Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 november 2009
gepubliceerd op 30 november 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bekrachtiging van het reglement van orde van de Raad voor Vergunningsbetwistingen

bron
vlaamse overheid
numac
2009036091
pub.
30/11/2009
prom.
20/11/2009
ELI
eli/besluit/2009/11/20/2009036091/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bekrachtiging van het reglement van orde van de Raad voor Vergunningsbetwistingen


De Vlaamse Regering, Gelet op de artikelen 4.8.9 en 4.8.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op de definitieve goedkeuring van het reglement van orde door de Raad voor Vergunningsbetwistingen, op 16 november 2009;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het reglement van orde van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, definitief goedgekeurd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen op 16 november 2009, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt bekrachtigd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 november 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

Bijlage Reglement van orde van de Raad voor Vergunningsbetwistingen Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende de bekrachtiging van het reglement van orde van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Brussel, 20 november 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

Bijlage REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN De Raad voor Vergunningsbetwistingen, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, diens latere wijzigingen en inzonderheid het decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening (VCRO);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van de Raad voor Vergunningsbetwistingen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Interne werking van de Raad Afdeling 1. - Algemene vergadering van de Raad

Artikel 1.De algemene vergadering van de Raad voor Vergunningsbetwistingen - hierna te noemen, de Raad - is samengesteld uit alle raadsleden. Zij beraadslaagt, onder leiding van de voorzitter, collegiaal over alle aangelegenheden die conform de VCRO en dit reglement de werking en organisatie van het administratief rechtscollege betreffen.

De algemene vergadering beraadslaagt onder meer over : 1° de beoordeling en voordracht van de kandidaten voor het ambt van raadslid in de Raad;2° de benoeming van de griffiers, van de adviseurs en van de leden van het administratief personeel, voor zover niet opgedragen aan de voorzitter;3° de verkiezing van de voorzitter;4° de ontzetting en schorsing van raadsleden wegens grove nalatigheid of kennelijk wangedrag en de daartoe goed te keuren deontologische code;5° het aannemen en wijzigen van een reglement van orde;6° de aanduiding van de kamervoorzitters van de meervoudige kamers;7° de toewijzing van de griffiers aan één of meer kamers;8° het jaarverslag;9° het beleidsplan;10° de verwijzing van een beroepsdossier naar een meervoudige kamer;11° alle niet aan de voorzitter toegekende bevoegdheden.

Art. 2.De voorzitter roept de algemene vergadering bijeen met als agenda, de onderwerpen die door de voorzitter, door één of meer raadsleden of door een griffier worden voorgesteld.

De algemene vergadering beraadslaagt : 1° in juni van elk werkjaar over de verkiezing van de voorzitter voor het volgende werkjaar;2° in september van elk werkjaar over het jaarverslag betreffende het voorbije werkjaar;3° daarenboven telkenmale wanneer de aangelegenheden, waarvoor de algemene vergadering bevoegd is, dit vereisen, en op verzoek van twee of meer raadsleden, gericht aan de voorzitter van de Raad. De agenda van de algemene vergadering wordt minstens vijf werkdagen vooraf meegedeeld aan de leden van de algemene vergadering.

Eén der griffiers woont, zonder stemrecht, de algemene vergadering bij en stelt hiervan proces-verbaal op. Indien geen der griffiers de algemene vergadering kan bijwonen, wordt het proces-verbaal opgesteld door één van de leden van de algemene vergadering. Het proces-verbaal wordt ondertekend door alle stemgerechtigde leden en door de griffier die de vergadering heeft bijgewoond.

De algemene vergadering kan slechts geldig beraadslagen wanneer de meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Een beslissing wordt alleen aangenomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Wanneer de algemene vergadering niet geldig kan beraadslagen wegens het niet-behalen van het aanwezigheidsquorum, kan er bij een tweede bijeenroeping over hetzelfde agendapunt wel geldig beraadslaagd worden zonder dat het aanwezigheidsquorum geldt. Afdeling 2. - Verkiezing van de voorzitter

Art. 3.Jaarlijks in juni roept de uittredende voorzitter de algemene vergadering bijeen om de voorzitter voor het volgende werkjaar dat start op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar, te verkiezen.

Elk raadslid is van rechtswege kandidaat-voorzitter, tenzij hij vooraf schriftelijk meedeelt geen kandidaat te zijn.

De stemming is geheim.

Het raadslid dat in de eerste stemronde de meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, is verkozen tot voorzitter.

Indien niemand in de eerste stemronde de meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, wordt een tweede stemronde georganiseerd tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald in de eerste stemronde.

In elke stemronde geldt de regel dat bij een gelijk aantal stemmen tussen twee of meer raadsleden het eerst benoemde raadslid voorrang heeft op het later benoemde raadslid. Tussen de raadsleden die op hetzelfde ogenblik benoemd zijn, geldt de volgorde van benoeming als voorrangsregel. Afdeling 3. - Opdracht, bevoegdheid en vervanging van de voorzitter

Art. 4.De voorzitter is belast met de dagelijkse leiding van de Raad.

De voorzitter is de woordvoerder van de Raad. Hij kan deze bevoegdheid delegeren.

Indien de voorzitter afwezig of verhinderd is, wordt de voorzitter vervangen door het door de voorzitter aangeduide raadslid of anders door het eerst benoemde raadslid. Tussen raadsleden die op hetzelfde ogenblik benoemd zijn, geldt de volgorde van benoeming als voorrangsregel. Afdeling 4. - Ontzetting of schorsing wegens grove nalatigheid of

kennelijk wangedrag

Art. 5.De algemene vergadering beslist over de ontzetting uit het ambt van raadslid of over de schorsing in het ambt wegens grove nalatigheid of kennelijk wangedrag, na het betrokken raadslid te hebben gehoord.

De procedure wordt vastgelegd in de deontologische code, goedgekeurd door de algemene vergadering. Afdeling 5. - De griffiers

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 6.De algemene vergadering benoemt de griffiers.

De algemene vergadering kan een griffier belasten met de leiding van de griffie.

Indien de griffiers afwezig of verhinderd zijn, of indien de noodwendigheden van de dienst dit vereisen, worden zij vervangen door een toegevoegde griffier, zoals bedoeld in artikel 11 van dit reglement.

Minstens één van de griffiers maakt deel uit van het managementcomité, zoals bedoeld in artikel 13 van dit reglement.

De griffiers leggen als griffier ten overstaan van de algemene vergadering de volgende eed af : « ik zweer de verplichtingen van mijn ambt als griffier na te komen ».

Onderafdeling 2. - Beheer en werking griffie

Art. 7.De griffiers zijn verantwoordelijk voor de contacten van de Raad met de partijen in de procedure, met bestuurlijke overheden, andere administratieve rechtscolleges en hoven en rechtbanken.

De griffiers oefenen hun ambt uit onder het gezag van de algemene vergadering.

De griffiers staan de raadsleden bij in hun ambtsverrichtingen.

De griffiers bewaren de minuten, de registers en alle akten horende bij de Raad. Zij leveren daarvan de grossen, de uitgiften, de uittreksels of afschriften af.

Onderafdeling 3. - De zittingen

Art. 8.Elke griffier wordt door de algemene vergadering toegewezen aan één of meer kamers.

De griffier maakt van de zitting een proces-verbaal op, dat door het alleenzetelende raadslid of door de kamervoorzitter en door de griffier ondertekend wordt en waaraan de eventueel overgelegde pleitnota's toegevoegd worden. Afdeling 6. - De adviseurs

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 9.De algemene vergadering benoemt de adviseurs.

De adviseurs leggen als adviseur ten overstaan van de algemene vergadering de volgende eed af : « ik zweer de verplichtingen van mijn ambt als adviseur na te komen ».

Onderafdeling 2. - De opdracht van de adviseurs

Art. 10.De adviseurs zijn verantwoordelijk voor de administratieve en inhoudelijke voorbereiding van de beroepsdossiers. Zij kunnen daarnaast ook taken toebedeeld krijgen van algemene administratieve en logistieke aard.

De adviseurs oefenen hun ambt uit onder het gezag van de algemene vergadering.

Onderafdeling 3. - De toegevoegde griffiers

Art. 11.De algemene vergadering kan de adviseurs die voldoen aan de voorwaarden om tot griffier te worden benoemd, aanstellen als toegevoegd griffier.

De adviseurs leggen als toegevoegd griffier ten overstaan van de algemene vergadering de volgende eed af : « ik zweer de verplichtingen van mijn ambt als toegevoegd griffier na te komen ». Afdeling 7. - De beheerder

Art. 12.De algemene vergadering kan een griffier, adviseur of administratief personeelslid benoemen tot beheerder.

De beheerder staat, onder het gezag van de voorzitter, in voor de algemene administratieve ondersteuning van de Raad en brengt hierover verslag uit aan het managementcomité. Afdeling 8. - Het managementcomité

Art. 13.Het managementcomité coördineert de administratieve werking van de Raad en staat de voorzitter bij in de dagelijkse leiding van de Raad.

Het managementcomité bestaat van rechtswege uit de voorzitter, één of meer andere door de algemene vergadering aangeduide raadsleden, minstens één griffier en in voorkomend geval de beheerder.

Het managementcomité vergadert onder het voorzitterschap van de voorzitter telkens wanneer de aangelegenheden waarvoor het bevoegd is, het vereisen, en bij voorkeur wekelijks.

De agenda van de vergaderingen wordt, behalve in spoedeisende gevallen, uiterlijk vierentwintig uur voor de vergadering bezorgd aan de leden van het managementcomité. Afdeling 9. - Het beleidsplan en het jaarverslag

Art. 14.Het beleidsplan voor het lopende werkjaar wordt jaarlijks in september opgesteld door de voorzitter, in overleg met de algemene vergadering en na advies van het managementcomité.

Het jaarverslag van het voorbije werkjaar wordt jaarlijks in de loop van de maand september opgesteld en na goedkeuring door de algemene vergadering uiterlijk op 15 oktober van ieder jaar bezorgd aan de Vlaamse Regering en aan de Voorzitter van het Vlaams Parlement. Afdeling 10. - De verdeling in kamers en toewijzing van de

beroepsdossiers

Art. 15.De Raad bestaat uit zeven kamers. De eerste tot en met de vijfde kamer zetelt met één raadslid. De zesde en de zevende kamer zijn meervoudige kamers die zetelen met drie raadsleden, waaronder een kamervoorzitter, aangewezen door de algemene vergadering.

Art. 16.De voorzitter stelt, na overleg met de andere raadsleden en uiterlijk binnen vijftien dagen na zijn verkiezing, een dienstregeling op voor het volgende werkjaar.

In deze dienstregeling worden de raadsleden en de griffiers als titularis of als vervanger toegewezen aan de eerste tot en met de vijfde kamer en worden tevens de dag(en) en het tijdstip bepaald waarop de betrokken kamers zetelen.

Art. 17.Nadat toepassing werd gemaakt van artikel 4.8.17 VCRO en in voorkomend geval van artikel 4.8.18 VCRO, wijst de voorzitter van de Raad de behandeling van de beroepsdossiers afwisselend toe aan de eerste, de tweede, de derde, de vierde of de vijfde kamer.

Om een evenredige spreiding tussen de eerste tot en met de vijfde kamer te garanderen kan de voorzitter afwijken van de in het eerste lid bepaalde wijze van toewijzing.

Art. 18.Op voorstel van de voorzitter van de Raad of op verzoek van de kamer waaraan de behandeling van een beroepsdossier is toegewezen, kan de behandeling van een beroepsdossier, na beslissing van de algemene vergadering, aan een meervoudige kamer worden toegewezen.

De algemene vergadering gaat hierbij na of de behandeling door een meervoudige kamer noodzakelijk is om de eenheid van de rechtspraak te verzekeren of om een oplossing te bieden aan de juridische moeilijkheden die zich eventueel stellen.

In voorkomend geval verwijst de algemene vergadering het beroepsdossier afwisselend naar de zesde of de zevende kamer.

De griffier betekent deze beschikking aan de partijen.

Art. 19.Bij de toewijzing van een beroepsdossier aan een kamer conform artikel 17 of 18 van dit reglement wordt tegelijkertijd de bevoegdheid aan het alleenzetelende raadslid of aan de kamervoorzitter verleend om conform artikel 4.8.13 VCRO een bestreden vergunningsbeslissing bij wijze van voorlopige voorziening ambtshalve of op verzoek te schorsen. Afdeling 11. - Deontologie

Art. 20.Alle medewerkers van de Raad, zowel de raadsleden, de griffiers, de adviseurs en het administratief personeel, respecteren de geheimhouding en verbinden er zich toe niets te ondernemen dat in strijd is met hun functie als medewerker van een onafhankelijk administratief rechtscollege.

Het is aan alle voormelde medewerkers van de Raad verboden deel te nemen aan de voorbereiding van of de beraadslaging over een beroepsdossier : 1° waarbij zij persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;2° waarbij hun bloed- of aanverwanten tot in de vierde graad of de personen met wie zij een feitelijk gezin vormen een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;3° of waarbij zij of de rechtspersoon of feitelijke vereniging waarin zij een belang hebben, in een professionele hoedanigheid betrokken zijn of zijn geweest. Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op alle voormelde medewerkers van de Raad voor alle gegevens waarvan zij kennis kunnen nemen in het kader van de uitoefening van hun opdracht in de Raad.

De algemene vergadering van de Raad kan bijkomend een deontologische code goedkeuren. Op de griffie wordt een chronologische inventaris bijgehouden waarbij alle voormelde medewerkers melding kunnen maken van contacten met derden of pogingen tot benadering door derden. Deze inventaris wordt niet publiek gemaakt, tenzij op verzoek van een medewerker zelf of in het kader van een jurisdictioneel of administratief onderzoek. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 21.Alle voor de bekendmaking van de bekrachtiging van het eerste reglement van orde genomen beslissingen met betrekking tot de interne werking worden geacht in overeenstemming te zijn met dit eerste reglement van orde.

Goedgekeurd te Brussel op 16 november 2009.

E. STORMS, Voorzitter Raad.

H. LIEVENS, Raadslid.

F. VAN ACKER, Raadslid.

^