Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 november 2004
gepubliceerd op 12 januari 2005

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van Kind en Gezin en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036890
pub.
12/01/2005
prom.
26/11/2004
ELI
eli/besluit/2004/11/26/2004036890/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 NOVEMBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van Kind en Gezin en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 11, § 1 vervangen bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 februari 2001, 1 juni 2001, 5 oktober 2001, 14 december 2001, 8 maart 2002, 29 maart 2002, 19 juli 2002, 24 januari 2003, 31 januari 2003 en 24 oktober 2003;

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 25 oktober 2000, 12 december 2001 en 26 juni 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, gegeven op 23 februari 2004;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 16 april 2004 inzake de begrotingscontrole;

Gelet op het protocol nr. 210.664 van 27 mei 2004 van het sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaamse Gewest;

Gelet op advies 37.035/3 van de Raad van State, gegeven op 4 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit besluit van toepassing op het personeel van Kind en Gezin.

Dit besluit doet geen afbreuk aan de wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, die op specifieke categorieën van het personeel van Kind en Gezin van toepassing zijn. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen;2° de instelling : Kind en Gezin;3° raad van bestuur : het bestuursorgaan van de instelling zoals ingesteld door artikel 32 van het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin;

Art. 3.Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt onderworpen aan het voorafgaand advies van de directieraad van de instelling. Het advies moet gegeven worden binnen de 30 kalenderdagen nadat er om werd verzocht tenzij een andere termijn wordt bepaald die niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze termijn is gegeven, mag aan het adviesvereiste worden voorbijgegegaan.

Titel II. - Administratieve loopbaan HOOFDSTUK I. - De functioneringsevaluatie

Art. 4.Met het oog op de evaluatie van de adjunct-leidend ambtenaar en ter voorbereiding van het verslag, bevraagt de externe evaluatie-instantie, bedoeld in artikel VIII 10 van het stambesluit VOI, eveneens de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 5.De ambtenaar met de vroegere graad van inspecteur-generaal, behoudt zijn titel van inspecteur-generaal.

Art. 6.De ambtenaar die vóór 1 juni 1995 titularis was van de begingraad (rang 10) in de vlakke loopbaan van informaticus heeft in afwijking van artikel VIII 80 § 1, 1° van het stambesluit VOI, een functionele loopbaan in de graad van informaticus, bestaande uit de salarisschalen A131, A125, A126 en A127. De tweede, derde en vierde salarisschaal wordt bereikt na respectievelijk 6 jaar, 12 jaar en 4 jaar schaalanciënniteit.

TITEL III. - Geldelijk statuut HOOFDSTUK I. - Toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk

Art. 7.De lijst van activiteiten die als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk worden beschouwd, wordt als bijlage I bij dit besluit gevoegd HOOFDSTUK II. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk

Art. 8.Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 euro per jaar en per persoon. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 9.De ambtenaar van rang A1 of A2 die in december 1994 het salariscomplement genoot bedoeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 14 oktober 1992 tot vaststelling van de weddeschalen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, ontvangt een toelage van 20 % van het geïndexeerd salaris voor zover hij de taken van informaticus daadwerkelijk en uitsluitend in een informaticadienst blijft uitoefenen.

Het recht op deze toelage vervalt zo de ambtenaar bevordert in rang of in salarisschaal. Desgevallend wordt voor de toepassing van artikel XIII 19, § 1 van het stambesluit VOI dit salariscomplement samen met het salaris in de berekening opgenomen.

De toelage wordt maandelijks en na verlopen termijn betaald; eventueel wordt zij verminderd overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 24, § 1 van het stambesluit VOI.

Art. 10.De jaarlijkse bezoldiging, vermeld in artikel 8 van dit besluit bedraagt 5 000 000 bef voor de periode van 1 oktober 2000 tot 31 december 2001.

TITEL IV. - Rechtspositie van het contractueel personeelslid HOOFDSTUK I. - De aanwerving en de toelatingsvoorwaarden

Art. 11.Bijkomende of specifieke opdrachten zijn de functies verbonden aan : 1° één betrekking van wetenschappelijk adviseur;2° één betrekking van informatieambtenaar;3° één betrekking van adviseur-arts;4° zes betrekkingen van medische-kwaliteitscoördinator;5° één betrekking van deskundige bij de vormgevingscel;6° één betrekking ontvangstcoördinator;7° één betrekking van communicatiedeskundige;8° één betrekking van speciaal hoofdassistent bij de drukkerij;9° één betrekking van technisch assistent bij de vormgevingscel;10° de betrekkingen van bemiddelaars. HOOFDSTUK II. - Geldelijke regeling

Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel XIV 44 van het stambesluit VOI wordt aan het contractuele personeelslid dat in één van de hiernavermelde functies in dienst werd genomen, volgende salarisschaal toegekend : 1° wetenschappelijk adviseur, vermeld in artikel 11, 1° A211 2° informatieambtenaar, vermeld in artikel 11, 2° A211 3° adviseur-arts, vermeld in artikel 11, 3° A221P 4° medische-kwaliteitscoördinator, vermeld in artikel 11, 4° A121P na 6 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in deze betrekking A122P 5° deskundige, vermeld in artikel 11, 5° B111 6° ontvangstcoördinator, vermeld in artikel 11, 6° B111 7° communicatiedeskundige, vermeld in artikel 11, 7° B211K na 6 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in deze betrekking B212K 8° speciaal hoofdassistent, vermeld in artikel 11, 8° D232 9° technisch assistent, vermeld in artikel 11, 9° D121 10° bemiddelaars, vermeld in artikel 11, 10° C111 § 2.De salarisschalen A221P, A121P, A122P, B211K en B212K zijn opgenomen in bijlage IIa bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval van en naar het werk

Art. 13.Inzake de verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk, geldt voor het contractuele personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 14.In afwijking van artikel 12 van dit besluit wordt de bemiddelaar tot op het moment dat zij/hij beschikt over een diploma dat toegang geeft tot niveau C, geworven in niveau D, waar zij/hij de salarisschaal D111 geniet. Indien de bemiddelaar beschikt over het diploma Jeugd - en gehandicaptenzorg - hogere secundaire technische leergang ingericht volgens het modulair stelsel of het getuigschrift intercultureel werker optie gezondheidszorg geniet zij/hij de salarisschaal D121.

TITEL V. - Algemene slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000 met uitzondering van de volgende bepalingen : 1° Art.11, 3°, dat in werking treedt op 1 januari 1999. 2° Art.11, 4°, dat in werking treedt op 1 juli 1997. 3° Art.11, 7°, dat in werking treedt op 1 april 2000. 4° Art.12, 3°, dat in werking treedt op 1 januari 1999. 5° Art.12, 4°, dat in werking treedt op 1 juli 1997. 6° Art.12, 7°, dat in werking treedt op 1 april 2000.

Art. 16.De salarisschalen A221P, A121P, A122P, B211K en B212K opgenomen in bijlage IIb bij dit besluit zijn geldig van 1 juli 1997 tot 31 december 2001.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 november 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

Bijlage I. - Gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk Lijst van activiteiten die als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk worden beschouwd : 1. drukkerij- of fotolaboratoriumactiviteiten 2.werk met oliën, vetten, bijtende, giftige, radioactieve of schadelijke stoffen, zuren of gassen 3. werk met sproeistoffen 4.het herstellen of reinigen van aalputten, afvoerleidingen van W.C.'s of waterplaatsen 5. werk met caporal of carbolineum 6.werk op ladders, masten of stellingen of met de heflift vanaf twee meter hoogte 7. werk in bomen vanaf twee meter hoogte 8.werk met motorzeis, met de handslijp- of snijmachine of een ander sneldraaiende machine 9. werk aan in dienst zijnde verwarmings- of stookinstallaties 10.werk met de stoomreiniger 11. het lassen en branden van metalen stukken 12.werk met betonbreekhamer, de steenboor, de betonboorhamer, de explosiehamer of de mechanische stamper 13. werk op platformen zonder leuningen (Kraainem) 14.maaiwerk bij temperaturen van minstens 30° 15. isolatiewerk met los glaswol Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2004 houdende de organisatie van Kind en Gezin en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

Bijlage IIa. - Tabel van de salarisschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 2004 houdende de organisatie van Kind en Gezin en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^