gepubliceerd op 06 november 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
22 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 52, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1993, en op artikel 53, § 1, gewijzigd bij het decreet van 4 mei 1994 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 september 2006;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de regelgeving dringend dient afgestemd te worden op de afspraken voortvloeiende uit het Vlaams Akkoord voor de Social Profit van 6 juni 2005, met name de toekenning van een eindejaarspremie, evenals een managementsondersteuning en een ondersteuning personeelslid economische ondersteuning;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gewijzigd bij de besluiten van 8 juni 1999, 30 maart 2001 en 24 december 2004, wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 5. Het bedrag van de subsidie vermeld in § 1, wordt verhoogd met een toelage voor de eindejaarspremie. Het bedrag van de toelage voor de eindejaarpremie wordt per gepresteerd uur of uur dat daarmee gelijkgesteld kan worden, voor de hierna vermelde jaren vastgesteld op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het bedrag van de toelage voor de eindejaarspremie, vermeld in het eerste lid, wordt gekoppeld aan de spilindex 102,10. Het wordt met ingang van 1 januari 2006 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. »
Art. 2.Aan artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999, wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Aan elke erkende beschutte werkplaats wordt vanaf 1 april 2007 een subsidie in het loon en de sociale lasten verleend voor de tewerkstelling van de personeelsleden « economische uitdagingen ».
Elke beschutte werkplaats krijgt een halve voltijdse equivalent aan personeelsleden « economische uitdagingen » gesubsidieerd. Aan elke beschutte werkplaats met meer dan 150 voltijds equivalenten aan werknemers die volgens het Fonds voorlopig of definitief in een beschutte werkplaats geplaatst moeten worden, wordt per begonnen schijf van 100 voltijds equivalenten aan werknemers die volgens het Fonds voorlopig of definitief in een beschutte werkplaats geplaatst moeten worden, boven de eerste 150 voltijdse equivalenten, telkens een halve voltijdse equivalent aan personeelsleden « economische uitdagingen » extra gesubsidieerd.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, bedraagt 100 % van het loon en de sociale lasten, maar mag per voltijdse equivalent het bedrag van 41.000 euro op jaarbasis niet overschrijden. Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 102,10. Het wordt met ingang van 1 januari 2006 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.
Aan een personeelslid « economische uitdagingen » wordt geen subsidie in het loon en de sociale lasten verleend in toepassing van de subsidiëring van leden van het kaderpersoneel, vermeld in § 1.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt slechts verleend op voorwaarde dat de beschutte werkplaats de arbeidsovereenkomst en de functiebeschrijving van de betrokken personeelsleden overmaakt aan het Fonds, waaruit blijkt dat de betrokken personeelsleden in de functie van personeelsleden « economische uitdagingen » tewerkgesteld zijn. »
Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « bedoeld bij artikel 4 van dit besluit » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 4, § 1 tot en met § 3 ».2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Met ingang van 1 januari 2006 mag de subsidie, vermeld in § 1, eerste lid, volgende jaarlijkse bedragen niet overschrijden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 102,10. Ze worden met ingang van 1 januari 2006 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. » 3° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.De jaarlijkse bedragen, vermeld in artikel 4, § 2, betreffende de personeelsleden voor de « dienst sociaal beleid », vermeld in artikel 4, § 4, betreffende de personeelsleden « economische uitdagingen » en vermeld in § 2 van dit artikel betreffende de leider, assistent van de leider, monitor, bediende en maatschappelijk assistent (of sociaal verpleger), worden verhoogd met een toelage voor de eindejaarspremie.
Het bedrag van de toelage, vermeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op de volgende jaarlijkse bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 102,10. Ze worden met ingang van 1 januari 2006 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. »
Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.In geval van cumul in hoofde van eenzelfde persoon van de subsidie voorzien in hoofdstuk I en van deze voorzien in dit hoofdstuk wordt laatstgenoemde tot de helft herleid.
Voor de personen met een handicap die krachtens hun individuele integratieprotocol in aanmerking komen voor een tegemoetkoming om hun tewerkstelling onder gewone arbeidsvoorwaarden te bevorderen, en die door de beschutte werkplaats in het raam van de bepalingen van dit hoofdstuk als kaderpersoneel worden tewerkgesteld, wordt aan de beschutte werkplaats een tegemoetkoming in het salaris en de sociale lasten toegekend die vastgesteld is als volgt : 1° de subsidie, vermeld in artikel 4, § 4 en in artikel 6, § 1;2° een tegemoetkoming voor rendementsvermindering die vastgesteld is op 30 % van het werkelijk betaalde salaris, met een maximum van 30 % van de refertesalarissen, vermeld in artikel 4, § 4 en artikel 6, § 2. Deze subsidie mag echter niet groter zijn dan de jaarbedragen, vermeld in artikel 4, § 4 en artikel 6, § 2. »
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IVbis, bestaande uit artikel 13bis tot en met 13quater, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IVbis. - Subsidieregeling betreffende de organisatie
Art. 13bis.Elke beschutte werkplaats ontvangt een toelage voor managementondersteuning. Deze toelage wordt vastgesteld op basis van het aantal voltijds equivalenten aan tewerkgestelde en gesubsidieerde werknemers.
Art. 13ter.Het aantal werknemers in aanmerking te nemen voor de toepassing van het quotum, vermeld in § 1, wordt per kwartaal vastgesteld, rekening houdend enerzijds met de werknemers die volgens het Fonds voorlopig of definitief in een beschutte werkplaats geplaatst moeten worden, en anderzijds met het kaderpersoneel.
Het in aanmerking te nemen aantal werknemers die volgens het Fonds voorlopig of definitief in een beschutte werkplaats geplaatst moeten worden, moeten gedurende één der maanden van het kwartaal tenminste één gepresteerd uur of een uur dat daarmee gelijkgesteld kan worden, hebben en hiervoor een loon ontvangen hebben.
Het aantal werknemers die volgens het Fonds voorlopig of definitief in een beschutte werkplaats geplaatst moeten worden, vermeld in het tweede lid, mag in geen geval hoger zijn dan het aantal voltijdse equivalenten voorzien in de capaciteit van de beschutte werkplaats zoals vastgesteld door het Subsidieagentschap.
Het in aanmerking te nemen aantal kaderpersoneelsleden, betreft : 1° de tewerkgestelde kaderpersoneelsleden die geen persoon met een handicap zijn, en die gesubsidieerd worden volgens de bepalingen van artikel 4, § 1 tot en met § 4;2° de tewerkgestelde personen met een handicap die krachtens hun individuele integratieprotocol in aanmerking komen voor tegemoetkoming om hun tewerkstelling onder gewone arbeidsvoorwaarden te bevorderen en die door de beschutte werkplaats in het raam van de bepalingen van hoofdstuk III als de leden van het kaderpersoneel gesubsidieerd worden.
Art. 13quater.Het bedrag van de toelage, vermeld in § 1, wordt vastgesteld op de volgende jaarlijkse bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 102,10. Ze worden met ingang van 1 januari 2006 geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. »
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Sociale Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 september 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT