Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 22 oktober 2021
gepubliceerd op 26 november 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen

bron
vlaamse overheid
numac
2021022402
pub.
26/11/2021
prom.
22/10/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 oktober 2020.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 10 mei 2021. - De Mobiliteitsraad Vlaanderen (MORA) heeft advies gegeven op 25 juni 2021. - De commissie administratie-nijverheid heeft advies gegeven op 26 juni 2021. - De Raad van State heeft advies 70.197/3 gegeven op 8 oktober 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van Verordening (EU) 2019/1242 Van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad.

Art. 2.In artikel 32bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1.0 wordt een punt 2/1° ingevoegd, dat luidt als volgt: "2/1° emissievrij voertuig: een emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig als vermeld in artikel 3, 11), van verordening (EU) 2019/1242 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad;"; 2° er worden een punt 1.4.2.7 tot en met 1.4.2.11 ingevoegd, die luiden als volgt: "1.4.2.7. De maximaal toegelaten massa van emissievrije voertuigen met twee assen, met uitzondering van autobussen, kan worden verhoogd met de extra massa die vereist is voor de emissievrije technologie, met een maximum van 2000 kg. 1.4.2.8 De maximaal toegelaten massa van emissievrije autobussen met twee assen kan worden verhoogd met de extra massa die vereist is voor de emissievrije technologie, met een maximum van 500 kg. 1.4.2.9. De maximaal toegelaten massa van emissievrije voertuigen met drie assen kan worden verhoogd met de extra massa die vereist is voor de emissievrije technologie, met een maximum van 1000 kg of met een maximum van 2000 kg als voldaan is aan een van de volgende voorwaarden: 1° elke aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en luchtvering of een veringssysteem dat als gelijkwaardig aan luchtvering wordt erkend;2° elke aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en de maximumdruk van elke as bedraagt niet meer dan 9,5 ton. 1.4.2.10. De maximaal toegelaten massa van emissievrije gelede autobussen met drie assen kan worden verhoogd met de extra massa die vereist is voor de emissievrije technologie, met een maximum van 2000 kg.1.4.2.11. De bijkomende massa die voor de emissievrije technologie nodig is, wordt bepaald op basis van de documentatie die de fabrikant bij de goedkeuring van het voertuig in kwestie verstrekt. De bijkomende massa wordt vermeld op de officiële documenten."; 3° er worden een punt 3.2.5.1, 3.2.5.2 en 3.2.6 ingevoegd, die luiden als volgt: "3.2.5.1. In afwijking van punt 3.2.3 en 3.2.4 bedraagt de maximaal toegelaten massa van een sleep bestaande uit een trekkend voertuig met drie assen en een oplegger of aanhangwagen met drie assen, 48.000 kg als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1° alle assen van het trekkend en het getrokken voertuig zijn uitgerust met luchtvering of een veringssysteem dat als gelijkwaardig aan luchtvering wordt erkend;2° de afstand tussen het midden van twee achter elkaar geplaatste assen binnen hetzelfde voertuig of dezelfde combinatie bedraagt minstens 1,3 m;3° er wordt geen gebruik gemaakt van een aanhangwagen met stijve dissel of een middenasaanhangwagen;4° het trekkend en het getrokken voertuig zijn uitgerust met een sensorvoorziening die de bestuurder toelaat de totale massa van elk voertuig, evenals de sleep en de massa onder elk van de assen af te lezen;5° het trekkend voertuig is uitgerust met Adaptive Cruise Control (ACC);6° de datum van eerste indienststelling van het trekkend en getrokken voertuig is maximaal acht jaar oud.In afwijking daarvan mag de datum van eerste indienststelling van niet-emissievrije trekkende voertuigen maximaal vijf jaar oud zijn.

Vanaf 1 januari 2031 geldt de afwijking, vermeld in het eerste lid, alleen voor emissievrije voertuigen en voor door alternatieve brandstoffen aangedreven voertuigen waarvan de datum van eerste indienststelling zich bevindt tussen 31 december 2025 en 31 december 2030. 3.2.5.2. Als de massa in beladen toestand van een sleep, vermeld in punt 3.2.5.1, meer bedraagt dan 44.000 kg, moet naast de voorwaarden, vermeld in punt 3.2.5.1, ook aan al de volgende voorwaarde voldaan worden om zich met het voertuig op de openbare weg te begeven: 1° de som van de massa's onder de assen van een oplegger mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 25.000 kg; 2° de massa in beladen toestand van de sleep mag niet meer bedragen dan de volgende waarde in kilogram: 13.500 + 2.700 x de afstand, uitgedrukt in meters, tussen het middenpunt van de eerste as van het trekkend voertuig en het middenpunt van de achteras van het getrokken voertuig; 3° de bestuurder van een sleep als vermeld in punt 3.2.5.1, houdt, ten alle tijde, een minimale afstand van 15 m van andere voertuigen met een maximaal toegelaten massa van meer dan 3,5 ton. 3.2.6. Met behoud van toepassing van punt 3.2.5.1 en 3.2.5.2, wordt de maximaal toegelaten massa van een sleep, vermeld in punt 3.2.5.1 en 3.2.5.2, verhoogd met de volgende waarden, tot maximaal 50.000 kg: 1° als het trekkend voertuig door alternatieve brandstoffen wordt aangedreven als vermeld in punt 1.4.2.4: met de extra massa die vereist is voor de alternatieve brandstoftechnologie, zoals bepaald tijdens de goedkeuring van het voertuig en vermeld op de officiële documenten; 2° als het trekkend voertuig een emissievrij voertuig als vermeld in punt 1.4.2.9, is: met de extra massa die vereist is voor de emissievrije technologie, zoals bepaald tijdens de goedkeuring van het voertuig en vermeld op de officiële documenten; 3° als het trekkend voertuig uitgerust is met een vertrager als vermeld in punt 1.4.2.1: met de massa van die vertrager, zoals bepaald tijdens de goedkeuring van het voertuig of achteraf; 4° als het getrokken voertuig uitgerust is met speciale aanpassingen of met een versterkt chassis voor het gecombineerd vervoer weg-spoor als vermeld in punt 1.4.2.2: met de bijkomende massa's die het gevolg zijn van speciale aanpassingen of van een versterkt chassis, zoals bepaald tijdens de goedkeuring van het voertuig, of achteraf.".

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 oktober 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

^