gepubliceerd op 03 mei 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie
25 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, VI en IX, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 januari 1989;
Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, inzonderheid artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, 7 december 2001, 9 mei 2003 en 23 mei 2003;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de staat, de gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 februari 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat, gelet op de huidige opportuniteiten, de afstemming van de dienstenchequeondernemingen met de invoegsector dringend moet geregeld worden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen en de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 11° dienstenchequeonderneming : onderneming die erkend is in het kader van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen; ».
Art. 2.Aan artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Binnen het begrotingskrediet kunnen de erkende invoegbedrijven-dienstenchequeondernemingen voor de activiteiten vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), aanspraak maken op een in de tijd beperkte loonpremie op basis van het aantal door de minister toegekende voltijds equivalente invoegwerknemers. »
Art. 3.In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Voor invoegbedrijven die erkend zijn voor de activiteiten, vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), wordt dat aantal vermeerderd met 50 %, met uitzondering van de invoegbedrijven-dienstenchequeondernemingen. »
Art. 4.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Voor invoegbedrijven die recht hebben op de loonpremie, vermeld in artikel 8, § 1, eerste en vierde lid, wordt de premie per voltijds equivalente invoegwerknemer toegekend voor vier jaar. »
Art. 5.Aan artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor invoegbedrijven-dienstenchequeondernemingen die recht hebben op de loonpremie, vermeld in artikel 8, § 1, vierde lid, wordt de premie vanaf het eerste jaar bepaald op een bedrag van 1650 euro op jaarbasis. »
Art. 6.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Invoegbedrijven die recht hebben op een loonpremie, vermeld in artikel 8, § 1, eerste en vierde lid, kunnen een uitbreiding van het aantal invoegwerknemers vragen binnen een periode van zeven jaar na de indiensttreding van de eerste invoegwerknemer. »
Art. 7.In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Voor invoegbedrijven die recht hebben op de loonpremie, vermeld in artikel 8, § 1, eerste en vierde lid, wordt een premie voor een extra invoegwerknemer toegekend voor een periode van maximaal drie jaar. »
Art. 8.Aan artikel 10, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2001 en 23 mei 2003, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor invoegbedrijven-dienstenchequeondernemingen die recht hebben op de loonpremie, vermeld in artikel 8, § 1, vierde lid, wordt de premie vanaf het eerste jaar bepaald op een bedrag van 1650 euro op jaarbasis. »
Art. 9.Aan artikel 16, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Binnen het begrotingskrediet kunnen de erkende invoegafdelingen-dienstenchequeondernemingen voor de activiteiten vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), aanspraak maken op een in de tijd beperkte loonpremie op basis van het aantal door de minister toegekende voltijds equivalente invoegwerknemers. »
Art. 10.In artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Voor invoegafdelingen die erkend zijn voor de activiteiten, vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), wordt dat aantal vermeerderd met 50 %, met uitzondering van de invoegafdelingen-dienstencheque-ondernemingen. »
Art. 11.Aan artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor de activiteiten, vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), die worden verricht door de invoegafdelingen-dienstenchequeondernemingen, wordt de premie vanaf het eerste jaar bepaald op een bedrag van 1.650 euro op jaarbasis. »
Art. 12.Aan artikel 18, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 december 2001 en 23 mei 2003, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor de activiteiten, vermeld in artikel 14, 2°, a) en b), die worden verricht door invoegafdelingen-dienstenchequeondernemingen, wordt de premie vanaf het eerste jaar bepaald op een bedrag van 1.650 euro op jaarbasis. »
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van het besluit.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 25 maart 2005.
Brussel, 25 maart 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT