Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 november 2003
gepubliceerd op 25 mei 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035745
pub.
25/05/2004
prom.
21/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/21/2004035745/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek, inzonderheid op artikel IX.2, § 2;

Gelet op het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs-XIV, inzonderheid op artikel X.39 tot en met X.42;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 november 2002;

Gelet op het protocol nr. 496 van 27 juni 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 264 van 27 juni 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelende onderhandelingscomité, bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 18 juli 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies nr. 35.762/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3bis van het besluit van de Vlaamse regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 4 november 1997 en 28 juni 2002, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3bis.§ 1. Onder bewijs van pedagogische bekwaamheid wordt verstaan : 1° het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs;2° het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs;3° het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs; 4°het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen; 5° het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;6° het getuigschrift van normaalleergangen;7° het getuigschrift van pedagogische leergangen;8° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 2 9° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 1. Voor de houder van het diploma van licentiaat die tevens houder is van het diploma van GLSO of GVSO-groep 1 wordt dit laatste gelijkgesteld met het diploma van GHSO of GVO. § 2. Bij de voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen worden het diploma van onderwijzer en het diploma van kleuteronderwijzer eveneens als een bewijs van pedagogische bekwaamheid beschouwd. ».

Art. 2.Aan artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Ze kunnen eveneens uitgereikt zijn na het volgen van een opleiding die door wet of decreet gelijkgesteld is met een opleiding aan een Belgische universiteit of een door de staat of door de gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling. »

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 4 november 1997 en 28 juni 2002, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° GHSO : 1.het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs; 2. het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het hoger secundair onderwijs;3. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 2;4. het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs;5. het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs in de godsdienstwetenschappen;2° GLSO : 1.het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs; 2. het diploma van geaggregeerde leraar van het middelbaar onderwijs van de lagere graad van regentes voor de middelbare scholen;3. het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;4. het diploma van regent(es);5. het diploma van de middelbare technische normaalschool; 6. het diploma van de technische normaalafdelingen met volledig leerplan gerangschikt in de categorie D.; 7. het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;8. het diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;9. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 1; 2°bis GVSO-groep 1 : - vanaf 1 september 2000 : het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 1; - vanaf 1 september 2003 : eveneens het diploma van leraar dans; 3° GVO : 1.het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs; 2. het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs in de godsdienstwetenschappen;4° ten minste HOLT : 1.de diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt overeenkomstig de wetgeving op de academische graden, en de diploma's van hoger onderwijs van het lange type of de diploma's van een basisopleiding van twee cycli; 2. de andere diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde instelling of door een door de staat of de gemeenschap opgerichte examencommissie, indien de duur van de studie ten minste vier jaar bedraagt, zelfs als een gedeelte van de studies niet in één van de voormelde onderwijsinstellingen werd volbracht;3. het diploma van hoger technisch onderwijs van de derde graad;4. a) het diploma van hoger kunstonderwijs van de derde graad met volledig leerplan;b) het diploma van voortgezet hoger kunstonderwijs met volledig leerplan;c) het diploma van hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;d) het laureaatsattest van het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen, verleend na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;e) de prijs Lemmens-Tinel, uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;f) het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs;5. het diploma van de officieren die vóór 1 januari 1965 met vrucht hun studie hebben volbracht aan de Oefenschool bij de Koninklijke Militaire School of aan de polytechnische afdeling van die school;6. het diploma van architect, interieurarchitect of van industrieel ingenieur;5° ten minste HSO : 1.de diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt overeenkomstig de wetgeving op de academische graden; 2. de andere diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde instelling of door een door de staat of de gemeenschap opgerichte examencommissie, indien de duur van de studie ten minste vier jaar bedraagt, zelfs als een gedeelte van de studie niet in een van de voormelde onderwijsinstellingen werd volbracht;3. het diploma van hoger technisch onderwijs van de derde graad;4. het diploma van hoger kunstonderwijs van de derde graad met volledig leerplan;5. het diploma van voortgezet hoger kunstonderwijs met volledig leerplan;6. het diploma van hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;7. het laureaatsattest van het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen, verleend na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;8. de prijs Lemmens-Tinel, uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;9. het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs;10. het diploma van de officieren die vóór 1 januari 1965 met vrucht hun studie hebben volbracht aan de Oefenschool bij de Koninklijke Militaire School of aan de polytechnische afdeling van die school;11. het diploma van architect, interieurarchitect of van industrieel ingenieur;12. het diploma van technisch ingenieur;13. het universitair diploma van burgerlijk conducteur;14. het diploma van een hogere technische school van de tweede graad;15. het diploma van het hoger kunstonderwijs van de tweede graad met volledig leerplan;16. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste vier studiejaren;17. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, voor 1 september 1969 uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door een instelling voor de beeldende kunsten;18. het laureaatsdiploma, uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;19. het diploma van de tweede cyclus, uiterlijk in het academiejaar 1994-1995 uitgereikt door een Koninklijk Muziekconservatorium;20. het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger Architectuurinstituut in Hasselt-Diepenbeek en het Stedelijk Hoger Architectuurintituut "De Bijloke" in Gent;21. het diploma van binnenhuisontwerper, behaald vóór het academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen;22. het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart;23. het diploma van officier-werktuigkundige eerste klasse;24. het diploma van hoger kunstonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan;25. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee studiejaren;26. het diploma van de eerste cyclus, uiterlijk in het academiejaar 1994-1995 uitgereikt door een Koninklijk Muziekconservatorium met uitzondering van het diploma van kandidaat;27. het diploma van hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;28. het diploma van een hogere technische school van de eerste graad;29. het diploma van onderwijzer(es);30. het diploma van kleuteronderwijzer(es);31. het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of het diploma van regent(es);32. het diploma van geaggregeerd leraar van het middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regent(es) voor de middelbare scholen;33. het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;34. het diploma van een basisopleiding van één cyclus;35. het diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen;36. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs - groep 1;37. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 samen met het diploma van de voortgezette opleiding voor de bijkomende uitdieping van een opleidingseenheid;38. het diploma van leraar dans;39. a) de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;b) de vergunning van beroepsbestuurder of beroepsvliegtuigbestuurder met de bevoegdheidsverklaring instrumentvliegen voorzover de kandidaten geslaagd zijn voor de examens over de algemene kennis voor het verkrijgen van de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;40. het diploma van virtuositeit en het hoger diploma, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;41. het diploma van een hogere technische leergang van de tweede graad;42. het diploma van het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van een hogere technische leergang van de eerste graad of, met uitwerking van 1 september 2000, van hoger onderwijs voor sociale promotie of, met uitwerking van 1 september 2002, van hoger onderwijs, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs;43. het diploma van eerste prijs, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;44. het diploma van kandidaat, uitgereikt krachtens de wet op het toekennen van de academische graden;45. de andere diploma's van kandidaat, uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde instelling of een door de Staat of de gemeenschap opgerichte examencommissie;46. het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid dans;47. het brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs met volledig leerplan of voor sociale promotie;48. met uitwerking van 1 september 2001 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt BSO4;49. het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs;50. het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;51. het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde;52. het finaliteitsdiploma van het kunstonderwijs ingericht volgens beperkt leerplan;53. het gehomologeerd getuigschrift van hoger secundair onderwijs;54. het gehomologeerd getuigschrift van het middelbaar onderwijs van de hogere graad;55. het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs;56. het diploma van secundair onderwijs;57. het brevet van een hogere secundaire beroepsschool of -leergang;58. het studieattest of getuigschrift van het 6° leerjaar van het beroepssecundair onderwijs;59. het studieattest of -getuigschrift van het 7° vervolmakings- of specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs;60. het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs);61. het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar;62. het diploma van een hogere secundaire technische school of leergang;63. het gehomologeerd of door een examencommissie van de Staat uitgereikt getuigschrift van hoger secundair technisch onderwijs;64. het studieattest of -getuigschrift van het 7° vervolmakings- of specialisatiejaar van het technisch secundair onderwijs;65. het diploma of getuigschrift van het hoger secundair kunstonderwijs met volledig leerplan of met beperkt leerplan;66. het gehomologeerd of door een examencommissie van de staat uitgereikt getuigschrift van hoger secundair kunstonderwijs;67. het studieattest of -getuigschrift van het 7° vervolmakings- of specialisatiejaar van het kunstsecundair onderwijs;68. met uitwerking van 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt TSO3;69. met uitwerking van 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt BSO3; Met "ten minste HSO" wordt niet bedoeld : de studiegetuigschriften, uitgereikt door het deeltijds kunstonderwijs zoals bedoeld in Titel V van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II; 6° ten minste HOKTVL : een van de studiebewijzen vermeld onder 5°, 1. tot en met 39; 7° BPB : bewijs van pedagogische bekwaamheid;8° OE : opleidingseenheid;9° UOE : uitgediepte opleidingseenheid;10° ten minste HOKT : een van de studiebewijzen vermeld onder 5°, 1. tot en met 42.

Met "ten minste HOKT" wordt niet bedoeld : het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type van sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000, het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002, het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs; 11° ten minste HOKT + BPB : 1.een van de studiebewijzen, vermeld onder ten minste HOKT samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, vermeld in artikel 3bis; 2. GLSO;3. GVSO-groep 1.4. het diploma van onderwijzer;5. het diploma van kleuteronderwijzer. Met "ten minste HOKT + BPB" : wordt niet bedoeld : het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type van sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000 het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002 het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs; 12° CICB : de pedagogische commissie van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België;13° EMB : Executieve van de Moslims van België;14° (het diploma van) onderwijzer : -het diploma of de akte van onderwijzer; - het diploma of de akte van lager onderwijzer; - met ingang van 1 september 1997, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het diploma van een voortgezette opleiding voor het lager onderwijs; 15° (het diploma van) kleuteronderwijzer : - het diploma van kleuteronderwijzer; - het diploma van bewaarschoolonderwijzer; - het diploma van kleuterleider; - met ingang van 1 september 1997, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het diploma van een voortgezette opleiding voor het kleuteronderwijs. ».

Art. 4.Aan artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002, worden een § 4 en een § 5, toegevoegd, die luiden als volgt : « § 4. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende studiebewijzen gelijkgesteld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid dans : 1° het getuigschrift van pedagogische leergang afdeling klassieke dans en bewegingsleer of dans en bewegingsleer, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;2° het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van onderwijs in ballet of bewegingsleer, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;3° het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van dansonderwijs, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;4° het pedagogisch getuigschrift van hedendaagse dans of klassiek ballet, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie; 5° het specialisatiegetuigschrift klassieke dans uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie.; § 5. Het diploma van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de eerste graad en het diploma van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de tweede graad, uitgereikt door de daartoe samengestelde examencommissie worden gelijkgesteld met een diploma van GLSO muzikale opvoeding. »

Art. 5.Aan artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002, wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bedoelde periode loopt ononderbroken vanaf de eerste september die volgt op de eerste aanstelling van het personeelslid in het basis- of in het secundair onderwijs. »

Art. 6.Aan artikel 16bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 28 juni 2002, wordt een 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° 6 : met uitwerking van 1 september 2002. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt in de bijlage I "Bekwaamheidsbewijzen en weddenschalen voor de leermeesters godsdienst en voor de godsdienstleraars" de bijlage voor AV katholieke godsdienst vervangen door de bijlage, gevoegd bij dit besluit.

Art. 8.De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 september 2003, met uitzondering van artikel 7, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2002.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 november 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 21 november 2003 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars.

Brussel, 21 november 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^