24 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van sectoren waarvoor uitzonderlijk de termijn wordt verlengd voor de aanpassing van erkenningsvoorwaarden en procedureregels voor erkenning in het kader van het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, inzonderheid op artikel 7, § 1, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 21 februari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het onontbeerlijk is voor de rechtszekerheid en de goede werking van de betrokken sectoren dat ze duidelijkheid krijgen over de uitvoeringsbepalingen van het decreet van 29 april 1997 inzake kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « het kwaliteitsdecreet »: het decreet van 29 april 1997 inzake kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij decreet van 22 december 1999.

Art. 2.Voor de volgende sectoren wordt uitzonderlijk de termijn voor aanpassing van de vastgestelde erkenningsvoorwaarden en procedureregels voor erkenning en intrekking van erkenning van welzijnsvoorzieningen, vermeld in artikel 7, § 1, tweede lid van het kwaliteitsdecreet, met maximaal twee jaar verlengd: 1° de Consultatiebureaus en Steunpunten voor het Jonge Kind;2° de Kinderdagverblijven;3° de Diensten voor Opvanggezinnen;4° de Initiatieven voor Buitenschoolse Kinderopvang;5° de Vertrouwenscentra Kindermishandeling;6° de Adoptiediensten;7° de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 maart 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS