Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 mei 2002
gepubliceerd op 31 mei 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035702
pub.
31/05/2002
prom.
24/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/24/2002035702/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MEI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van één of meerdere diersoorten, inzonderheid op artikel 5 en 7;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, inzonderheid op artikel 7 en bijlage I;

Overwegende dat de Europese Commissie in haar brief (SG(2001)D/286469) van 27 februari 2001 de steun als verenigbaar met het EG-Verdrag heeft beschouwd;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 21 maart 2002;

Overwegende dat er overleg is geweest op 11 februari 2002, waarvan het verslag op 8 april 2002 door de Interministeriële Conferentie Landbouw is goedgekeurd;

Gelet op het advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, gegeven op 15 maart 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de volgende omstandigheden : - de inschrijvingen voor de eerste periode overtroffen ver de budgettaire middelen waardoor een tweede inschrijfperiode zonder uitstel moet worden vastgesteld zodat de aanvragen die in de eerste periode werden geweigerd wegens het gebrek aan begrotingskredieten, in de tweede periode als eerste kunnen worden behandeld en uitbetaald; - vele varkenshouders stellen de stopzetting van hun exploitatie uit in afwachting van de tweede inschrijfperiode; - de varkensafbouw als aanpak aan de bron is één van de drie belangrijke pijlers van het mestbeleid voor de aanpak van de mestoverschotten; - met het oog op het bereiken van de doelstelling inzake de waterkwaliteit conform de Richtlijn van de Raad (91/676/EEG) van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, moet onverwijld een tweede inschrijfperiode worden vastgesteld;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2002 (33.348/3) met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, worden tussen de woorden « na de inwerkingtreding van dit besluit » en de woorden « anders is zijn aanvraag onontvankelijk », de woorden « of na de aanvang van een extra periode als bedoeld in artikel 5 » ingevoegd.

Art. 2.Aan artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Bij zijn aanvraag voegt hij tevens een kopie van het register van dierlijke mestproductie, bedoeld in artikel 4, § 2, van het meststoffendecreet en in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. Het gemiddelde van het aantal varkens, vermeld in voornoemd register, van de vier maanden die voorafgaan aan de maand waarin de aanvraag werd ingediend, dient als vaststelling van het aantal aanwezige dieren, bedoeld in artikel 5 van het stopzettingsdecreet. De afdeling zal indien nodig tijdens een bedrijfsbezoek het aantal varkens controleren.

Indien na controle blijkt dat het door de varkenshouder opgegeven gemiddelde in werkelijkheid lager is, dan wordt het aantal te vergoeden varkens beperkt tot het gemiddelde van het aantal werkelijk aanwezige varkens van de vier maanden die voorafgaan aan de maand waarin de de aanvraag werd ingediend. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door het formulier dat als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en ten vroegste op 3 juni 2002.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 mei 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA Bijlage I. - Aanvraag voor het verkrijgen van een stopzettingsvergoeding (artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens).

Dossiernummer . . . . .

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens.

Brussel, 24 mei 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA

^