gepubliceerd op 14 december 2001
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening
23 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 februari 1992 en 18 december 1992, het besluit van de Vlaamse regering van 13 januari 1993, de ministeriële besluiten van 23 april 1993 en 25 juni 1993, het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995, het ministerieel besluit van 22 januari 1996, het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996, het ministerieel besluit van 7 augustus 1996, het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997 en de ministeriële besluiten van 2 juli 1997 en 31 oktober 2000;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2001;
Gelet op het advies van de Vlaamse Gezondheidsraad, gegeven op 19 juni 2001;
Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 11 mei 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.096/3, gegeven op 25 september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° Vlaamse minister : Vlaamse minister, bevoegd voor de dopingcontrole en de medische sportcontrole;»; 2° een 26° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 26° Vlaamse Gezondheidsraad : de Vlaamse Gezondheidsraad, bedoeld in artikel 3 van het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen;»; 3° een 27° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 27° Vlaamse Adviesraad : de Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen, bedoeld in artikel 10 van het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen;»; 4° een 28° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 28° Instituut Topsport Vlaanderen : de Vlaamse privaatrechtelijke organisatie die als doelstelling heeft het topsportbeleid in Vlaanderen te onderzoeken, te ondersteunen, te begeleiden en te stimuleren en die hiervoor door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd wordt;»; 5° een 29° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 29° erkende sportfederatie : de sportfederatie, erkend op basis van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.»
Art. 2.Afdeling I van het hoofdstuk II, titel II, van hetzelfde besluit, bestaande uit artikel 31, wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 33.De erkenning wordt verleend voor drie jaar en kan hernieuwd worden. »
Art. 4.In artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2°, en in § 2, 3°, worden de woorden « de Vlaamse minister » vervangen door de woorden « de administratie »;2° in § 2, 1°, worden de woorden « , na gunstig advies van de commissie Sportmedische Keuring » geschrapt.
Art. 5.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 35.§ 1. Om erkend te worden moet het keuringscentrum : 1° onder de leiding te staan van een keuringsarts;2° overeenkomsten voorleggen met : a) een arts, erkend specialist in de cardiologie, deskundig in de sportgeneeskunde;b) een arts, erkend specialist in de fysische geneeskunde of de orthopedie, deskundig in de sportgeneeskunde;c) een doctor, licentiaat of gegradueerde in de kinesitherapie, deskundig in de sportkinesitherapie;d) een doctor of licentiaat in de psychologie, deskundig in de sportpsychologie;e) een voedingsdeskundige met een universitair diploma of een diploma van het hoger onderwijs buiten de universiteit, deskundig in de sportdieetleer;f) een doctor of licentiaat in de lichamelijke opvoeding, deskundig in de trainingsleer;3° samenwerken met andere medische deskundigen met het oog op specifieke onderzoeken, die nodig zijn voor het vervullen van de opdracht, vermeld in artikel 20 van het decreet;4° beschikken over de nodige ruimte en apparatuur voor sportmedische begeleiding van topsportbeloften en topsporters.De ruimten en de apparatuur moeten minstens voldoen aan de volgende infrastructuurnormen : a) de volgende ruimten : 1) minimaal 2 onderzoeks- en gesprekskamers;2) ruimte voor functioneel onderzoek;3) ruimte voor het administratief en het technisch personeel;4) de nodige sanitaire voorzieningen;b) de volgende uitrusting : 1) spiro-ergometrie-installatie met loopband en fietsergometer, alsook de nodige apparatuur om een inspanningselektrocardiogram af te nemen en lactaatmetingen in bloed of plasma uit te voeren;2) apparatuur voor longfunctietests;3) apparatuur voor antropometrisch onderzoek en bepaling van de lichaamssamenstelling;4) krachtmeetapparatuur en apparatuur voor biomechanisch onderzoek;5) reanimatieapparatuur (onder andere defibrillator);c) de onder a) vermelde ruimten moeten functioneel als één geheel kunnen werken, namelijk alle belangrijke aspecten in de begeleiding van de topsporters en topsportbeloften moeten in één entiteit kunnen functioneren;d) beschikken over sportinfrastructuur in de nabijheid van het keuringscentrum om veldtesten mogelijk te maken;5° deel uitmaken van een universiteit of de vorm aannemen van een vereniging zonder winstgevend doel, met dien verstande dat er in dit laatste geval een samenwerkingsverband moet bestaan met een universiteit, geconcretiseerd in een samenwerkingsovereenkomst, waarin het keuringscentrum de verbintenis aangaat om desgevraagd in te staan voor de begeleiding van de topsportstudenten van de universiteit en waarin de universiteit de verbintenis aangaat om wetenschappelijke expertise aan te reiken aan het keuringscentrum en haar medewerking te verlenen aan de realisatie van een aanbod van bijkomende opleidingen voor keuringsartsen en begeleiders, opleidingen georganiseerd op initiatief van het keuringscentrum;6° zowel universitair als niet-universitair, een samenwerkingsverband tot stand brengen met het Instituut Topsport Vlaanderen, geconcretiseerd in een samenwerkingsovereenkomst, waarin het keuringscentrum de verbintenis aangaat om desgevraagd aan dit Instituut relevante gegevens aan te reiken met betrekking tot de topsport in Vlaanderen, met inachtneming van het medisch beroepsgeheim, en waarin het Instituut de verbintenis aangaat om wetenschappelijke expertise aan te reiken aan het keuringscentrum en haar medewerking te verlenen aan de realisatie van een aanbod van bijkomende opleidingen voor keuringsartsen en begeleiders, opleidingen georganiseerd op initiatief van het keuringscentrum; § 2. De overeenkomsten, bedoeld in § 1, 2°, van dit artikel, bevatten de voorwaarden van beschikbaarheid waaronder de keuringscentra op de deskundigen een beroep kunnen doen. Elke wijziging aan de overeenkomsten wordt onmiddellijk en schriftelijk aan de administratie meegedeeld. § 3. Om als keuringscentrum erkend te blijven, moet het keuringscentrum : 1° meewerken aan de gezamenlijke totstandkoming en toepassing van gestandaardiseerde onderzoeksprotocollen met betrekking tot de sportmedische keuring en begeleiding, waarvan de inhoudelijke basis en minimale frequentie zijn vastgelegd op basis van het specifieke karakter van de sportactiviteit en leeftijdscategorie waartoe de sportbeoefenaar behoort.Dit gebeurt in samenwerking met het Instituut Topsport Vlaanderen. 2° jaarlijks aan de administratie een rapport opsturen over de uitgevoerde onderzoeken inzake sportmedische keuring en begeleiding, samen met vaststellingen en suggesties;3° sportmedische keuring uitvoeren en topsportleerlingen en getalenteerde sportbeoefenaars begeleiden die in hun sportfederatie het statuut van topsporter of topsportbelofte verwerven;4° de aanwezige kennis en ervaring aanbieden aan erkende keuringsartsen, andere keuringscentra en overheid met het oog op een wetenschappelijk onderbouwde sportmedische keuring en begeleiding;5° voldoen aan de bepalingen van het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen en zijn uitvoeringsbesluiten;6° aan de sportbeoefenaars en aan de administratie de gehanteerde tarieven van de sportmedische keuringen bekendmaken.»
Art. 6.In artikel 37, § 1, 2°, en § 2, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse minister » vervangen door de woorden « de administratie ».
Art. 7.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 38.De erkenning voor toezichthoudende artsen wordt verleend voor drie jaar en kan worden hernieuwd. »
Art. 8.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 39.De Vlaamse minister bepaalt de bevoegdheden van de toezichthoudende artsen en de sportmanifestaties waarop ze aanwezig moeten zijn. »
Art. 9.In artikel 41, § 1, 4°, en § 2, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse minister » vervangen door de woorden « de administratie ».
Art. 10.Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 11.Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 43.De erkenning wordt verleend voor drie jaar en kan worden hernieuwd. »
Art. 12.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden « De artikelen 45, § 1 en § 2, en 46, van dit besluit zijn » vervangen door de woorden « § 1 en § 2 van artikel 45 zijn ».
Art. 13.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 14.Artikel 47 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 15.Afdeling VI van hoofdstuk II, titel II, bestaande uit artikel 48 tot en met 50, wordt vervangen door wat volgt : « Afdeling VI. - De erkenningsprocedure, het toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden, de procedure van schorsing van erkenning en de procedure van intrekking van erkenning Onderafdeling I. - De erkenningsprocedure
Art. 48.De erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts, controlearts, of als controlelaboratorium, verloopt volgens de procedure die uiteengezet is in artikel 49 tot en met 50quinquies en in artikel 50septies.
Art. 49.§ 1. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvrager een aanvraag tot erkenning per aangetekende brief bij de administratie indienen. De aanvraag moet de gegevens en stukken bevatten, bedoeld in artikelen 34, § 1, 35, § 1, 37, § 1, 41, § 1, 44 en 45. § 2. Als de aanvraag niet ontvankelijk is, zendt de administratie haar terug binnen dertig dagen na ontvangst, met vermelding van de reden van de niet-ontvankelijkheid. § 3. Als de aanvraag voor erkenning als controlelaboratorium ontvankelijk is, gelast de administratie in voorkomend geval, het laboratorium met de analyse van een reeks proefmonsters onder controle van een ander laboratorium dat door de Vlaamse minister is aangewezen.
Binnen tien werkdagen na ontvangst van de proefmonsters, moeten de laboratoria, bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf, hun respectievelijk verslag met de resultaten meedelen aan de administratie. Deze verslagen bevatten tevens een omstandige omschrijving van de gebruikte analysemethode.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de laboratoria die door het I.O.C. erkend zijn.
Art. 50.Het gemotiveerd voornemen van de Vlaamse minister wordt binnen vier maand na ontvangst van een ontvankelijke aanvraag aan de aanvrager betekend per aangetekende brief.
Bij het betekenen van het voornemen worden de mogelijkheid en de regeling vermeld om een bezwaarschrift in te dienen, zoals beschreven wordt in artikel 50bis, eerste lid.
Art. 50bis.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de aanvrager, tot uiterlijk dertig dagen na ontvangst per aangetekende brief een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Vlaamse minister tegen het voornemen tot weigering van de erkenning. Hij kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord.
De Vlaamse minister zorgt ervoor dat, binnen 15 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift, dit samen met het volledige administratieve dossier wordt bezorgd aan de Vlaamse Adviesraad.
Art. 50ter.Binnen een maand nadat de Vlaamse minister het advies van de Vlaamse Adviesraad heeft ontvangen of, als dit advies hem niet heeft bereikt binnen de reglementair bepaalde termijn, binnen een maand na het verstrijken van die termijn, wordt de gemotiveerde beslissing van de Vlaamse minister om de erkenning te verlenen of te weigeren per aangetekende brief aan de aanvrager betekend.
Als het advies ontbreekt, kan de Vlaamse minister geen beslissing nemen zonder de aanvrager te hebben gehoord, als de aanvrager daarom in zijn bezwaarschrift heeft verzocht. De termijn, bedoeld, in het eerste lid, wordt in dat geval met één maand verlengd.
Art. 50quater.Als er geen bezwaarschrift werd ingediend, wordt de gemotiveerde beslissing van de Vlaamse minister per aangetekende brief aan de aanvrager betekend, binnen een maand na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 50bis, eerste lid.
Als het voornemen, bedoeld in artikel 50, of de beslissing, bedoeld in artikelen 50, 50ter of in het eerste lid niet binnen de gestelde termijn aan de aanvrager wordt betekend, wordt de aanvrager geacht erkend te zijn.
Art. 50quinquies.Als de Vlaamse minister de erkenning weigert, kan de aanvrager geen nieuwe erkenningsaanvraag voor de betreffende erkenning indienen, tenzij hij aantoont dat de reden voor de weigering niet langer bestaat.
Art. 50sexies.Artikel 49 tot en met 50quinquies zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag tot hernieuwing van erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts of controlearts.
Art. 50septies.Elk besluit inzake erkenning of hernieuwing van erkenning wordt als uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Onderafdeling II. - Het toezicht op de naleving van de erkenningsvoorwaarden
Art. 50octies.De ambtenaren van de administratie die daartoe aangewezen zijn, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving van de erkenningsvoorwaarden door de centra, de laboratoria, de artsen die een erkenning of een hernieuwing van erkenning aanvragen of erkend zijn als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts, controlearts of controlelaboratorium.
De centra, laboratoria en artsen, bedoeld in het eerste lid verlenen hun medewerking aan de uitoefening van het toezicht. Ze bezorgen aan de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, op hun eenvoudig verzoek, de stukken die met de erkenningsaanvraag of de erkenning verband houden.
Onderafdeling III. - De procedure van schorsing van erkenning
Art. 50novies.De erkenning als keuringsarts, toezichthoudende arts of controlearts kan door de Vlaamse minister preventief geschorst worden voor maximaal één jaar, als er ernstige redenen zijn die de geloofwaardigheid, de objectiviteit of het moreel gezag van de betrokken arts zouden kunnen aantasten. Deze termijn van één jaar wordt eventueel verlengd tijdens de duur van het strafrechtelijk onderzoek tot twee maanden na kennisneming door de administratie van de strafrechtelijke uitspraak, tenzij er een buitenvervolgingstelling of vrijspraak volgt. In dat geval vervalt de schorsing van rechtswege.
De schorsing gaat in vanaf de ontvangst van een aangetekend, gemotiveerd bericht van schorsing, waarin de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen is vermeld. De betrokken arts kan hiertegen binnen acht dagen per aangetekende brief bezwaar aantekenen bij de Vlaamse minister. Hij kan daarin vragen gehoord te worden.
Binnen 45 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift door de Vlaamse minister bezorgt de administratie haar advies aan de Vlaamse minister.
Indien de betrokkene in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd om te worden gehoord, hoort de administratie de betrokkene alvorens haar advies te verlenen. In het advies wordt dan melding gemaakt van de door betrokkene mondeling naar voor gebrachte argumenten. Het advies van de administratie wordt aan de betrokkene toegestuurd per aangetekende brief binnen vijftien dagen na het uitbrengen ervan.
Binnen 30 dagen nadat de Vlaamse minister het advies van de administratie heeft ontvangen wordt de beslissing van de Vlaamse minister over de voortzetting of opheffing van de schorsing aan de betrokkene toegestuurd per aangetekende brief.
Als op het einde van de schorsingsperiode, de procedure van intrekking van erkenning niet is aangevat conform artikel 50duodecies en volgende, herneemt automatisch de lopende erkenningstermijn. Als de procedure van intrekking is ingezet, loopt de schorsing verder tot er een eindbeslissing over de intrekking is genomen.
De beslissingen inzake schorsing of opheffing van schorsing worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Onderafdeling IV. - De procedure van intrekking van erkenning
Art. 50decies.De Vlaamse minister kan de erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts en controlearts intrekken. Dit kan gebeuren wanneer niet langer voldaan wordt aan één of meerdere na te leven voorwaarden, bepaald in artikel 34, 35, 37 en 41, of omdat de arts of het centrum niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, of om een andere ernstige reden.
Art. 50undecies.Als er volgens de Vlaamse minister of de administratie reden is om de erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts of controlearts in te trekken, kan de Vlaamse minister of de administratie de betreffende arts of het betreffende centrum per aangetekende brief aanmanen om zich binnen een termijn, die ten hoogste zes maanden mag bedragen, te schikken naar de erkenningsvoorwaarden of de regels betreffende het toezicht.
Art. 50duodecies.Als, ondanks de aanmaning, de betreffende arts of het betreffende centrum de voorwaarden niet naleeft of niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, of als de aanmaningsprocedure, bedoeld in artikel 50undecies, niet werd toegepast, wordt het gemotiveerd voornemen van de Vlaamse minister tot intrekking aan de betreffende arts of het betreffende centrum betekend. Die betekening gebeurt door de administratie per aangetekende brief, waarin de mogelijkheid en de regeling om een bezwaarschrift in te dienen, worden vermeld.
Artikel 50bis tot en met 50quater zijn van overeenkomstige toepassing.
Art. 50ter decies. Binnen één jaar na de betekening van de beslissing tot intrekking, kan geen aanvraag tot erkenning van dezelfde arts of hetzelfde centrum worden ingediend.
Art. 50quater decies. Elk besluit over intrekking van de erkenning wordt als uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Art. 50quinquies decies. De Vlaamse minister kan de erkenning van een controlelaboratorium altijd intrekken of tot een bepaalde termijn beperken. Dit kan gebeuren wanneer niet langer voldaan wordt aan één of meerdere erkenningsvoorwaarden, bepaald in artikel 44 en 45, of omdat het controlelaboratorium niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, of omdat het weigert een monster te analyseren of om een andere ernstige reden.
Art. 50sexies decies. Als er volgens de Vlaamse minister of de administratie reden is om de erkenning als controlelaboratorium in te trekken of de erkenning als controlelaboratorium tot een bepaalde termijn te beperken, kan de Vlaamse minister of de administratie het controlelaboratorium met een aangetekende brief aanmanen om zich binnen een termijn, die ten hoogste zes maanden mag bedragen, te schikken naar de erkenningsvoorwaarden of regels betreffende het toezicht.
Art. 50septies decies. Als, ondanks de aanmaning, het betreffende controlelaboratorium de erkenningsvoorwaarden niet naleeft of niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht, of als de aanmaningsprocedure, bedoeld in artikel 50sexies decies, niet werd toegepast, kan de erkenning van het controlelaboratorium tot een bepaalde termijn worden beperkt overeenkomstig artikel 50duodevicies of kan de erkenning van het controlelaboratorium worden ingetrokken overeenkomstig artikel 50 undevicies.
Art. 50duodevicies.§ 1. In het geval, bedoeld in artikel 50septies decies, kan de Vlaamse minister de lopende erkenning van het controlelaboratorium tot een periode van ten minste zes maanden en ten hoogste twee jaar beperken. § 2. Het gemotiveerde voornemen van de Vlaamse minister om de duur van de erkenning te beperken, wordt per aangetekende brief aan het controlelaboratorium betekend. De betekening vermeldt de mogelijkheid en de regeling om een bezwaarschrift in te dienen.
Het controlelaboratorium kan, op straffe van niet-ontvankelijkheid, tot uiterlijk vijftien dagen na ontvangst tegen het voornemen per aangetekende brief een gemotiveerd bezwaarschrift bij de Vlaamse minister indienen. Het controlelaboratorium kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord. § 3. Binnen dertig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift of, als er geen bezwaarschrift werd ingediend, na het verstrijken van de termijn, bedoeld in § 2, tweede lid, wordt de gemotiveerde beslissing van de Vlaamse minister over de beperking van de duur van de erkenning per aangetekende brief aan het controlelaboratorium betekend. Het controlelaboratorium wordt voor de beslissing gehoord, als het daarom in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd.
Als de beslissing van de Vlaamse minister over de beperking van de duur van de erkenning niet binnen de gestelde termijn aan het controlelaboratorium wordt betekend, blijft het controlelaboratorium zijn erkenning voor onbepaalde termijn behouden. § 4. Elk besluit over de beperking van de duur van de erkenning van een controlelaboratorium wordt als uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Art. 50undevicies.§ 1. Als in het geval, bedoeld in artikel 50septies decies, de Vlaamse minister overweegt de erkenning in te trekken, wordt zijn gemotiveerd voornemen aan het controlelaboratorium betekend per aangetekende brief. Daarin worden de mogelijkheid en de regeling vermeld om een bezwaarschrift in te dienen.
Artikel 50bis tot en met 50quater zijn van overeenkomstige toepassing.
Als de beslissing van de Vlaamse minister tot intrekking van de erkenning niet binnen de gestelde termijn aan het controlelaboratorium wordt betekend, blijft het controlelaboratorium erkend. § 2. Binnen één jaar na de betekening van de beslissing tot intrekking van de erkenning, kan geen aanvraag tot erkenning van hetzelfde controlelaboratorium worden ingediend. § 3. Elk besluit over de intrekking van erkenning wordt als uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Onderafdeling V. - Algemene bepaling
Art. 50vicies.Voor de toepassing van deze afdeling wordt een aangetekende brief de eerste werkdag na de dag van zijn verzending geacht ontvangen te zijn. »
Art. 16.In artikel 61 van hetzelfde besluit wordt 1° vervangen door wat volgt : « 1° presentiegeld, zoals voorzien in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren, met dien verstande dat dit presentiegeld, per zitting van minstens 2 uur, wordt bepaald als volgt : a) voor de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter : 62 euro;b) voor de leden en de plaatsvervangende leden : 50 euro;»
Art. 17.Artikel 62 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 62.De Vlaamse minister stelt de vergoedingen vast voor de prestaties en de onkosten van de controleartsen en van de controlelaboratoria. »
Art. 18.In hetzelfde besluit wordt een artikel 62bis en 62ter ingevoegd, die luiden als volgt : «
Art. 62bis.Binnen de perken van de begrotingskredieten stelt de Vlaamse minister de tussenkomst van de Vlaamse Gemeenschap vast voor prestaties en onkosten van de keuringsartsen en van de toezichthoudende artsen.
Art. 62ter.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Vlaamse minister aan keuringscentra een jaarlijkse tussenkomst verlenen. De jaarlijkse tussenkomst kan bestaan uit een forfaitaire toelage, een bijkomende toelage en een aanvullende toelage. De bijkomende toelage en de aanvullende toelage kunnen enkel verleend worden aan keuringscentra die een forfaitaire toelage verkrijgen. Het aantal betoelaagde keuringscentra bedraagt maximaal één per Vlaamse provincie en maximaal één in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.
Wanneer er in een bepaalde provincie of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad meer dan één keuringscentrum voor forfaitaire betoelaging in aanmerking komt op basis van het door hen ingediende dossier, bepaalt de Vlaamse minister welk keuringscentrum uiteindelijk voor subsidiëring in aanmerking komt. Om deze keuze te maken gebruikt de Vlaamse minister in dat geval de volgende criteria : het niveau van de integrale kwaliteitszorg dat gehanteerd wordt door het keuringscentrum, de kwaliteit van de aanwezige ruimte en apparatuur, het feit of het keuringscentrum ruimtelijk al of niet een functioneel geheel vormt, het aantal activiteiten,uitgevoerd door het keuringscentrum, de toegankelijkheid van het keuringscentrum op het vlak van openingsuren. § 2. De forfaitaire toelage bedraagt 62.000 euro voor de compensatie van vaste kosten. Deze forfaitaire toelage wordt verleend op voorwaarde dat : 1° het keuringscentrum erkend is door de Vlaamse minister overeenkomstig het decreet;2° het keuringscentrum schriftelijk verklaart dat het de controle toestaat van zijn boekhouding door de bevoegde administratie en/of de door de administratie daartoe gemachtigde instanties. De betaling van de forfaitaire toelage zal gebeuren na indiening van de facturen en na goedkeuring door de administratie van de volgende voor te leggen stukken : 1° een voor waar en echt verklaarde schuldvordering;2° een overzichtelijke en genummerde lijst van kosten;3° de genummerde originele verantwoordingsstukken;4° een jaarrapport, volgens een door alle centra ontwikkeld éénvormig model, goedgekeurd door de administratie en dat het mogelijk maakt de centra te evalueren en beleidsrelevante gegevens te verzamelen. De forfaitaire toelage is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig artikel 1bis van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen wordt gekoppeld, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 156 van 30 december 1982 en bij het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd door de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen. § 3. Bijkomend kan binnen de perken van de begrotingskredieten een toelage verleend worden aan de erkende keuringscentra voor de gratis sportmedische keuring en begeleiding van getalenteerde sportbeoefenaars die aangesloten zijn bij een erkende sportfederatie en die in hun sportvereniging het statuut van topsporter of topsportbelofte verwerven en van de topsportleerlingen uit de topsportscholen van de erkende sportfederaties. Om in aanmerking te komen voor deze bijkomende toelage moet het algemeen sportmedisch keurings- en begeleidingsplan van de erkende sportfederatie het advies verkregen hebben van het Instituut Topsport Vlaanderen.
Deze bijkomende toelage wordt per gekeurde vastgesteld op 250 euro op jaarbasis en wordt verleend op voorwaarde dat de gegevens worden opgeslagen in een voor alle erkende centra éénvormig sportmedisch dossier per onderzochte en begeleide sportbeoefenaar.
De betaling van deze bijkomende toelage zal gebeuren na indiening van de facturen en na goedkeuring door de administratie van de volgende voor te leggen stukken : 1° een voor waar en echt verklaarde schuldvordering;2° de verantwoordingsstukken met betrekking tot het aantal onderzochte en begeleide sportbeoefenaars. § 4. Bovendien kan binnen de perken van de begrotingskredieten en na advies van de administratie een aanvullende toelage verleend worden voor de uitvoering van projecten en/of onderzoek met betrekking tot de medisch verantwoorde sportbeoefening. Projecten in het kader van topsport moeten door het Instituut Topsport Vlaanderen worden geadviseerd. Het bedrag van deze aanvullende toelage is afhankelijk van de omvang van het onderzoeksproject en/of het onderzoek.
De betaling van deze aanvullende toelage zal gebeuren na indiening van de facturen en na goedkeuring door de administratie van de volgende voor te leggen stukken : 1° een voor waar en echt verklaarde schuldvordering;2° een overzichtelijke en genummerde lijst van kosten;3° de genummerde originele verantwoordingsstukken.»
Art. 19.In artikel 68 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996, worden in het eerste lid de woorden « de betrokken sportvereniging » vervangen door de woorden « de sportvereniging of sportfederatie in kwestie ».
Art. 20.Aan artikel 69 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. De controlearts kan niet optreden voor een controleopdracht bij een sportmanifestatie, waarbij de controleopdracht zou kunnen worden beïnvloed door zijn of haar betrokkenheid bij of door bindingen met de sportvereniging in kwestie ».
Art. 21.Artikel 73 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 februari 1992, 18 december 1992, 23 april 1993, 25 juni 1993, 22 januari 1996, 7 augustus 1996, 2 juli 1997 en 31 oktober 2000, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 73.Onverminderd het bepaalde in artikel 2, 6°, b), van het decreet, omvat de lijst van verboden substanties en van verboden middelen, bedoeld in artikel 22 van het decreet : § 1. Substanties : 1° De stimulantia Acridorex Adrenaline, toegestaan in lokale anesthetica Alfetamine Almitrine Amezinium Amfecloral Amfepramon Amfepentorex Amfetamine Amfetaminil Amineptine Aminorex Amifenazol Ammoniiftalamaat Bambuterol Bamethan Bemegride Benzphetamine Bitolterol Bromantan Bufenine Bupropion Cafedrine Camfamedrine Camfotamide Carbuterol Carphedon Cathinon Cathine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 5 microgram per milliliter Chloorfentermine Cimaterol Clenbuterol Clobenzorex Cloforex Clominorex Clorprenaline Clortermine Cocae folium Cocaïne Coffeïne, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 12 microgram per milliliter Cropropamide Crothetamide Cyclopentamine Cypenamine Dexamfetamine Dexfenfluramine Difemetorex Dimefline Dimetamfetamine Dimetofrine Dioxadrol Difemetoxidine Dobutamine Dopamine Doxapram Efedrine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 10 microgram per milliliter Etafedrine Etamivane Etilefrine Etilamfetamine Ethylnoradrenaline Fenbutrazaat Fencamfamine Fencamine Fendimetrazine Fenelzine Fenetylline Fenfluramine Fenmetrazine Fenoterol Fenozolon Fenproporex Fenspiride Fentermine Fenylefrine Fenylpropanolamine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 25 microgram per milliliter Foledrine Formoterol * Furfenorex Furfurylamfetamine Gepefrine Heptaminol Hexoprenaline Homocamfine Hydroxindasol Hydroxyamfetamine Ibogaine Isoetarine Isoprenaline Isoxuprine Lobeline Mabuterol Mapenterol Meclofenoxaat Mefenorex Mefentermine Mesocarb Metamfepramon Metaraminol Metamfetamine Methoxamine Methoxyfedrine Methoxyfenamine 4-Methyl-2,5-dimethoxyamfetamine Methylefedrine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 10 microgram per milliliter Methylfenidaat Midodrine Nicethamide Noradrenaline Norfenefrine Norfenfluramine Norpseudoefedrine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 5 microgram per milliliter Octopamine Orciprenaline Oxamfetamine Oxedrine (Aetaphenum) Oxyefedrine Parahydroxyamfetamine Pemoline Pentetrazool Pentorex Phacetoperaan Picrotoxine Pipradol Pirbuterol Prethcamide Prolintaan Propylhexedrine Protokylol Pseudoefedrine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 25 microgram per milliliter Pyrovaleron Racefemine Racephedrine Ractopamine Reproterol Rimiterol Ritodrine Salbutamol * Salmeterol * Selegiline Sibutramine Strychnine Synefrine Terbutaline * Tranylcypromine Tulobuterol Yohimbine Zouten, ethers, esters, isomeren van deze substanties en de zouten van deze esters, ethers en isomeren; Elke substantie die, na metabolisering in het organisme, één van deze substanties geeft die opgenomen zijn in deze lijst. _______ Nota * Deze substanties zijn toegestaan onder aerosolvorm. 2° De narcotica Acetylmethadol Acetylmethylfentanyl Alfentanil Allylprodine Alfacetylmethadol Alfameprodine Alfamethylfentanyl Alfaprodine Alphamethadol Anileridine Benzethidine Benzylmorfine Betacetylmethadol Betameprodine Betamethadol Betaprodine Bezitramide Buprenorfine Cannabinoïden, de concentratie aan 11-nor-delta-9-THC-zuur in de urine mag niet hoger zijn dan 15 nanogram per milliliter Carfentanil Cetobemidon Clonitazene Concentratum pallae papaveris Desomorfine Dextromoramide Diampromide Diethylthiambuteen Dihydromorfine Dimenoxadol Dimefepatanol Dimethylthiambuteen Dioxafetylibutyraat Difenoxine Dipipanon Ecgonine Etonitazeen Ethoheptazine Ethylmethylthiambuteen Etonitazeen Etoxuridine Fentanyl Furethidine Heroïne Hydrocodon Hydromorfinol Hydromorfon Hydroxypethidine Isomethadon Ketamine Levomethorfaan, met uitzondering van de isomeer dextromethorfaan Levomoramide Levofenacylmorfaan Levorphanol, met uitzondering van het isomeer dextrorfaan Metazocine Methadon Methadon, tussenprodukt Methyldesorfine Methyldihydromorfine Methylfentanyl Metopon Moramide, tussenprodukt Morpheridine Morfine, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 1 microgram per milliliter Myrofine Nalbufine Nicocodine Nicomorfine Noracymethadol Norcodeine Norlevorfanol Normethadon Normorfine Norpipanon N-oxycodeine N-oxymorfine Opium Oxycodon Oxymorfon Pentazocin Pethidine Pethidine - tussenproduct A Pethidine - tussenproduct B Pethidine - tussenproduct C Phenadoxon Phenampromide Phenazocine Phenomorfaan Phenoperidine Piminodine Piritramide Proheptazine Properidine Racemethorfaan Racemoramide Racemorfaan Sufentanil Thebacon Thebaine Tilidine Trimeperidine Zouten, ethers, esters, isomeren van deze substanties, en de zouten van deze esters, ethers en isomeren; Elke substantie die, na metabolisering in het organisme, een van deze substanties geeft die opgenomen zijn in deze lijst. 3° De anabole agentia 3.1. De anabole androgene steroïden Androgenol Androisoxazol Androstanolon Androstenediol Androstenedion Androsteron Bolandiol Bolasteron Boldenon Bolenol Bolmantalaat Calusteron Chlordrolon Chloro-4 Dehydro-1 Methyl-testosteron Chlorotestosteron Clostebol Cloxotestosteron Danazol Dehydroepiandrosteron (DHEA) Diethylstilbestrol Dihydrotestosteron Drostanolon Epitestosteron, de concentratie in de urine mag niet hoger zijn dan 200 nanogram per milliliter Ethylestrenol Fluoxymesteron Formebolon Furazabol Gestrinon Hydroxystenozol Mebolazine Mesabolon Mestanolon Mesterolon Metandienon Metenolon Methandriol Methylandrostandiol Methyltestosteron Metribolon Miboleron Nandrolon, de concentratie van 19-norandrosteron in de urine mag niet hoger zijn dan 2 nanogram per milliliter bij mannen en dan 5 nanogram per milliliter bij vrouwen 19-norandrostenediol 19-norandrostenedion Norboleton Norclostebol Norethandrolon Oxabolon Oxandrolon Oxymesteron Oxymetholon Penmesterol Prasteron Propetandrol Quinobolon Silandron Stanozolol Stenbolon Testisextract Testolacton Testosteron, een verhouding testosteron/epitestosteron in de urine groter dan 6 wordt beschouwd als een positief analyseresultaat, tenzij uit bijkomende onderzoeken blijkt dat deze verhoogde verhouding te wijten is aan een fysiologische of pathologische toestand.
Tibolon Tiomesteron Trenbolon Trestolon Zouten, ethers, esters, isomeren van deze substanties, en de zouten van deze ethers, esters en isomeren;
Elk substantie die, na metabolisering in het organisme, één van deze substanties geeft die opgenomen zijn in deze lijst. 3.2. De beta-2-agonisten Bambuterol Bitolterol Clenbuterol Fenoterol Formoterol Pirbuterol Reproterol Rimiterol Salbutamol Salmeterol Terbutaline Tulobuterol 4° De diuretica Acetazolamide Altizide Ambuside Amiloride Aminometradine Bemetizide Bendroflumethiazide Benzthiazide Bumetanide Butizide Canrenon Chloorazanil Chloormerodrine Chloortalidon Cicletanine Clofenamide Clopamide Cyclopenthiazide Cyclothiazide Diclofenamide Disulfamide Epitizide Etacrynezuur Etozolinum Furosemide Hydrochloorthiazide Hydroflumethiazide Indapamide Kaliumcanrenoaat Mannitol Mubetizide Mefruside Mersalyl Methyclothiazide Metolazon Polythiazide Spironolacton Teclothiazide Torasemide Triamtreen Trichloormethiazide Xipamide 5° De peptidehormonen, mimetische substanties en analogen ACTH Aromatase-inhibitoren, enkel bij mannen Busereline Choriongonadotrofine (hCG), enkel bij mannen Clomifeen, enkel bij mannen Cyclofenil, enkel bij mannen Erythropoeitine Follitropine Gonadoreline Gosereline IGF-1 Insuline, enkel toegestaan voor de behandeling van sportbeoefenaars met insuline-dependente diabetes Leuproreline Lutropine Melanotropine Nafareline Prolactine Somatoreline Somatotropine (hGH) Tetracosactide Triptoreline Tamoxifen, enkel bij mannen De aanwezigheid van een abnormale concentratie van een endogeen hormoon uit klasse 5 of van zijn diagnostische markeerstof in de urine van een sportbeoefenaar wordt beschouwd als een overtreding, tenzij er bewijs wordt geleverd dat dit het gevolg is van een fysiologische of pathologische toestand. § 2. Middelen : 1° Bloeddoping : het intraveneus toedienen of laten toedienen van bloed, bloedcellen, bloedderivaten of aanverwante producten aan een sportbeoefenaar voor een andere dan strikt medische reden;2° De toediening van kunstmatige zuurstofdragers of plasma-expanders;3° Farmacologische, chemische of fysische manipulatie van de urineproductie of van de urinestalen, die de validiteit of de integriteit van de urinemonsters kunnen wijzigen : bromantan diuretica (klasse § 1, 4°) probenecid epitestosteron, de concentratie van epitestosteron in de urine mag niet hoger zijn dan 200 nanogram per milliliter § 3.Substanties die verboden zijn in bepaalde omstandigheden : 1° De glucocorticosteroïden Het algemeen gebruik van glucocorticosteroïden via orale, rectale, intraveneuze of intramusculaire toediening is verboden. Het topisch gebruik van glucocorticosteroiden via anale, auriculaire, dermatologische, nasale, oftalmologische toediening, via intra-articulaire en lokale inspuiting en via inhalatie is toegestaan.
Alclometason Amcinonide Beclomethason Betamethason Bijnierextract Budesonide Clobetasol Clobetazon Cortison Cortivazol Desonide Desoxycorton Desoxymetason Dexamethazon Diflucortolon Fludrocortison Flumethason Flunisolide Fluocinolon Fluocinolonacetonide Fluocinonide Fluocortinaat Fluocortolon Fluorometholon Fluprednideen Fluprednisolon Fluticason Hydrocortison Isoflupredon Medryson Meprednison Methylprednisolon Paramethason Prednisolon Prednison Prednyliden Tiocortol Triamcinolon 2° De beta-blokkers Beta-blokkers zijn enkel verboden in de volgende precisie- en concentratiesporten : schietsporten, kunstduiken, biljart, snooker, darts, bowling en kegelen.De minister kan dit verbod uitbreiden naar andere sportdisciplines.
Acebutolol Alprenolol Atenolol Betaxolol Bipindolol Bisoprolol Bunitrolol Bunolol Bupranolol Carteolol Carvedilol Celiprolol Esmolol Labetalol Levobunolol Mepindolol Metipranolol Metoprolol Nadolol Oxprenolol Penbutolol Pindolol Practolol Propranolol Sotalol Tertalolol Timolol
Art. 22.Artikel 74 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 74.De Vlaamse minister kan substanties of middelen, bedoeld in artikel 73, toevoegen of schrappen. De Vlaamse minister houdt daarbij rekening met de internationaal erkende lijst. »
Art. 23.In artikel 77 van hetzelfde besluit wordt de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt : « In de nabijheid van de plaats waar de sportmanifestatie of de georganiseerde voorbereiding plaatsvindt, houdt de sportvereniging, of in voorkomend geval de organisator, een lokaal ter beschikking dat geschikt is voor monsterneming.Dit lokaal moet groot genoeg zijn om alle personen die in het lokaal aanwezig mogen zijn een zitplaats te geven en het moet gedurende de procedure van monsterneming exclusief ter beschikking staan van de controleactiviteit. Er moet een tafel aanwezig zijn die het de controlearts mogelijk maakt om op een ordentelijke manier te kunnen werken met de documenten en materialen.
Tevens moet er een toilet, bruikbaar voor dames en heren, in de nabijheid van het lokaal ter beschikking zijn. Eventueel, wanneer de administratie een mobiel dopinglokaal ter beschikking stelt, kan de monsterneming ook gebeuren in dit mobiel dopinglokaal. » 2° in § 3 worden de woorden « arts van zijn keuze » vervangen door de woorden « persoon van zijn keuze ».3° in § 4, 1°, wordt het woord « arts » vervangen door het woord « persoon ».
Art. 24.Aan artikel 78, § 1, 4°, van hetzelfde besluit worden de volgende zinnen toegevoegd : « De controlearts meet de dichtheid en de pH van de in het recipiënt achtergebleven urine. De pH van de urine mag niet minder bedragen dan 5 en niet meer dan 7. De met een refractometer gemeten dichtheid, bedraagt ten minste 1.005. Indien het monster niet voldoet aan deze voorwaarden, kan de controlearts een nieuwe monsterneming eisen. »;
Art. 25.In artikel 80 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De Vlaamse minister kan bijkomende regels vastleggen. »
Art. 26.In artikel 83 van hetzelfde besluit wordt § 4 vervangen door wat volgt : « § 4. De tweede analyse vindt ook plaats als de sportbeoefenaar, zijn raadsman of deskundige niet zijn komen opdagen voor de analyse. Van de tweede analyse wordt eveneens een verslag opgemaakt volgens de bepalingen vastgesteld in artikel 81, § 2. Er wordt melding gemaakt in het verslag van het feit of de sportbeoefenaar, zijn raadsman of deskundige de analyse al dan niet hebben bijgewoond. »
Art. 27.Artikel 88 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 88.De Vlaamse minister kan bijkomende bepalingen betreffende de verslaggeving, bedoeld in artikel 8 van het decreet, vastleggen. »
Art. 28.In artikel 89 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, van het decreet stelt de sportvereniging, de sportfederatie, of in voorkomend geval, het overkoepelend orgaan, de administratie minstens veertien dagen van tevoren met een ter post aangetekende brief, die uitwerking heeft de derde werkdag na verzending, of met een mailbericht of faxbericht, in kennis van alle geplande sportmanifestaties, georganiseerde voorbereidingen en van elke wijziging aan deze planning.De bewijzen van deze kennisgevingen moeten door de verzender bewaard worden gedurende een termijn van één jaar; 2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De Vlaamse minister kan bijkomende bepalingen opleggen.»
Art. 29.In artikel 91 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse minister beslist binnen een periode van drie maanden na de ontvangst van de aanvraag tot erkenning. »
Art. 30.In artikel 93 van hetzelfde besluit wordt de laatste zin geschrapt.
Art. 31.In artikel 94 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse minister kan de erkenning intrekken, nadat aan de sportvereniging of sportfederatie in kwestie of aan een gemandateerd persoon, de gelegenheid werd geboden te worden gehoord. »
Art. 32.Artikel 95 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 95.De Vlaamse minister kan de beslissingsbevoegdheden die hem bij de artikelen 32, 36, 39, 40, 44, 45, § 3, 4°, 50, 50ter, 50quater, 50novies, 50decies, 50duodecies, 50quinquiesdecies, 50duodevicies, 50undevicies, 62, 62bis, 62ter, 63, 68, 74, 80, 91 en 94 van dit besluit worden verleend, niet delegeren aan één of meer ambtenaren. »
Art. 33.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het ministerieel besluit van 22 december 1994 betreffende de erkenning van keuringscentra;2° het ministerieel besluit van 23 december 1994 houdende vaststelling van de vergoeding van de keuringscentra.
Art. 34.Van de procedures tot erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts, controlearts of controlelaboratorium, die hangende zijn op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, wordt de aanvraag geacht te zijn ontvangen bij de administratie op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit. Hetzelfde geldt voor de procedures tot hernieuwing van de erkenning als keuringsarts, keuringscentrum, toezichthoudende arts of controlearts die hangende zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 35.Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 is in de plaats van het bedrag van 62.000 euro, vermeld in artikel 18, het bedrag van 2,5 miljoen Belgische frank van toepassing.
Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 is in de plaats van het bedrag van 250 euro, vermeld in artikel 18, het bedrag van 10 000 Belgische frank van toepassing.
Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 is in de plaats van het bedrag van 62 euro, vermeld in artikel 16, het bedrag van 2 500 Belgische frank van toepassing.
Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 is in de plaats van het bedrag van 50 euro, vermeld in artikel 16, het bedrag van 2 000 Belgische frank van toepassing.
Art. 36.De Vlaamse minister, bevoegd voor de dopingcontrole en de medische sportcontrole, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 november 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX