24 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een subsidie aan de Koning Boudewijnstichting in het kader van het project maatschappelijk verantwoord ondernemerschap

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen inzonderheid op artikel 6, § 1, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 16 januari 1989;

Gelet op het decreet van 22 december 1999 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000 gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting, inzonderheid artikel 14;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 55 tot en met 58 betreffende de controle op de aanwending van de toelagen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 24 november 2000;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan de Koning Boudewijnstichting, Instelling van Openbaar Nut, Brederodestraat 21, te 1000 Brussel, wordt een subsidie toegekend van maximum twaalf miljoen BEF (12.000.000 BEF ) voor de uitvoering van het project "Ondersteuning en uitbouw van het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in Vlaanderen". De Koning Boudewijnstichting, verder genoemd `de Stichting', treedt hierbij op als projectverantwoordelijke.

De subsidie wordt aangerekend op de uitgavenbegroting van de Vlaamse regering 2000, programma 52.4, basisallocatie 01.06.

Art. 2.De subsidie wordt aan de Stichting toegekend voor de financiering van projecten in het kader van de ontwikkeling en verspreiding van vernieuwende concepten en instrumenten op het vlak van het maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de periode van 1 november 2000 tot 31 oktober 2001.

Deze projecten dienen een belangrijk multiplicatoreffect te hebben, de economie te versterken, te kaderen in het Trivisi-proces en te voldoen aan minstens één van de volgende criteria : 1. verzamelen, ontwikkelen en verspreiden van know-how en ervaring op het vlak van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering, via het uitwerken en verankeren van een opleiding in Vlaanderen, het binnenhalen van internationale expertise en benchmarking;2. ontwikkelen van instrumenten en dienstverlening op het vlak van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering;3. het verspreiden van « best practices » op ruime schaal en het uitwerken van sensibiliserende acties betreffende de toepassing van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering. De Stichting kan bij de uitvoering van haar opdracht beroep doen op Vlaamse en internationale onderzoeksinstituten en experten die ervaring hebben met sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering.

Art. 3.Binnen haar organisatie zal de Stichting een stuurgroep oprichten, waarin een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor het economisch beleid zetelen.

De stuurgroep beoordeelt de voorgestelde projecten op basis van de bovenvermelde criteria en volgt de activiteiten van de Stichting op.

Hiertoe zal de Stichting halfjaarlijks rapporteren en de stand van zaken betreffende de vooruitgang van de werkzaamheden meedelen aan de stuurgroep en de minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid.

De stuurgroep vergadert minimaal 2 maal per jaar.

Ter voorbereiding van de vergadering stelt de Stichting de nodige plannings- en evaluatiedocumenten op. Deze documenten dienen minstens tien werkdagen voor de vergaderdatum bezorgd aan alle leden van de stuurgroep.

Art. 4.Bij de uitvoering van elke activiteit kaderend in dit project dient te worden vermeld dat het project wordt gesubsidieerd door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Op elke publicatie in het kader van dit project bestemd voor externe publicatie moet het logo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap alsook het Trivisi-logo worden aangebracht.

Art. 5.De subsidie mag alleen aangewend worden voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

De gedetailleerde projectbegroting werd opgenomen in bijlage 1.

Uitsluitend de kosten die gepaard gaan met activiteiten binnen de uitvoeringsperiode van dit besluit, namelijk van 1 november 2000 tot en met 31 oktober 2001, komen in aanmerking als terugbetaalbare kost.

Art. 6.§ 1. De subsidie wordt gestort op bankrekening 068-0572720-59 van de Stichting overeenkomstig de volgende modaliteiten : - een eerste voorschot ten belope van 40 % van de maximale subsidie of 4.800.000 BEF wordt betaald na ondertekening en vastlegging van het subsidiebesluit; - een tweede voorschot ten belope van 40 % van de maximale subsidie of 4.800.000 BEF wordt betaald uiterlijk op 31 juli 2001 onder voorwaarde dat de Stichting uiterlijk op 31 mei 2001, onder vorm van een tussentijds rapport, aantoont dat de beoogde activiteiten, in functie van de verlopen uitvoeringsperiode, in voldoende mate werden uitgevoerd; - het saldo dat niet hoger kan zijn dan het verschil tussen de uitgekeerde voorschotten en de maximale subsidie wordt vereffend nadat de Stichting zowel aan de hand van een activiteitsrapport heeft aangetoond dat de met het besluit beoogde activiteiten effectief werden uitgevoerd in de subsidieperiode, als aan de hand van afschriften van stavingstukken opgave heeft gedaan van alle subsidieerbare uitgaven en heeft gemeld op welke plaats de originelen ter beschikking worden gehouden voor verificatie. Het inhoudelijk rapport wordt uiterlijk ingediend op 1 november 2001, de financiële verantwoordingsstukken volgen uiterlijk op 15 november 2001. § 2. De Stichting verbindt er zich toe een afzonderlijke boekhouding bij te houden van alle uitgaven verbonden aan de uitvoering van de gesubsidieerde acties en maakt de in § 1 voorgeschreven documenten over aan de administratie Werkgelegenheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Markiesstraat 1, 1000 Brussel.

De hoogte van de definitief verschuldigde subsidie, met een maximum van 12.000.000 BEF, zal worden bepaald op basis van het ingediende activiteitenrapport en in functie van de bewezen uitgaven. § 3. Ontvangsten die voortvloeien uit het gesubsidieerde project dienen integraal te worden aangewend voor de financiering van de projectbegroting.

Art. 7.Het toezicht en de controle op de verantwoording van de aanwending van de subsidie wordt uitgeoefend door de sociale inspecteurs van de administratie Werkgelegenheid van het departement Economie Werkgelegenheid, Binnenlandse aangelegenheden en Landbouw, ter plaatse of op stukken.

Indien uit deze controle blijkt dat de subsidie niet wordt aangewend voor de activiteiten zoals beschreven in dit besluit, of indien het bedrag van de subsidie niet verantwoord kan worden, zal de Stichting op eenvoudig verzoek het betwistte gedeelte terugbetalen.

Art. 8.De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 november 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT

Bijlage 1 gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 2000 houdende toekenning van een subsidie aan de Koning Boudewijnstichting in het kader van het project maatschappelijk verantwoord ondernemerschap Projectbegroting 1. Financiering van projecten. Er worden drie categorieën van projecten voorzien. Tussen deze drie categorieën kan een verschuiving gebeuren in de budgetten van maximaal 50 % in de mate dat het totaalbudget van 11.600.000 BEF niet wordt overschreden. 1.1. Verzamelen, ontwikkelen en verspreiden van know-how en ervaring op het vlak van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering via het uitwerken en verankeren van een opleiding in Vlaanderen, het binnenhalen van internationale expertise en benchmarking.

Budget : - Ontwikkeling en verankering in Vlaanderen van een theoretisch onderbouwde en praktijkgerichte opleiding : 6.000.000 BEF. - Internationale en nationale expertise en benchmarking : 2.000.000 BEF. 1.2. Ontwikkelen van instrumenten en dienstverlening op het vlak van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering.

Budget : 1.600.000 BEF. 1.3. Verspreiden van "best practices" op ruimere schaal en het uitwerken van sensibiliserende acties betreffende de toepassing van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering vanuit de stakeholdersbenadering.

Budget : 2.000.000 BEF. Financiering loon- en werkingskosten.

Voor de loon- en werkingskosten voor de algemene coördinatie en opvolging van het project en de kosten van de stuurgroep wordt een budget van maximaal 400.000 BEF voorzien. Dit wordt als volgt opgesplitst : Loonkosten : 300.000 BEF (15 dagen aan 20.000 BEF/dag).

Werkingskosten : 100.000 BEF. De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT