gepubliceerd op 10 december 2024
Besluit van de Vlaamse Regering over het milieuvriendelijke uitzonderlijk vervoer
22 NOVEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over het milieuvriendelijke uitzonderlijk vervoer
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
03/05/2013
pub.
13/06/2013
numac
2013035499
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport
sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, artikel 13/8, 13/10 en 13/12, ingevoegd bij het decreet van 22 maart 2024.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 15 mei 2024. - De Mobiliteitsraad Vlaanderen heeft advies gegeven op 28 juni 2024. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2024/059 gegeven op 19 juni 2024. - De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft advies nr. 65/2023 gegeven op 27 juni 2024. - De Raad van State heeft advies76.999/1/V gegeven op 12 september 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Agentschap Wegen en Verkeer, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer;2° decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten: het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport;3° departement: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor voertuigen en voertuigcombinaties
Art. 2.In het kader van een pilootproject als vermeld in artikel 13/7 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten wordt milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer toegelaten conform dit besluit.
Het milieuvriendelijke uitzonderlijk vervoer wordt alleen toegelaten voor voertuigen en voertuigcombinaties die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk.
Art. 3.Alle voertuigen die worden gebruikt voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer, voldoen op het vlak van breedte aan de bepalingen van het technisch reglement.
Art. 4.Als het milieuvriendelijke uitzonderlijk vervoer een voertuigcombinatie betreft waarvan de lengte het maximum overschrijdt dat is bepaald in het technisch reglement, is de voertuigcombinatie zo gebouwd en ingericht dat ze kan rijden in een ring gevormd door een buitencirkel met een straal van 12,50 meter en een binnencirkel met een straal van 4,40 meter zonder dat een deel van de voertuigen buiten die oppervlakte van de ring komen.
Bij het inrijden langs een raaklijn aan de buitencirkel van de ring en gedurende de volledige draaibeweging volgt het voorste, buitenste, uiterste deel van de voertuigen de raaklijn en buitencirkel.
Bij het inrijden vanuit de raaklijn aan de buitenste cirkel overschrijdt geen deel van de voertuigen of de combinaties van voertuigen die raaklijn met meer dan 0,80 m.
HOOFDSTUK 3. - Lading van milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer
Art. 5.In afwijking van artikel 46.2.3, tweede lid, 2°, van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer is het vervoer van lange ondeelbare stukken waarvan de afstand tussen het achterste gedeelte van de uitstekende lading en de achterkant van het voertuig meer bedraagt dan één meter, niet toegestaan.
HOOFDSTUK 4. - De vergunningsaanvraag
Art. 6.De vergunningsaanvrager of de vergunninghouder enerzijds, en het agentschap of het departement anderzijds communiceren alleen elektronisch over de vergunning voor het milieuvriendelijke uitzonderlijk vervoer.
Art. 7.De vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer kan aangevraagd worden door of namens een onderneming als vermeld in artikel I.1, 1°, van het Wetboek van economisch recht, die goederenvervoer verricht voor rekening van derden of voor eigen rekening.
De vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer wordt aangevraagd via de website van het agentschap.
Art. 8.De aanvraag van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer bevat de volgende gegevens: 1° de volgende identificatiegegevens van de gebruiker: a) de naam;b) het post- en e-mailadres;c) in voorkomend geval, de vervoervergunning;d) de nationaliteit;e) het ondernemingsnummer of het btw-nummer als dat verschilt;2° de volgende gegevens of documenten van het motorvoertuig en in voorkomend geval de getrokken voertuigen die ingezet worden: a) het chassisnummer en het kenteken;b) het inschrijvingsbewijs;c) een geldig keuringsbewijs;d) het gelijkvormigheidsattest;3° in voorkomend geval, een attest dat een erkende technische dienst heeft uitgereikt waarin wordt bevestigd dat de combinatie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4;4° een bewijs dat het laadvolume van het voertuig of de sleep niet hoger is dan het laadvolume van een vergelijkbaar klassiek aangedreven voertuig of een vergelijkbare klassiek aangedreven combinatie.
Art. 9.Als de aanvraag van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer onduidelijkheden bevat, kan het agentschap de aanvrager via het e-mailadres dat die heeft opgegeven, verzoeken de aanvraag te verduidelijken of aan te vullen, zonder dat de aanvrager die kan wijzigen. De termijn, vermeld in artikel 10, wordt in voorkomend geval verlengd met vijftien werkdagen.
Uiterlijk binnen tien werkdagen na de verzending van de vraag, vermeld in het eerste lid, bezorgt de aanvrager de gevraagde informatie aan het agentschap. Als de aanvrager de gevraagde informatie niet bezorgt binnen die termijn, is de aanvraag van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer onontvankelijk.
HOOFDSTUK 5. - De vergunning
Art. 10.Als de aanvraag van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer gunstig wordt beoordeeld, levert het hoofd van het agentschap de vergunning af binnen tien werkdagen na de aanvraag ervan.
Als de aanvraag van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer onontvankelijk is of ongunstig wordt beoordeeld, brengt het agentschap de aanvrager daarvan op de hoogte binnen tien werkdagen nadat de aanvraag is ingediend conform artikel 7, tweede lid.
Art. 11.De vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer vermeldt al de volgende elementen: 1° de naam van de vergunninghouder;2° het chassisnummer en de nummerplaat van het motorvoertuig en in voorkomend geval de getrokken voertuigen;3° de duur van de vergunning;4° de verplichtingen van de houder van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer, vermeld in artikel 12 en 13;5° de maatregelen die moeten worden genomen om schade aan de verkeersinfrastructuur te voorkomen. De vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer wordt bekendgemaakt op de website van het agentschap.
HOOFDSTUK 6. - Verplichtingen van de houder van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer
Art. 12.De houder van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer verbindt zich ertoe om tijdens de vergunningsperiode elk ongeval of elk proces-verbaal te melden aan de evaluatiecommissie, vermeld in artikel 16, uiterlijk voor het einde van de werkdag na de dag waarop het ongeval zich heeft voorgedaan of de dag waarop de houder het proces-verbaal heeft ontvangen, en alle relevante documenten daarover, geanonimiseerd, ter beschikking te stellen van de evaluatiecommissie.
Art. 13.Met het oog op de evaluatie, vermeld in artikel 13/12 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten, verbindt de houder van een vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer zich ertoe: 1° het aantal ontvangen klachten en meldingen over hinder van andere weggebruikers bij te houden en iedere drie maanden te bezorgen aan de evaluatiecommissie, vermeld in artikel 16 van dit besluit;2° een vertegenwoordiger van het agentschap of van het departement toe te laten om één dag mee te rijden. HOOFDSTUK 7. - Intrekking van de vergunning
Art. 14.In de volgende gevallen kan het hoofd van het agentschap de vergunning, vermeld in hoofdstuk 5, intrekken of voor een bepaalde tijd schorsen: 1° de houder van de vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer verstrekt onjuiste inlichtingen over de gegevens, vermeld in artikel 8;2° de houder van de vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer voldoet niet meer aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 7;3° de houder van de vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer maakt misbruik van de vergunning;4° de houder van de vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer leeft de verplichtingen, vermeld in artikel 12 en 13, niet na;5° de houder van de vergunning voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer leeft de maatregelen, vermeld in artikel 11, eerste lid, 5°, niet na. Voor het hoofd van het agentschap beslist om een maatregel als vermeld in het eerste lid, te nemen, wordt de vergunninghouder op de hoogte gebracht van het voornemen om een van die maatregelen te nemen.
De vergunninghouder wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om een schriftelijk verweer te richten aan het hoofd van het agentschap binnen dertig dagen nadat de vergunninghouder de kennisgeving, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen.
Het hoofd van het agentschap beslist om een maatregel als vermeld in het eerste lid, al dan niet te nemen binnen dertig dagen nadat het hoofd van het agentschap het schriftelijk verweer heeft ontvangen, of als de vergunninghouder niet tijdig een schriftelijk verweer heeft ingediend conform het derde lid.
Als het hoofd van het agentschap niet beslist binnen de termijn, vermeld in het vierde lid, wordt het hoofd van het agentschap geacht af te zien van de maatregel, vermeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 8. - Gegevensverwerking
Art. 15.Het agentschap houdt al de volgende documenten en gegevens bij: 1° de aanvraag, vermeld in artikel 8;2° een kopie van de vergunning, vermeld in artikel 10;3° de gegevens die zijn meegedeeld conform artikel 12. De persoonsgegevens die zijn opgenomen in de documenten, vermeld in het eerste lid, worden bijgehouden tot drie jaar nadat de vergunning, vermeld in artikel 10, verlopen is. Als die gegevens nog dienstig zijn in het kader van een hangend rechtsgeding, worden ze bijgehouden tot drie jaar nadat het geding definitief is afgesloten.
Als de vergunning geweigerd wordt en daartegen geen enkel rechtsmiddel meer openstaat of geen enkel rechtsgeding aanhangig is, worden de persoonsgegevens die zijn opgenomen in het document, vermeld in het eerste lid, 1°, gewist.
Het agentschap is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor de gegevens vermeld in het eerste lid..
De gegevens, vermeld in het eerste lid, worden verzameld en verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° de controle, vermeld in het artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten;2° de evaluatie, vermeld in artikel 13/12 van het voormelde decreet;3° om algemene en naamloze statistieken op te maken om de beleidsmaatregel te onderzoeken en te evalueren. HOOFDSTUK 9. - Evaluatie
Art. 16.Er wordt een evaluatiecommissie opgericht om het pilootproject, vermeld in artikel 2, eerste lid, te evalueren.
Naast vertegenwoordigers van het departement en het agentschap worden de volgende diensten uitgenodigd om een vertegenwoordiger aan te wijzen voor de evaluatiecommissie, vermeld in het eerste lid: 1° de Mobiliteitsraad Vlaanderen, opgericht bij het decreet van 7 juli 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/07/2006 pub. 05/09/2006 numac 2006036323 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen sluiten houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen;2° de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;3° de federale en de lokale politie;4° de representatieve en erkende beroeps- en werknemersorganisaties van de transportsector;5° het VIL;6° eventueel andere belanghebbenden. De Vlaamse minister, bevoegd voor de weggebonden mobiliteit en transport, bepaalt de concrete samenstelling en de werking van de evaluatiecommissie.
Art. 17.De evaluatie, vermeld in artikel 16, eerste lid, wordt uitgevoerd aan de hand van al de volgende parameters: 1° de ongevallenstatistieken;2° het type onderneming dat deelneemt aan het proefproject;3° het aantal ontvangen klachten en meldingen over hinder van andere weggebruikers;4° eventuele aanpassingen aan de weginfrastructuur die vereist zijn;5° overige parameters over de verkeersveiligheid.
Art. 18.De evaluatiecommissie, vermeld in artikel 16, komt minstens elke twaalf maanden samen om het pilootproject, vermeld in artikel 2, eerste lid, te evalueren.
Uiterlijk op 3 juni 2027 wordt een eindrapport opgesteld.
De eerste evaluatie van de commissie vindt plaats zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen
Art. 19.Dit besluit treedt buiten werking op 31 december 2027.
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de weggebonden mobiliteit en transport, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 november 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport, A. DE RIDDER