27 AUGUSTUS 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een premie tot stimulering van een opleidingskeuze

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 4, zoals gewijzigd bij artikel 66 van het decreet van 27 juni 2003 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2003;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 7 april 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 13 mei 2004;

Gelet op advies 37.344/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de VDAB : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;2° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor beroepsomscholing en -bijscholing;3° de werkzoekende : de niet-werkende persoon die met het oog op tewerkstelling is ingeschreven bij de VDAB;4° de niet-gekwalificeerde werkzoekende : de werkzoekende die geen betaalde beroepsarbeid verricht, die minstens achttien jaar is, die geen diploma heeft van hoger secundair onderwijs, en die gestopt is met het volgen van onderwijs;5° knelpuntberoep : beroep waarvoor de vacatures moeilijk ingevuld raken;6° sectoraal knelpuntberoep : knelpuntberoep behorend tot één bedrijfstak zoals bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 4° van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;7° intersectoraal knelpuntenberoep : knelpuntberoep behorend tot verschillende bedrijfstakken zoals bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 4° van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;8° sectorale organisaties : paritair beheerde organisaties voor één bedrijfstak, beheerd door de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties zoals bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;9° niveau beginnend beroepsbeoefenaar : de basiscompetenties waarover een persoon moet beschikken om te kunnen starten in een beroep;10° erkende opleidingsverstrekkers : de opleidingsverstrekkers die erkend zijn in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers;11° traject : een geplande, efficiënte en flexibele aaneenschakeling van verschillende stappen in een logische volgorde met als doel de kansen op duurzame werkgelegenheid te verhogen. HOOFDSTUK II. - De werkzoekende

Art. 2.Een werkzoekende die een opleiding volgt die leidt naar een knelpuntberoep heeft recht op een premie onder de hierna bepaalde voorwaarden : 1° de betrokkene volgt een opleiding bij een erkende opleidingsverstrekker;2° de opleiding is gekoppeld aan een trajectbegeleiding;3° de opleiding duurt minstens honderd uren. Een individuele beroepsopleiding in een onderneming voldoet niet aan de voorwaarde vermeld onder 1°.

Art. 3.De opleidingen leidend naar sectorale knelpuntberoepen worden jaarlijks, op voorstel van het beheerscomité van de VDAB en na advies van de sectorale organisaties, vastgesteld door de minister.

De opleidingen leidend naar intersectorale knelpuntberoepen worden jaarlijks, op voorstel van het beheerscomité van de VDAB, vastgesteld door de minister. HOOFDSTUK III. - De niet-gekwalificeerde werkzoekende

Art. 4.Een niet-gekwalificeerde werkzoekende die een opleiding volgt die leidt naar een niveau van beginnend beroepsbeoefenaar heeft recht op een premie onder de hierna bepaalde voorwaarden : 1° de betrokkene volgt een opleiding bij een erkende opleidingsverstrekker;2° de opleiding is gekoppeld aan een trajectbegeleiding.3° de opleiding duurt minstens honderd uren. Een individuele beroepsopleiding in een onderneming voldoet niet aan de voorwaarde vermeld onder 1°.

Art. 5.De opleidingen leidend naar "niveau beginnend beroepsbeoefenaar" worden jaarlijks, op voorstel van het beheerscomité van de VDAB, vastgesteld door de minister. HOOFDSTUK IV. - De premie

Art. 6.De premie bedraagt honderdvijftig euro voor een opleiding met een duurtijd tussen honderd uren en vierhonderd uren.

De premie bedraagt tweehonderd vijftig euro voor een opleiding met een duurtijd van meer dan vierhonderd uren, waarvan honderdvijftig euro tussentijds wordt uitbetaald na honderd uren opleiding en de resterende honderd euro bij het einde van de opleiding.

Art. 7.De werkzoekenden en de niet-gekwalificeerde werkzoekenden hebben recht op de premie binnen het daartoe bestemde begrotingskrediet.

Art. 8.De premie wordt betaald door de VDAB, nadat de opleidingsverstrekker een attest van slagen heeft afgegeven, of een attest van prestatie voor de tussentijdse betaling vermeld in artikel 6, tweede lid.

Art. 9.De premie voor een opleiding die leidt naar een niveau van beginnend beroepsbeoefenaar kan, voor eenzelfde opleiding, niet gecumuleerd worden met de premie voor een opleiding die leidt naar een knelpuntberoep.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004.

Art. 11.De Vlaamse minister bevoegd voor beroepsomscholing en -bijscholing is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 augustus 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE