gepubliceerd op 09 februari 2024
Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van financiële noodhulp aan de landbouwsectoren die worden getroffen door specifieke problemen die een impact hebben op de economische levensvatbaarheid van landbouwproducenten
26 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van financiële noodhulp aan de landbouwsectoren die worden getroffen door specifieke problemen die een impact hebben op de economische levensvatbaarheid van landbouwproducenten
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
28/06/2013
pub.
12/09/2013
numac
2013204905
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid
sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1°, vervangen bij het decreet van 26 april 2019, en artikel 9, eerste lid, 5°, en tweede lid.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 26 oktober 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2023/141 gegeven op 12 december 2023. - Op de zitting van 18 december 2023, besliste het Kenniscentrum van de Gegevensbeschermingsautoriteit om te verwijzen naar het standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023 betreffende de redactie van normatieve teksten. - Er is op 14 november 2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De Raad van State heeft op 16 november 2023 beslist geen advies te geven, met toepassing van artikel 84, § 5 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Door de COVID-19 pandemie, de gevolgen ervan voor de voedselketen en de stijging van de kostprijs van energie en landbouwproductiemiddelen sinds het najaar van 2021 staat de landbouwsector onder druk.
Bovendien heeft de Russische agressie tegenover Oekraïne gezorgd voor een bijkomende toename van energie- en meststoffenkosten. Op 26 juni stelde de Europese Commissie voor om extra EU-financiering vrij te maken voor EU-landbouwers die te lijden hebben onder de aanhoudend hoge inputkosten en diverse markt- en handelsgerelateerde problemen.
Die handelsverstoringen bedreigen immers het marktevenwicht op de interne markt, in het bijzonder op het vlak van agrovoedingsproducten, wat de Europese Commissie ertoe aanzette om 330 miljoen euro financiële noodhulp voor landbouwers te mobiliseren. Dit besluit betreft de uitvoering van de financiële noodhulp in het Vlaamse Gewest en beoogt de marktverstoringen te mitigeren.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2023/1465 van de Commissie van 14 juli 2023 tot verlening van financiële noodhulp aan de landbouwsectoren die worden getroffen door specifieke problemen die een impact op de economische levensvatbaarheid van landbouwproducenten hebben.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bevoegde entiteit: het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° biologische dierlijke sector: de biologische productie, vermeld in artikel 3, punt 1, van verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr.834/2007 van de Raad, van rundvee, paardachtigen, varkens, schapen, geiten en pluimvee.
Art. 3.Binnen de grenzen van de daarvoor bestemde begrotingskredieten wordt een subsidie toegekend aan landbouwers die het hardst getroffen worden door marktverstoring ten gevolge van de aanhoudende Russische invasie in Oekraïne, de inflatie en prijsstijgingen, door de nasleep van de COVID-19-pandemie, de gevolgen ervan voor de voedselvoorzieningsketens en de stijging van de prijzen van energie en landbouwproductiemiddelen sinds het najaar van 2021.
Het budget voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt vastgelegd op 1.812.484 euro (één miljoen achthonderdentwaalfduizend vierhonderdvierentachtig euro).
Van het beschikbare budget, vermeld in het tweede lid, wordt 906.242 euro (negenhonderdenzesduizend tweehonderdtweeënveertig euro) voorbehouden voor de financiële noodhulp ten gunste van de productiesector, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°.
Van het beschikbare budget, vermeld in het tweede lid, wordt 906.242 euro (negenhonderdenzesduizend tweehonderdtweeënveertig euro) voorbehouden voor de financiële noodhulp ten gunste van de productiesectoren, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, en 3°. HOOFDSTUK 2. - Financiële noodhulp Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 4.Alleen landbouwers die actief zijn in minstens een van de volgende productiesectoren, komen in aanmerking als begunstigde voor financiële noodhulp: 1° de appelteelt;2° de biologische dierlijke sector;3° de productie van geitenmelk.
Art. 5.De financiële noodhulp, vermeld in dit hoofdstuk, kan uitsluitend toegekend worden aan landbouwers die op de datum van toekenning van de financiële noodhulp aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze hebben een hoofdzetel die gevestigd is in het Vlaamse Gewest;2° ze zijn met hun identificatiegegevens gekend bij de bevoegde entiteit;3° ze kunnen beschouwd worden als actieve landbouwers conform artikel 4, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 30/05/2023 numac 2023042393 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Afdeling 2. - Financiële noodhulp voor de appelteelt
Art. 6.De financiële noodhulp, vermeld in deze afdeling, kan uitsluitend toegekend worden aan appeltelers die in het referentiejaar 2023 minstens over 1 hectare appelbomen beschikken.
Art. 7.De bevoegde entiteit onderzoekt welke begunstigden voldoen aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 5 en 6, en beslist of er aan hen financiële noodhulp als vermeld in artikel 6, toegekend wordt.
De bevoegde entiteit bepaalt voor elke begunstigde het bedrag van de financiële noodhulp, vermeld in artikel 6. Het beschikbare budget, vermeld in artikel 3, derde lid, wordt op de volgende wijze verdeeld over de begunstigden, vermeld in het eerste lid: 1° voor de eerste 8 hectare appelbomen ontvangt elke begunstigde 300 euro per hectare;2° het overblijvende deel van het budget, vermeld in artikel 3, derde lid, wordt pro rata verdeeld over alle begunstigden voor het resterende deel van hun areaal. Afdeling 3. - Financiële noodhulp voor de biologische dierlijke sector
en de productie van geitenmelk
Art. 8.De financiële noodhulp, vermeld in deze afdeling, kan uitsluitend toegekend worden aan landbouwers die op de datum waarop de financiële noodhulp wordt toegekend, aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze zijn actief in de productie van geitenmelk;2° ze zijn actief in de biologische dierlijke sector. Voor de sector van de productie van geitenmelk, vermeld in het eerste lid, 1°, beschikken de landbouwers, gedurende het jaar 2022, over een dieraantal van minstens vijftig geiten.
Voor de sectoren, vermeld in het eerste lid, 2°, beschikken de landbouwers, gedurende het jaar 2022 minstens over de volgende dieraantallen: 1° voor rundvee: vijf dieren;2° voor varkens: tien dieren;3° voor schapen: twintig dieren;4° voor geiten: twintig dieren;5° pluimvee: vijftig dieren.
Art. 9.De bevoegde entiteit onderzoekt welke begunstigden voldoen aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 8, en beslist of er aan hen financiële noodhulp als vermeld in artikel 8, toegekend wordt.
Art. 10.§ 1. Binnen de grenzen van het beschikbare budget, vermeld in artikel 3, vierde lid, en conform de berekeningswijze, vermeld in paragraaf 2, bepaalt de bevoegde entiteit het bedrag van de financiële noodhulp, vermeld in artikel 8. § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder grootvee-eenheden: de omrekeningsfactor die wordt gehanteerd om het aantal landbouwdieren op een uniforme manier weer te geven en te vergelijken.
De bevoegde entiteit bepaalt de berekeningsbasis voor het bedrag van de financiële noodhulp in functie van de bedrijfsgrootte.
De bedrijfsgrootte, vermeld in het tweede lid, wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde veebezetting gedurende het jaar 2022 op het bedrijf van de begunstigden, vermeld in artikel 9. De voormelde gemiddelde veebezetting wordt omgezet naar het aantal grootvee-eenheden, conform de methode, vermeld in het vierde lid.
Het aantal grootvee-eenheden wordt bepaald door de gemiddelde veebezetting van het jaar 2022 om te zetten met behulp van de volgende coëfficiënten: 1° runderen jonger dan 1 jaar: 0,4;2° runderen van 1 jaar en jonger dan 2 jaar: 0,6;3° mannelijke runderen van 2 jaar en meer: 1;4° vaarzen van 2 jaar en meer: 0,5;5° melkkoeien: 1;6° zoogkoeien en reforme koeien: 0,8;7° schapen en geiten: 0,1;8° biggen van minder dan 20 kg: 0,027;9° zeugen: 0,5;10° andere varkens: 0,3;11° vleeskippen: 0,007;12° leghennen, poeljen en fokhanen: 0,014;13° ander pluimvee: 0,03;14° paardachtigen: 0,6. Het aantal grootvee-eenheden, vastgesteld conform de methode, vermeld in het vierde lid, bepaalt de steunintensiteit waaraan het steunbedrag door de bevoegde entiteit berekend wordt. Het beschikbare basissteunbedrag wordt vermenigvuldigd met de volgende toepasselijke factor die wordt vastgesteld in functie van het aantal grootvee-eenheden: 1° bedrijven met minder dan tien grootvee-eenheden: factor 1; 2° bedrijven met tien of meer, maar minder dan zeventig grootvee-eenheden: factor 2.5; 3° bedrijven met zeventig of meer grootvee-eenheden: factor 5. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 11.De financiële noodhulp, vermeld in artikel 6 en 8, wordt uiterlijk uitbetaald op 31 januari 2024.
Art. 12.De bevoegde entiteit vordert de financiële noodhulp, vermeld in artikel 6 en 8, terug, als blijkt dat de begunstigde niet voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Art. 13.De bevoegde entiteit is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor alle verwerkingen van persoonsgegevens, vermeld in dit besluit en haar uitvoeringsbesluiten.
Van de volgende categorieën betrokkenen kunnen persoonsgegevens worden verwerkt: 1° de begunstigden van de financiële noodhulp die worden toegekend op basis van dit besluit;2° de personen die de begunstigden, vermeld in punt 1°, kunnen vertegenwoordigen bij de bevoegde entiteit. De volgende gegevens die direct of indirect gekoppeld zijn aan persoonsgegevens van de categorieën betrokkenen, vermeld in het tweede lid, kunnen voor de uitvoering van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan worden verwerkt: 1° identificatiegegevens;2° contactgegevens;3° financiële gegevens;4° btw-gegevens;5° gegevens over vorming en onderwijs;6° perceelsgegevens;7° diergegevens;8° lidmaatschappen in ondernemingen. De persoonsgegevens, vermeld in het derde lid, worden verwerkt op basis van de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen, vermeld in artikel 6, lid 1, e), van de voormelde verordening.
De persoonsgegevens, vermeld in het derde lid, worden verwerkt voor de volgende doelstellingen: 1° de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;2° het verlenen van de financiële noodhulp aan landbouwers.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 januari 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS