Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 september 2001
gepubliceerd op 20 januari 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035869
pub.
20/01/2003
prom.
24/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/24/2002035869/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 augustus 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in het bijzonder op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de regelgeving met betrekking tot de centra van het Vlaamse minderhedenbeleid onverwijld dient te worden aangepast om ook voor deze sector vanaf 1 januari 2001 de loonharmonisering toe te passen, zoals bepaald in het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social Profitsector;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 50, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid wordt als volgt gewijzigd: 1° de woorden "drie categorieën" worden vervangen door de woorden "vijf categorieën";2° er worden een 4° en 5° toegevoegd, die luiden als volgt: « 4° medewerker F, houder van het diploma van het lager secundair onderwijs of het diploma van de tweede graad van het secundair onderwijs;5° medewerker G, zonder getuigschrift- of diplomavereisten.»

Art. 2.Artikel 51 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd: 1° in § 1, 1° worden de woorden "(barema 10/1)" geschrapt;2° in § 1, 2° worden de woorden "(barema 22/6-23/6-24/6)" geschrapt;3° in § 1, 3° worden de woorden "(barema 20/1)" geschrapt;4° in § 1, 4° worden de woorden "(barema 13/1)" geschrapt;5° in § 1, 5° worden de woorden "(barema 11/3)" geschrapt;6° aan § 1 worden een 6° en 7° toegevoegd, die luiden als volgt : « 6° voor medewerkers F: loonschaal F;7° voor medewerkers G: loonschaal G.» ; 7° aan § 3 wordt een 6° toegevoegd, die luidt als volgt : « 6° de haard- en standplaatstoelage, zoals bepaald in bijlage III bij dit besluit.»; 8° er wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5.In afwijking van § 1, wordt voor de personeelsleden vanaf de leeftijd van 21 jaar een minimum jaarlijks brutosalaris van 642 439 frank in aanmerking genomen, inclusief de haard- en standplaatstoelage. »

Art. 3.De bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage A bij dit besluit.

Art. 4.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage III toegevoegd, die luidt zoals de bijlage B bij dit besluit.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 6.De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 september 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS

Bijlage A Bijlage 1 - De loonschalen (bruto jaar- en maandbedragen op 1 januari 2001) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid.

Brussel,24 september 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS

Bijlage B Bijlage III. - De berekening van de haard- en standplaatstoelage (bedragen op 1 januari 2001)

Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 51, § 3, 6° wordt het jaarlijkse bedrag van de haard- en standplaatstoelage, afhankelijk van het brutojaarloon, vastgesteld volgens onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien het brutojaarloon van een personeelslid het grensbedrag van 789.701 BEF respectievelijk 896.141 BEF overschrijdt, kan zijn brutoloon, in voorkomend geval vermeerderd met de overeenstemmende haard- of standplaatstoelage, niet minder bedragen dan het grensbedrag, vermeerderd met het bedrag van de overeenstemmende haard- of standplaatstoelage. Ten belope van het verschil wordt de hem toegekende toelage vermeerderd of wordt hem een gedeeltelijke toelage toegekend.

De toelage wordt berekend op het baremiek bedrag van de loonschalen, zonder rekening te houden met premies, toeslagen, vergoedingen of andere loonsupplementen.

Art. 2.§ 1. Een haardtoelage wordt toegekend aan : 1° het gehuwde personeelslid of het personeelslid dat wettelijk samenwoont, behalve wanneer de toelage aan hun echtgenoot of echtgenote of partner wordt toegekend;2° het alleenstaande personeelslid van wie één of meer kinderen, die recht geven op kinderbijslag, deel uitmaken van het gezin. Onder 'samenwonen' wordt verstaan : het samenleven onder hetzelfde dak van twee of meerdere personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen, zonder graad van bloedverwantschap. Het bewijs wordt geleverd via attestering door de gemeentelijke overheid. § 2. Een standplaatstoelage wordt toegekend aan de personeelsleden die geen recht hebben op een haardtoelage. In het geval dat de twee echtgenoten of de twee of meerdere personen die samenwonen elk beantwoorden aan de voorwaarden om de haardtoelage of de standplaatstoelage te verkrijgen, wijzen ze in onderling akkoord diegene aan aan wie respectievelijk de haardtoelage of de standplaatstoelage zal uitbetaald worden.

Art. 3.§ 1. De haard- of standplaatstoelage wordt aan personeelsleden met onvolledige dienstprestaties toegekend, in evenredigheid met deze prestaties. § 2. De haard- of standplaatstoelage wordt maandelijks betaald, samen met het loon van de maand waarvoor zij verschuldigd is.

Wanneer zich in de loop van een maand een feit voordoet, dat het recht op de toelage wijzigt, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast.

Wanneer voor de maand geen volledig maandloon verschuldigd is, wordt de toelage betaald volgens dezelfde voorwaarden als het loon. § 3. Het in aanmerking te nemen loon is dat wat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking zou zijn. § 4. In toepassing van voormelde beginselen, dient de haard- of standplaatsvergoeding voor de werknemers die verschillende deeltijdse functies uitoefenen berekend te worden op het loon voor elke functie afzonderlijk, telkens om te zetten in een voltijdse functie, om het bedrag ervan te kennen. § 5. De haardtoelage wordt slechts gesubsidieerd na voorlegging van een door het betrokken personeelslid ondertekende verklaring, volgens een model dat door de administratie wordt aangereikt. Aan de overige personeelsleden wordt de standplaatstoelage toegekend.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid.

Brussel, 24 september 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS

^