Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 mei 2002
gepubliceerd op 11 september 2002

Besluit van de Vlaamse regering inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036142
pub.
11/09/2002
prom.
24/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/24/2002036142/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MEI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid artikel 12bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, inzonderheid artikel 3, § 2, gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994, artikel 50, § 5, 7°, ingevoegd bij het decreet van 21 december 1994, artikel 59, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994 en 8 juli 1996, en artikel 84quater, ingevoegd bij het decreet van 12 juni 1991;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid artikel 43;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid artikel 34;

Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdienst, inzonderheid artikel 5, § 1;

Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid artikel 36, 2°;

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII-Mozaïek, inzonderheid hoofdstuk IX;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 1995 betreffende de organisatie van een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers in het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998, 20 april 2001 en 11 mei 2001;

Gelet op de akkoorden van de minister bevoegd voor begroting, gegeven op 29 mei 2001 en 6 juli 2001;

Gelet op het protocol nr. 408 van 3 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 181 van 3 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het protocol nr. 409 van 10 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 182 van 10 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse Regering op 24 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies nr. 32.065/1 van de Raad van State, gegeven op 11 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het gewoon voltijds secundair onderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° anderstalige nieuwkomer : een leerling die voldoet aan de volgende voorwaarden : a) niet in het bezit zijn van de Belgische of Nederlandse nationaliteit;b) het Nederlands niet als moedertaal hebben;c) geen volledig schooljaar onderwijs gevolgd hebben in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal;d) de onderwijstaal onvoldoende beheersen om met goed gevolg de lessen bij te wonen in een instelling met het Nederlands als onderwijstaal;e) uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar enerzijds minstens 12 jaar zijn en anderzijds geen 18 jaar geworden zijn.2° onthaalonderwijs : onderwijs voor anderstalige nieuwkomers.Het onthaalonderwijs heeft tot doel Nederlandsonkundige leerlingen op te vangen, hen zo snel mogelijk Nederlands te leren en hen te integreren in de onderwijsvorm en studierichting die het nauwst aansluit bij hun intrinsieke capaciteiten; 3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;4° raamplan : de opsomming van de algemene doelstellingen die de school bij het aanbieden van onthaalonderwijs nastreeft op het vlak van communicatieve, interculturele en sociale vaardigheden. HOOFDSTUK II. - Het onthaalonderwijs

Art. 3.§ 1. Het onthaalonderwijs wordt enkel en alleen gefinancierd of gesubsidieerd wanneer de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de scholengemeenschap dient, uiterlijk twee weken voorafgaand aan de mogelijke toekenning van de in artikel 5 bedoelde specifieke uren-leraar, een gemotiveerde aanvraag en een raamplan in bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs, Afdeling Beleidsuitvoering Secundaire Scholen, Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Is de aanvang van het onthaaljaar voorzien voor 1 september, dan is de uiterste indieningsdatum 1 juni, voorafgaand aan eerstgenoemde datum; 2° op de eerste lesdag, te rekenen vanaf 1 oktober, waarop onthaalonderwijs wordt ingericht moeten er ten minste vijfentwintig regelmatige anderstalige nieuwkomers ingeschreven zijn in de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap;3° één school van de scholengemeenschap wordt als contactpunt aangeduid voor het departement Onderwijs;4° een gestructureerd en systematisch overleg wordt door de scholengemeenschap georganiseerd, wanneer meerdere scholen van één scholengemeenschap deelnemen;5° er wordt in samenwerking met het betrokken Centrum voor leerlingenbegeleiding sterke aandacht besteed aan de begeleiding en oriëntering van de anderstalige nieuwkomer aansluitend op zijn of haar intrinsieke capaciteiten;6° de deelnemende school of scholen verbinden er zich toe voor elke anderstalige nieuwkomer een leertraject uit te werken dat voldoet aan de doelstellingen van het onthaalonderwijs en past binnen het kader van het leerplan van het onthaalonderwijs;7° de deelnemende school of scholen verbinden er zich toe de personeelsleden het recht op deelname aan nascholing over taalvaardigheidsonderwijs Nederlands en intercultureel onderwijs te garanderen;8° de deelnemende school of scholen nemen initiatieven tot ondersteuning van deze leerlingen in de eigen school, in voorkomend geval in de andere scholen van de scholengemeenschap of in samenspraak met één of meerdere scholen van een andere scholengemeenschap en dit zowel tijdens de periode van het onthaalonderwijs als bij de overgang naar het regulier onderwijs. § 2. Scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap en toch onthaalonderwijs willen inrichten, moeten een samenwerkingsovereenkomst sluiten met een scholengemeenschap of met andere scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren.

Zij dienen op overeenkomstige wijze aan de in § 1 bedoelde voorwaarden te voldoen.

Art. 4.Het wekelijkse lesrooster bestaat uit ten minste 22 lesuren Nederlands en 2 lesuren godsdienst, niet-confessionele zedenleer, eigen cultuur en religie of cultuurbeschouwing. In het onthaalonderwijs worden ten hoogste 32 wekelijkse lesuren gegeven.

Hoogstens vier wekelijkse lesuren kunnen per anderstalige nieuwkomer vrij besteed worden. Het gebruik van deze mogelijkheid wordt beschreven in het leertraject van de anderstalige nieuwkomer, bedoeld in artikel 3, 6°.

Art. 5.§ 1. Voor de organisatie van het onthaalonderwijs worden specifieke uren-leraar toegekend overeenkomstig de volgende modaliteiten : 1° voor het onthaalonderwijs dat, overeenkomstig artikel 3, § 1, 1°, tweede lid, tijdens de maand september wordt georganiseerd, wordt per regelmatige anderstalige nieuwkomer geteld op de laatste lesdag van bedoelde maand, 2,5 specifieke uren-leraar toegekend;2° voor het onthaalonderwijs dat tijdens de overige maanden van het schooljaar wordt georganiseerd wordt per regelmatige leerling geteld op de eerste lesdag, te rekenen vanaf 1 oktober, waarop onthaalonderwijs wordt ingericht, 2,5 specifieke uren-leraar toegekend;3° indien er vier of een veelvoud van vier nieuwe regelmatige anderstalige nieuwkomers worden ingeschreven in de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap en indien het totaal aantal regelmatige anderstalige nieuwkomers eveneens met vier of een veelvoud van vier is verhoogd, kan de inrichtende macht van de school die optreedt als contactpunt, een herberekening van het aantal specifieke uren-leraar aanvragen;4° indien er vier of een veelvoud van vier regelmatige anderstalige nieuwkomers worden uitgeschreven uit de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap en indien het totaal aantal regelmatige anderstalige nieuwkomers eveneens met vier of een veelvoud van vier is gedaald, moet de inrichtende macht van de school die optreedt als contactpunt, een herberekening van het aantal specifieke uren-leraar aanvragen; § 2. De specifieke uren-leraar die voor onthaalonderwijs worden toegekend, mogen alleen in het onthaalonderwijs worden aangewend.

Art. 6.§ 1. Het gebruik van de specifieke uren-leraar onthaalonderwijs wordt beoordeeld door de onderwijsinspectie. § 2. De specifieke subsidiëring of financiering aan de scholen wordt stopgezet wanneer blijkt dat de doelstellingen van het onthaalonderwijs, bedoeld in artikel 2, 2° niet worden nagestreefd.

De stopzetting gaat in de eerste dag van de maand volgend op de in het eerste lid bedoelde vaststelling.

Art. 7.De minister kan voor individuele situaties en in uitzonderlijke omstandigheden afwijken van de voorwaarden opgesomd in artikel 2, 1°, a, c en e, op voorlegging van een gemotiveerde aanvraag in samenwerking met het betrokken Centrum voor Leerlingenbegeleiding.

Om vast te stellen of een leerling voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 2, 1°, b en d moet de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die de minderjarige leerplichtige leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft, een schriftelijke verklaring op eer invullen.

Art. 8.De personeelsleden die fungeren in de in artikel 5 bedoelde specifieke uren-leraar worden, voor wat betreft het prestatiestelsel en de bekwaamheidsbewijzen, beschouwd als personeelsleden die fungeren in de eerste graad van het gewoon voltijds secundair onderwijs.

De specifieke uren-leraar kunnen niet vacant verklaard worden. De inrichtende macht kan in de uren-leraar geen personeelsleden vast benoemen, affecteren of muteren.

Art. 9.De werkingstoelagen van het onthaalonderwijs worden berekend op basis van het aantal regelmatige anderstalige nieuwkomers op 1 februari van het vorige schooljaar. Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 3, § 2, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, wordt aan de regelmatige anderstalige nieuwkomers het puntengewicht 16 toegekend.

Voor het Gemeenschapsonderwijs gelden voor wat de werkingsmiddelen betreft, de bepalingen van artikel 36, 2° van het Bijzonder Decreet van 14 juli 1998. HOOFDSTUK III. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen

Art. 10.In artikel 1, § 1, eerste lid van het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 1995 betreffende de organisatie van een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers in het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998, 20 april 2001 en 11 mei 2001, wordt het woord « negenentwintig » vervangen door het woord « drieënveertig ».

Art. 11.In artikel 7 van hetzelfde besluit, wordt § 6, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998 en 20 april 2001 vervangen door wat volgt : « § 6. De financiering-subsidiëring geldt voor ten hoogste 130 specifieke uren-leraar per onderwijsinstelling. Enkel voor de onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied van de steden Gent en Antwerpen geldt de financiering-subsidiëring voor ten hoogste 148 specifieke uren-leraar per onderwijsinstelling.

In afwijking hierop, geldt voor de onderwijsinstellingen die starten vanaf 1 maart 2001 en ongeacht waar ze gelegen zijn, de financiering-subsidiëring voor ten hoogste 65 specifieke uren-leraar per onderwijsinstelling. Enkel wanneer er specifieke behoeften kunnen aangetoond worden door deze onderwijsinstellingen, geldt de financiering-subsidiëring voor ten hoogste 130 specifieke uren-leraar per onderwijsinstelling. ».

Art. 12.Hetzelfde besluit van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998, 20 april 2001 en 11 mei 2001, wordt opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtredings- en slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001, uitgezonderd : 1° artikel 10 en 11, die uitwerking hebben met ingang van 1 maart 2001;2° artikel 3, § 1, 1°, tweede lid, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 2002.

Art. 14.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 mei 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^