstaat één gezamenlijke visie.
De minister kan hierover specifieke voorwaarden uitvaardigen ».
Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « erkend rusthuis » vervangen door de woorden « erkende voorziening »;2° in § 1 wordt 1° vervangen door wat volgt : « 1° het aantal erkende woongelegenheden op 1 januari van het desbetreffende werkingsjaar, en het aantal woongelegenheden waarvoor vóór 1 januari van het desbetreffende werkingsjaar een erkenning werd aangevraagd en die uiterlijk op 1 januari van het desbetreffende werkingsjaar in gebruik zullen worden genomen.De woongelegenheden van het rusthuis en de woongelegenheden van het centrum voor kortverblijf dat in of bij het rusthuis uitgebaat wordt, worden samengevoegd »; 3° in § 2 worden de woorden « per rusthuis » vervangen door de woorden « per voorziening ».
Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van het rusthuis » worden vervangen door de woorden « van de voorziening »;2° de woorden « de administratie » worden vervangen door « het agentschap ».
Art. 7.In artikel 8 eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door « het agentschap ».
Art. 8.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, § 2 en § 3 worden de woorden « de administratie » vervangen door « het agentschap »;2° in § 2 en § 3 wordt het woord « rusthuis » vervangen door het woord « voorziening »;3° in § 4 worden de woorden « het rusthuis » vervangen door de woorden « de voorziening ».
Art. 9.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « het rusthuis » vervangen door « de voorziening » en worden de woorden « de administratie » vervangen door « het agentschap »;2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De voorziening verleent haar volle medewerking aan de uitoefening van dit toezicht. Zij bezorgt het agentschap, op eenvoudig verzoek, de stukken die met de uitoefening van dit toezicht verband houden. »
Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 worden de woorden « het rusthuis » telkens vervangen door de woorden « de voorziening »;2° in § 1 en § 2 worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 11.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden in § 2 en § 3 de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE