gepubliceerd op 27 december 2017
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van producenten- en brancheorganisaties in de sector visserijproducten en de uitbreiding van voorschriften en tot vaststelling van nadere regels voor het verlenen van opslagsteun door erkende producentenorganisaties
24 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van producenten- en brancheorganisaties in de sector visserijproducten en de uitbreiding van voorschriften en tot vaststelling van nadere regels voor het verlenen van opslagsteun door erkende producentenorganisaties
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad, het laatst gewijzigd bij verordening (EU) 2015/812 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015;
Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 1419/2013 van de Commissie van 17 december 2013 met betrekking tot de erkenning van producenten- en brancheorganisaties, de uitbreiding van de door de producenten- en brancheorganisaties vastgestelde voorschriften en de bekendmaking van drempelprijzen, als vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten;
Gelet op verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1° en 5°, artikel 24, 5°, en artikel 29 en 30;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/09/2009 pub. 24/09/2009 numac 2009035908 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de erkenningsvoorwaarden voor een producentenorganisatie en tot algemeen verbindendverklaring voor niet-aangeslotenen van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserijproducten sluiten tot vastlegging van de erkenningsvoorwaarden voor een producentenorganisatie en tot algemeen verbindendverklaring voor niet-aangeslotenen van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserijproducten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 februari 2017;
Gelet op advies 61.911/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 augustus 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Belgische vissershavens: de haven van Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge;2° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;3° brancheorganisatie: de brancheorganisatie, vermeld in artikel 11 van de marktverordening;4° EFMZV-verordening: verordening (EU) nr.508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad; 5° marktverordening: verordening (EU) nr.1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad; 6° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;7° producentenorganisatie: de producentenorganisatie, vermeld in artikel 6, lid 1, van de marktverordening;8° Vlaamse visveilingen: de visveiling van Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge. HOOFDSTUK 2. - Erkenning van producentenorganisaties en brancheorganisaties
Art. 2.Om erkend te kunnen worden, moet de producentenorganisatie: 1° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 14, lid 1, en artikel 17 van de marktverordening;2° het bewijs leveren dat voor een soort of groep van soorten visserijproducten waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, het aandeel van de leden van de producentenorganisatie in de afzet ten minste 50% van het gewicht van de totale hoeveelheid aangelande producten, uitgedrukt in tonnage, in de Belgische vissershavens omvat.
Art. 3.Om erkend te worden, voldoet de brancheorganisatie aan de voorwaarden, vermeld in artikel 16, lid 1, en artikel 17 van de marktverordening en bestaat ze uit: 1° erkende producentenorganisaties;2° de Vlaamse visveilingen, in voorkomend geval vertegenwoordigd door hun overkoepelende organisatie;3° marktdeelnemers die voldoende representatief zijn voor ofwel de verwerkingsactiviteit, ofwel de afzetactiviteit, ofwel voor beide, voor visserijproducten, aangeland in België of geveild door de Vlaamse visveilingen, in voorkomend geval vertegenwoordigd door hun overkoepelende organisatie.Voldoende representativiteit voor de verwerkings- of de afzetactiviteit wordt geacht te zijn bereikt als die activiteit ten minste 50% van de producten, aangeland in Belgische vissershavens of geveild in Vlaamse visveilingen, omvat.
Art. 4.De producentenorganisatie of brancheorganisatie die een erkenning wil verkrijgen, dient een aanvraag in bij de bevoegde entiteit. Die aanvraag bevat de volgende gegevens en documenten: 1° de statuten van de producentenorganisatie of van de brancheorganisatie.Die statuten, eventueel aangevuld met andere bewijskrachtige documenten, omvatten een duidelijke identificatie van de leden die bestaat uit de naam, het adres en een omschrijving van de activiteit van die leden, het toepassingsgebied van de samenwerking en een omschrijving van de doelstellingen van de samenwerking; 2° het huishoudelijk reglement van de producentenorganisatie of van de brancheorganisatie;3° de identiteit van de personen die gemachtigd zijn voor rekening en in naam van de producentenorganisatie of van de brancheorganisatie te handelen;4° de nadere gegevens over de activiteiten van de organisatie waarop de aanvraag gebaseerd is;5° voor producentenorganisaties: het bewijs dat aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, voldaan wordt;6° voor brancheorganisaties: het bewijs dat aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, voldaan wordt. De minister kan de procedure voor de erkenningsaanvraag en de vorm van de in de punten 5 en 6 van het eerste lid bedoelde bewijsstukken nader bepalen.
Art. 5.Binnen drie maanden na de ontvangst van de erkenningsaanvraag beslist de minister over het afleveren van een erkenning aan de producenten- of brancheorganisatie.
Als de organisatie niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 tot en met 4, start de bevoegde entiteit de procedure tot intrekking van de erkenning. Ze deelt dat voornemen en de redenen voor de intrekking mee aan de producentenorganisatie of de brancheorganisatie. De producentenorganisatie of de brancheorganisatie deelt binnen drie maanden haar opmerkingen daarover mee aan de bevoegde entiteit. Binnen drie maanden na de ontvangst van de opmerkingen van de organisatie beslist de minister, op basis van het advies van de bevoegde entiteit, om de erkenning al dan niet in te trekken. HOOFDSTUK 3. - Regeling voor de niet-aangeslotenen Afdeling 1. - Uitbreiding van de voorschriften
Art. 6.Als een erkende producentenorganisatie ten minste een jaar bestaat en het aandeel van haar leden in de afzet van een soort of groep van soorten visserijproducten ten minste 55% vertegenwoordigt van het gewicht van de totale hoeveelheid aangelande producten, uitgedrukt in tonnage, in de Belgische vissershavens, kan ze, conform artikel 22 van de marktverordening, bij de bevoegde entiteit een verzoek indienen om de binnen de producentenorganisatie overeengekomen voorschriften die vallen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 22, lid 1, b), van de marktverordening, bindend te verklaren voor producenten die niet bij de organisatie zijn aangesloten.
Ter uitvoering van artikel 22, lid 2, marktverordening wordt het gebied ten aanzien waarvan wordt voorgesteld de regels van de producentenorganisatie verbindend te verklaren, omschreven als de Belgische vissershavens.
Overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 25, lid 1 tot en met lid 3, van de marktverordening, beslist de minister, binnen drie maanden na de ontvangst van de aanvraag, over de algemeen bindendverklaring van de regels van de producentenorganisatie voor niet-aangeslotenen.
De minister bepaalt de duur van de periode waarin de voor niet-aangeslotenen bindend verklaarde regels van de producentenorganisatie geldig blijven, vermeld in artikel 22, lid 4, van de marktverordening. Na afloop van de geldigheidstermijn blijft de uitbreiding van de voorschriften geldig conform artikel 25, 4, van de marktverordening.
De geldigheidstermijn, vermeld in het vierde lid, eindigt ten laatste op de datum waarop de leden de bindend verklaarde regels van de producentenorganisatie niet langer moeten naleven. Daartoe deelt de producentenorganisatie onmiddellijk de intrekking van de regel ten aanzien van haar leden mee aan de bevoegde entiteit. De bevoegde entiteit publiceert dit bericht in het Belgisch Staatsblad tot kenbaarheid ten aanzien van de niet-leden van de organisatie.
Art. 7.Conform artikel 23 van de marktverordening kan de brancheorganisatie bij de bevoegde entiteit een verzoek indienen om binnen de brancheorganisatie overeengekomen voorschriften die vallen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 23, lid 1, b), van de marktverordening, bindend te verklaren voor niet-aangesloten marktdeelnemers.
Overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 25, lid 1 tot en met lid 3, van de marktverordening, beslist de minister, binnen drie maanden na de ontvangst van de aanvraag, over de bindendverklaring voor niet-aangesloten marktdeelnemers van de regels van de brancheorganisatie.
De voor niet-aangeslotenen bindend verklaarde regels van de brancheorganisatie gelden gedurende een periode van ten hoogste drie jaar. De geldigheidsduur kan verlengd worden conform artikel 25, lid 4, van de marktverordening.
Voor de toepassing van dit artikel wordt het gebied ten aanzien waarvan wordt voorgesteld de regels van de brancheorganisatie verbindend te verklaren omschreven als het Vlaamse Gewest.
Art. 8.Als de erkende producentenorganisatie of de erkende brancheorganisatie die de overeengekomen voorschriften heeft vastgelegd, niet langer representatief is of de erkenning heeft verloren, kan de minister een besluit als vermeld in artikel 6, derde lid, of artikel 7, tweede lid, opheffen voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de algemeen verbindendverklaring. Afdeling 2. - Financiële bijdragen van niet-leden
Art. 9.Als de voorschriften van een erkende producentenorganisatie of een erkende brancheorganisatie worden uitgebreid naar niet-leden kan de minister, op verzoek van de betrokken organisatie die de uitbreiding van de regels voor niet-leden vraagt en na consultatie van alle belanghebbenden, besluiten dat ook niet bij de organisatie aangesloten personen of groepen die voordeel hebben bij de activiteiten, de volle financiële bijdrage die de leden betalen of een gedeelte daarvan aan de organisatie moeten betalen als die financiële bijdragen bestemd zijn voor de kosten die rechtstreeks uit de bij de uitbreiding betrokken activiteiten voortvloeien.
Art. 10.De erkende producentenorganisatie of erkende brancheorganisatie legt voor het verzoek, vermeld in artikel 9, aan de minister een aanvraag voor, die de volgende elementen bevat: 1° de naam, het adres en de rechtsvorm van de organisatie;2° het bedrag dat gevraagd zal worden aan niet-leden en een verantwoording voor dat bedrag op basis van bewijzen die de kostprijs staven van de activiteiten die aanleiding geven tot het voordeel van de algemeen bindend verklaarde regels voor niet-leden;3° de gewenste periode van toepassing en de motivering.
Art. 11.De minister neemt binnen zes maanden na de ontvangst van een aanvraag als vermeld in artikel 10, een beslissing over het toelaten van het eisen van financiële bijdragen van niet-leden en specificeert de volgende elementen: 1° de deelsector en het toepassingsgebied;2° de periode van toepassing;3° de hoogte van de financiële bijdrage en de wijze van inning;4° de duur van de periode waarbinnen de financiële bijdrage van de niet-leden gevorderd kan worden.Die periode eindigt ten laatste op de datum waarop de leden voor de betreffende maatregel niet langer de bijdragen verschuldigd zijn.
Met behoud van de toepassing van artikel 8 heft de minister een besluit als vermeld in het eerste lid, op als de organisatie in kwestie niet langer representatief is of als de verantwoording voor het verruimen van de bijdrageplicht niet langer van toepassing is.
De minister deelt het voornemen tot opheffing van het besluit, vermeld in het tweede lid, mee aan de betrokken organisatie. HOOFDSTUK 4. - Informatieverstrekking
Art. 12.Op verzoek van de bevoegde entiteit legt de producentenorganisatie of de brancheorganisatie de volgende informatie voor: 1° de wijzigingen van de statuten of het huishoudelijk reglement;2° het ledenbestand, alsook de rekeningen van het voorgaande jaar;3° de omzet van de leden of hun aangeslotenen voor de producten in kwestie, aangeland in Belgische havens of vermarkt via Vlaamse visveilingen;4° in geval van een organisatie die op grond van een besluit als vermeld in artikel 11, bijdragen ontvangt van niet-leden, de boekhouding;5° alle bijkomende stukken die nodig zijn om te controleren of de voorwaarden, vermeld in artikel 11, nageleefd worden. HOOFDSTUK 5. - Opslagregeling
Art. 13.Op voorstel van een producentenorganisatie kan de minister een opslagregeling treffen conform artikel 30 en 31 van de marktverordening en daarvoor steun verlenen conform artikel 67 van de EFMZV-verordening. Ter uitvoering van het opslagmechanisme, vermeld in artikel 30 en 31 van de marktverordening, stelt de minister op voorstel van de bevoegde entiteit de voor de visserijproducten, vermeld in bijlage II bij de marktverordening, toe te passen drempelprijzen vast en maakt die bekend.
De minister bepaalt conform artikel 67, lid 4, van de EFMZV-verordening, op voorstel van de bevoegde entiteit, het bedrag van de technische en financiële kosten van de maatregelen die vereist zijn voor de stabilisatie van de in de opslagregeling opgenomen producten en maakt die bedragen openbaar.
De minister kan de voorwaarden bepalen waaraan de producentenorganisaties en verenigingen van producentenorganisaties moeten voldoen met het oog op de uitvoering van de controles, vermeld in artikel 67, lid 5, EFMZV-verordening. HOOFDSTUK 6. - Productie- en marketingplan
Art. 14.Ter uitvoering van artikel 28, lid 3 en lid 5, van de marktverordening keurt de bevoegde entiteit het productie- en marketingplan en het jaarverslag goed. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/09/2009 pub. 24/09/2009 numac 2009035908 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de erkenningsvoorwaarden voor een producentenorganisatie en tot algemeen verbindendverklaring voor niet-aangeslotenen van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserijproducten sluiten tot vastlegging van de erkenningsvoorwaarden voor een producentenorganisatie en tot algemeen verbindendverklaring voor niet-aangeslotenen van de door een erkende producentenorganisatie vastgestelde regels in de sector visserijproducten wordt opgeheven.
Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 november 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE