gepubliceerd op 16 augustus 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden
22 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden
De Vlaamse Regering, Gelet op verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector, het laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 485/2005 van de Raad van 16 maart 2005;
Gelet op verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
Gelet op verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds;
Gelet op verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad van 21 december 2006 betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie;
Gelet op verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap;
Gelet op verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van verordening (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 2847/93, nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006;
Gelet op verordening (EG) nr. 1438/2003 van de Commissie van 12 augustus 2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van het gemeenschappelijk vlootbeleid als omschreven in hoofdstuk III van verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 916/2004 van de Commissie van 29 april 2004;
Gelet op verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS);
Gelet op verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot;
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 april 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 1° en 5°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten, tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2010;
Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij, gegeven op 14 april 2011;
Gelet op advies van de Raad van State nr. 49.915/3, gegeven op 11 juli 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten tot instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 8° worden de woorden "van hoogstens 24 uur" vervangen door de woorden "van een door de minister te bepalen maximale duur";2° in punt 13° worden de woorden "administratie Land- en Tuinbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid";3° er worden een punt 15° tot en met 17° toegevoegd, die luiden als volgt : "15° vangstrechtfactor : de factor die toegepast wordt bij de toewijzing van vangstmogelijkheden op basis van het motorvermogen, en die meer in het bijzonder van toepassing is op het variabele gedeelte van toegekende vangstmogelijkheden per eenheid motorvermogen, eventueel verhoogd met het bijkomend motorvermogen;16° vangstrechtcertificaat : document dat de vangstrechtfactor die verschilt van één, voor een bepaald vissersvaartuig vaststelt door te verwijzen naar het unieke nummer van het vissersvaartuig volgens het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot;17° toewijsperiode : de tijdspanne waarin de toegekende vangstmogelijkheden volgens motorvermogen van toepassing zijn.Voor het grote vlootsegment wordt doorgaans met drie periodes gewerkt, namelijk van 1 januari tot en met 30 juni, van 1 juli tot en met 31 oktober en van 1 november tot en met 31 december. Voor het kleine vlootsegment wordt doorgaans met twee periodes gewerkt, namelijk van 1 januari tot en met 31 oktober en van 1 november tot en met 31 december."
Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt : " § 3. Het gedeelte van het motorvermogen van een vissersvaartuig waarvan de visvergunning vervalt, komt ter beschikking van de Dienst en vervalt voor de betrokken eigenaar, als dat gedeelte : 1° door de Dienst niet samengevoegd kan worden met het motorvermogen van een bestaand vissersvaartuig;2° door de Dienst niet toegekend kan worden als bijkomend motorvermogen; 3° niet ingeleverd kan worden om de vangstrechtfactor aan te passen."
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt na hoofdstuk IV een hoofdstuk IV/1, dat bestaat uit artikel 8/1 tot en met 8/4, ingevoegd, dat luidt als volgt : "Hoofdstuk IV/1. Aanpassing van de vangstrechtfactor via onttrekking en inlevering van motorvermogens Afdeling I. modaliteiten vangstrechtfactor
Art. 8/1.Via een vangstrechtcertificaat kan de vangstrechtfactor, die zonder certificaat 1 is, tot maximaal 1,25 worden opgetrokken.
De vangstrechtfactor is vaartuiggebonden en wordt niet mee overgedragen in het kader van samenvoeging van motorvermogens.
Een vissersvaartuig kan op hetzelfde ogenblik maar één vangstrechtfactor hebben.
Als een vissersvaartuig verschillende vangstrechtfactoren heeft gedurende dezelfde toewijsperiode, is de hoogste vangstrechtfactor van toepassing op voorwaarde dat het vissersvaartuig waarvan motorvermogens worden ingeleverd, niet heeft gevist tijdens de toewijsperiode. Afdeling II. Inlevering motorvermogens in het kader van
motorvervanging
Art. 8/2.Als een vissersvaartuig in het kader van artikel 25, derde lid, punt b) en c), van verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds ten minste 20 % van het motorvermogen, vermeld in het EG-visserijvlootregister, heeft ingeleverd, wordt voor dat vissersvaartuig een vangstrechtcertificaat met een vangstrechtfactor van 1,25 toegekend. Die vangstrechtfactor is van toepassing op het motorvermogen, inclusief het bijkomend vermogen, vermeld op de visvergunning, eventueel na samenvoeging. Afdeling III. Inlevering van motorvermogens via onttrekking van
bestaande vaartuigen met visvergunning
Art. 8/3.Als voor een vissersvaartuig het maximale motorvermogen, vermeld in artikel 8, § 2, is ingevuld, kan de eigenaar van een vissersvaartuig per aangetekende brief een aanvraag indienen bij de Dienst om de vangstrechtfactor aan te passen. Daarvoor gebruikt hij het formulier dat de Dienst ter beschikking stelt. De Dienst beslist over de aanvraag binnen een periode van dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het volledig ingevulde formulier.
Met behoud van de toepassing van artikel 8, § 3, kan de eigenaar van een vissersvaartuig waarvoor een visvergunning is uitgereikt, die dat vissersvaartuig aan de vloot onttrekt, een aanvraag richten tot de Dienst om het motorvermogen, vermeld op de visvergunning, geheel of gedeeltelijk in te leveren, om de vangstrechtfactor van zijn blijvende vissersvaartuig dat voorzien is van het maximale motorvermogen, vermeld in artikel 8, § 2, te verhogen. De vissersvaartuigen die behoren tot het kustvisserssegment, vermeld in artikel 1, 8°, van het te wijzigen besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 23/01/2006 numac 2006035027 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden sluiten, komen niet in aanmerking voor onttrekking en inlevering.
Voor de vissersvaartuigen van het grote vlootsegment kan vanaf 2010 60 kW per jaar ingeleverd worden. Per inlevering van 60 kW verhoogt de vangstrechtfactor met 5 % ten opzichte van één. In 2014 bedraagt het ingeleverde motorvermogen maximaal 300 kW zodat de vangstrechtfactor maximaal 1,25 kan worden. Dat inleveringsrecht van 60 kW per jaar is cumulatief en vervalt niet. De ingeleverde kW's moeten afkomstig zijn van het grote vlootsegment.
Voor de vissersvaartuigen van het kleine vlootsegment kan vanaf 2010 11 kW per jaar ingeleverd worden. Per inlevering van 11 kW verhoogt de vangstrechtfactor met 5 % ten opzichte van één. In 2014 bedraagt het ingeleverde motorvermogen maximaal 55 kW zodat de vangstrechtfactor maximaal 1,25 kan worden. Dat inleveringsrecht van 11 kW per jaar is cumulatief en vervalt niet.
Art. 8/4.De ingeleverde motorvermogens die ter uitvoering van dit hoofdstuk ter beschikking komen van de dienst, kunnen niet gereactiveerd worden en zijn voor de vloot definitief verloren."
Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Als op verzoek van de eigenaar een verlaging van het motorvermogen tot maximaal 20 % wordt geattesteerd door de dienst Scheepvaartcontrole, Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, wordt de geattesteerde verlaging, uitgedrukt in kW, voor maximaal 80 % vermeld als bijkomend motorvermogen.Het overblijvende motorvermogen van minstens 10 kW komt ter beschikking van de dienst."; 2° in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "en het tweede" vervangen door de woorden, ", het tweede en het derde".
Art. 5.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
Art. 13.De visvergunning van een vissersvaartuig wordt geschorst als het vissersvaartuig niet voldoet aan de criteria, vermeld in de Europese en de nationale reglementering over het elektronische logboek of satellietvolgsysteem.".
Art. 6.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden tussen het cijfer "8" en het cijfer "9" de cijfers "8/1, 8/2, 8/3, 8/4" ingevoegd.
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 18/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 18/1.De minister kan afwijkende bepalingen over visvergunningen voor een opleidingsvissersvaartuig of voor een vissersvaartuig voor wetenschappelijk onderzoek vaststellen."
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS