gepubliceerd op 07 juli 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van kringloopcentra
20 MEI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van kringloopcentra
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 14, § 9, op artikel 16, § 8, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2003, en op artikel 44, gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994;
Gelet op de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot en met 58;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, inzonderheid op artikel 3.5.2;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 24 maart 2005;
Gelet op het advies 38.304/3 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : het lid van de Vlaamse Regering, bevoegd voor het leefmilieu;2° het decreet : het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;3° VLAREA : het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;4° de OVAM : de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest;5° kringloopcentrum : rechtspersoon zoals gedefinieerd in het VLAREA;6° voorgaand jaar : het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het kringloopcentrum een subsidie aanvraagt en waarvoor de werking en de prestaties aangetoond moeten worden;7° lopend jaar : het jaar waarin door het kringloopcentrum een subsidie wordt aangevraagd op basis van de aangetoonde werking en prestaties in het voorgaande werkjaar;8° werkjaar : kalenderjaar dat loopt van 1 januari tot en met 31 december;9° producthergebruik : handelingen waardoor goederen of onderdelen daarvan na hun eerste gebruik opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als waarvoor ze oorspronkelijk zijn ontworpen, daaronder wordt begrepen verder gebruik van de goederen of onderdelen daarvan die bij inzamelpunten, distributeurs, recyclingbedrijven of fabrikanten werden ingeleverd;10° verzorgingsgebied : gebied dat door de OVAM bij de erkenning aan een kringloopcentrum wordt toegewezen voor de inzameling van afgedankte goederen die voor producthergebruik in aanmerking komen;11° commissaris : persoon die belast is met de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid ten aanzien van de wet - naar gelang van het geval het wetboek vennootschappen of de wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en op de statuten van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen.Deze persoon wordt aangesteld volgens de voorwaarden bepaald in, naar gelang van het geval, artikelen 130 tot 144 van het Wetboek vennootschappen, of artikel 17, § 5, artikel 37, § 5 of artikel 53, § 5, van de wet betreffende verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
TITEL II. - Erkenning van kringloopcentra HOOFDSTUK I. - Erkenningsvoorwaarden en verplichtingen
Art. 2.Om overeenkomstig artikel 14, § 9, van het decreet erkend te worden, moet een kringloopcentrum voldoen aan de volgende erkenningsvoorwaarden : 1° het kringloopcentrum combineert ten minste de volgende drie doelstellingen, die opgenomen zijn in de statuten van de rechtspersoon : a) de zorg voor het milieu door maximaal producthergebruik na te streven van de ingezamelde goederen;b) tewerkstelling voor langdurig werklozen ontwikkelen en waarborgen;c) in geval van verenigingen, het niet-toekennen van vermogensvoordeel aan de leden;in geval van vennootschappen mag het beperkte rechtstreekse vermogensvoordeel dat de vennootschap aan de vennoten uitkeert, niet hoger zijn dan de rentevoet die vastgesteld is door de koning ter uitvoering van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, toegepast op het werkelijk gestorte bedrag van de aandelen; 2° het kringloopcentrum heeft een rechtspersoonlijkheid die verenigbaar is met de onder punt 1° vermelde doelstellingen;3° de natuurlijke personen die de vereniging of vennootschap kunnen verbinden, voldoen aan volgende voorwaarden : a) hun burgerlijke en politieke rechten bezitten;b) de laatste vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning geen effectieve strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen voor een overtreding op de milieuwetgeving in België.Als het personen betreft die niet van Belgische nationaliteit zijn, mogen ze de milieuwetgeving niet overtreden hebben in de staat waarvan zij onderdaan zijn; 4° de maatschappelijke zetel van het kringloopcentrum bevindt zich in een gemeente die in het Vlaamse Gewest ligt.De zetel kan niet overgebracht worden naar een plaats buiten het Vlaamse Gewest; 5° het verzorgingsgebied omvat minstens 75 000 inwoners;6° de inzameling heeft een permanent karakter en moet minstens gebeuren door het ophalen op verzoek van de burger en door het aanvaarden van goederen gebracht naar de winkel of een ander brengpunt;7° de winkelpunten van het kringloopcentrum zijn voor iedereen toegankelijk en hebben ruime openingstijden.De winkelpunten beperken zich tot twee sluitingsdagen per week en zijn wekelijks minstens dertig uur open; 8° de gecumuleerde winkeloppervlakte van het kringloopcentrum bedraagt minstens 400 m2 en komt overeen met een equivalent van minstens 1m2 per 200 inwoners in het vastgelegde verzorgingsgebied;9° er wordt een representatief aanbod van herbruikbare goederen te koop aangeboden, al dan niet per productgroep gespreid over verscheidene winkelpunten.Als er één winkelpunt is in het verzorgingsgebied, verkoopt dat winkelpunt minstens zes productgroepen. Als er meerdere winkelpunten zijn in het verzorgingsgebied, verkopen die samen minstens zes productgroepen.
Onder productgroepen wordt verstaan : a) elektrische apparaten;b) elektronische apparaten;c) kleding;d) meubelen;e) vrijetijdsartikelen;f) huisraad;g) diverse artikelen.
Art. 3.Tijdens de duur van de erkenning moet het kringloopcentrum de volgende voorwaarden naleven : 1° het kringloopcentrum is verplicht om elke wijziging van zijn statuten en formele wijziging van de administratieve gegevens onmiddellijk met een aangetekende brief aan de OVAM mee te delen, zoals onder meer : a) naam, rechtsvorm, zetel en ondernemingsnummer van de houder;b) woonplaats, adres of fax- en telefoonnummer van de houder en in voorkomend geval van de maatschappelijke zetel en de administratieve of exploitatiezetel of van de standplaats binnen het Vlaamse Gewest;2° het kringloopcentrum beperkt zijn inzamelactiviteiten en het openhouden van winkelpunten tot de gemeenten die behoren tot zijn verzorgingsgebied zoals vastgelegd in de erkenning.In gemeenten die niet behoren tot zijn verzorgingsgebied, zal het kringloopcentrum alleen een inzameling van afvalstoffen organiseren of in zijn opdracht doen organiseren in overeenstemming met het erkende kringloopcentrum waartoe die gemeenten overeenkomstig zijn erkenning behoren; 3° het kringloopcentrum moet : a) een verzekeringscontract afsluiten ter dekking van de schade die kan voortvloeien uit de voorgenomen activiteiten als kringloopcentrum, met inbegrip van milieuschade, en is ertoe verplicht om, binnen dertig dagen na het verlenen van de erkenning, het bewijs over te leggen dat een dergelijk verzekeringscontract werd afgesloten; b) in voorkomend geval voldoen aan de voorwaarden, bepaald in artikel 5.1.1.3, § 1 tot § 8, van het VLAREA, met betrekking tot een verzekeringscontract voor het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen en KGA; c) jaarlijks het bewijs leveren van de voortzetting van de genoemde verzekeringscontracten;d) op eenvoudig verzoek van de OVAM medewerking verlenen aan sensibiliserings- en informatiecampagnes die door de OVAM worden opgezet;4° binnen de door de OVAM gestelde termijnen bezorgt het kringloopcentrum jaarlijks de door OVAM gevraagde gegevens met betrekking tot het voorgaande jaar, het bewijs van het voldoen aan de hierboven genoemde erkenningsvoorwaarden en een verslag van de commissaris over de juiste toepassing van de statutair vastgelegde doelstelling, bedoeld in artikel 2, 1°, c).
Art. 4.In een bepaald verzorgingsgebied kunnen verscheidene rechtspersonen samen voldoen aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2 en 3. Hiertoe wordt in het kader van de erkenningsaanvraag aangetoond dat de desbetreffende rechtspersonen hiervoor een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten en moet bewezen worden dat er sprake is van juridische, bestuurlijke en financiële binding tussen de erkende rechtspersoon en de derde rechtspersoon of rechtspersonen.
Bij het verlenen van de erkenning wordt vermeld welke rechtspersonen verantwoordelijk zijn/zorgen voor welke activiteiten in het verzorgingsgebied. Elke wijziging wordt onverwijld per aangetekende brief aan de OVAM meegedeeld. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure
Art. 5.De aanvraag tot erkenning als kringloopcentrum vermeldt : 1° de naam van de rechtspersoon die de aanvraag indient;2° het adres, telefoonnummer, faxnummer, de contactpersoon en het e-mailadres van de maatschappelijke zetel of van de administratieve en exploitatiezetel(s) van het kringloopcentrum;3° de voornaam en achternaam van de bestuurders of zaakvoerders en een afschrift van de oprichtingsakte en haar eventuele wijzigingen, zoals neergelegd op de griffie van de bevoegde rechtbank;4° een bewijs van goed zedelijk gedrag van de personen die de vereniging of vennootschap kunnen verbinden en van de personen die verantwoordelijk zijn voor het dagelijkse toezicht, dat aantoont dat deze personen de laatste vijf jaar voor de aanvraag geen effectieve strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen voor een overtreding van de milieuwetgeving.Als het personen betreft die niet van Belgische nationaliteit zijn, mogen ze de milieuwetgeving niet overtreden hebben in de staat waarvan zij onderdaan zijn; 5° een gedetailleerd ondernemingsplan houdende de nauwkeurige beschrijving van de werking van het kringloopcentrum, het verzorgingsgebied, de inzamelorganisatie, de ophaalmiddelen, het aantal personeelsleden en hun kwalificaties, de openingstijden en een financieel plan met prognoses voor minstens de komende drie jaar;6° de samenwerkingsovereenkomst met en het bewijs van juridische, bestuurlijke en financiële binding tussen de erkende rechtspersoon en de derde rechtspersoon of rechtspersonen, zoals bedoeld in artikel 4.
Art. 6.De in artikel 5 bedoelde erkenningsaanvraag wordt behandeld als volgt : 1° de aanvraag wordt in tweevoud bij de OVAM ingediend, bij voorkeur onder briefhoofd van de aanvrager, gedateerd en ondertekend door de aanvrager of in voorkomend geval door een natuurlijke persoon die de rechtspersoon kan verbinden;2° de OVAM onderzoekt de aanvraag, bedoeld in punt 1°, op haar volledigheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 : a) als de aanvraag onvolledig wordt bevonden, dan wordt de aanvrager binnen veertien kalenderdagen na de indiening van de aanvraag hiervan door de OVAM schriftelijk in kennis gesteld, met vermelding van de inlichtingen en gegevens die ontbreken of nadere toelichting vereisen. Tot de datum van ontvangst van de ontbrekende informatie of nadere toelichting wordt de termijn opgeschort; b) als de aanvraag volledig wordt bevonden, dan wordt de aanvrager binnen veertien kalenderdagen na de indiening van de aanvraag door de OVAM met een aangetekende brief hiervan in kennis gesteld;c) als de OVAM uiterlijk veertien kalenderdagen na de indiening van de aanvraag geen schriftelijke kennisgeving heeft verzonden aan de aanvrager, wordt de aanvraag geacht volledig te zijn;3° binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de datum van verzending van de onder punt 2°, b), bedoelde brief, of, in voorkomend geval, vanaf de datum van het verstrijken van de onder punt 2°, c), bedoelde termijn, doet de OVAM uitspraak over de aanvraag, bedoeld in punt 1°;4° de OVAM bezorgt met een aangetekende zending of bij afgifte tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van tien kalenderdagen na de datum van de beslissing, bedoeld in punt 3°, een eensluidend verklaard afschrift ervan aan : a) de aanvrager;b) de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur.
Art. 7.De erkenning als kringloopcentrum kan slechts voor een termijn van maximaal vijf jaar worden verleend. Elke erkenningsbeslissing die voor een kortere termijn geldt, moet terzake gemotiveerd zijn. Een hernieuwing van de erkenning is mogelijk in overeenstemming met de procedure die vastgesteld is door dit besluit, telkens voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Art. 8.De erkenning kan door de OVAM : 1° worden ingetrokken op verzoek van de houder van de erkenning;2° ambtshalve worden ingetrokken of geschorst, na overlegging van een proces-verbaal waarin een overtreding wordt vastgesteld van de voorschriften van dit besluit.Behoudens bij een dreigend en onmiddellijk gevaar voor mens of milieu, wordt de houder van de erkenning, met een aangetekende brief en minstens veertien dagen vóór de betekening ervan, op de hoogte gebracht van de voorgenomen beslissing en haar motieven. Binnen deze termijn kan de houder van de erkenning zich verweren of zijn zaken in orde brengen.
TITEL III. - Toekenningsvoorwaarden en subsidieregeling voor kringloopcentra HOOFDSTUK I. - Subsidieregeling
Art. 9.Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt jaarlijks aan elk erkend kringloopcentrum een subsidie toegekend. Het krediet dat beschikbaar is voor subsidies aan de erkende kringloopcentra, bestaat uit het totale begrotingskrediet dat jaarlijks voor dit besluit ter beschikking wordt gesteld.
Art. 10.De subsidie aan het kringloopcentrum wordt toegekend voor de algemene werking met het oog op het verwezenlijken van de doelstellingen, bepaald in artikel 2, punt 1°. Meer bepaald moeten de toegekende subsidies aangewend worden voor : 1° algemene werkingskosten, met inbegrip van controle en extern toezicht;2° vorming en opleiding;3° investeringen in infrastructuur, rollend materieel en hard- en software;4° begeleidingskosten voor kwaliteitszorg en certificatiekosten volgens erkende standaarden;5° externe communicatie en sensibilisering. HOOFDSTUK II. - Subsidiebedragen en -besteding
Art. 11.Het krediet dat beschikbaar is voor subsidies aan erkende kringloopcentra wordt toegekend volgens een verdeling die gebaseerd is op de criteria verzorgingsgebied en gerealiseerd producthergebruik. De subsidie wordt als volgt berekend : 1° criterium 1 : verzorgingsgebied : 0,05 euro per inwoner van het verzorgingsgebied of 0,07 euro per inwoner van het verzorgingsgebied als de bevolkingsdichtheid lager is dan het Vlaamse gemiddelde;2° criterium 2 : hergebruik : de totale beschikbare subsidie bedoeld in artikel 9, verminderd met de som van de bedragen die berekend zijn op basis van criterium 1.Het saldo wordt gedeeld door het totaal aantal kilogram hergebruik van het voorgaande jaar van alle erkende kringloopcentra. HOOFDSTUK III. - Procedure voor de subsidieaanvraag
Art. 12.Voor de toekenning van subsidies moeten de erkende kringloopcentra de volgende documenten naar de OVAM sturen : 1° voor 1 maart van het lopende jaar : a) een ingevuld aanvraagformulier voor het verkrijgen van subsidies;b) de wijzigingen in de gegevens uit het erkenningsdossier;2° voor 1 mei van het lopende jaar via de jaarlijkse OVAM-enquête : a) een overzicht van de inzameling en het hergebruik in het voorgaande jaar, gecontroleerd door de commissaris;b) een door de algemene vergadering definitief goedgekeurde resultatenrekening, een balans en een toelichting over het voorbije kalenderjaar, volgens het toepasselijke boekhoudkundige plan;c) het verslag van de commissaris over de jaarrekening van het voorbije boekjaar;d) een door de commissaris ondertekende verklaring dat de besteding van de financiële middelen voldoet aan de erkenningsvoorwaarde, bepaald in artikel 2, punt 1°, c).e) een door de algemene vergadering definitief goedgekeurde begroting voor het lopende jaar;f) indien van toepassing het bewijs van deelname aan een sectorieel kwaliteitszorgproject in het voorgaande jaar. De OVAM kan een model bepalen voor het aanvraagformulier, voor de vereiste overzichten, de vereiste stavingsstukken en het boekhoudkundige plan. Als er geen specifieke modellen zijn bepaald, volstaan de documenten die gebruikelijk zijn bij verslaggeving over activiteiten en financieel beheer. HOOFDSTUK IV. - Procedure voor verantwoording en uitbetaling
Art. 13.De subsidie wordt in twee gedeelten uitgekeerd.
Het eerste gedeelte van de subsidie betreft de uitbetaling van de subsidie die gebaseerd is op de berekening volgens criterium 1, zoals beschreven in artikel 11, punt 1°. Het eerste gedeelte wordt enkel uitgekeerd als het kringloopcentrum tijdig alle in artikel 12, punt 1°, vermelde documenten aan de OVAM heeft bezorgd. Het eerste gedeelte van de subsidie wordt uitgekeerd in de maand mei van het lopende jaar.
Het tweede gedeelte van de subsidie betreft de uitbetaling van de subsidie die gebaseerd is op de berekening volgens criterium 2, zoals beschreven in artikel 11, punt 2°. Het tweede gedeelte van de subsidie wordt alleen uitgekeerd als het kringloopcentrum tijdig alle in artikel 12, punt 2°, vermelde documenten aan de OVAM heeft bezorgd. De OVAM controleert de ingediende documenten en maakt voor 31 juli een gemotiveerde beslissing op. Zo nodig vraagt de OVAM bij de aanvrager aanvullende inlichtingen op en wordt de termijn voor beoordeling daarbij verlengd met een maand. De OVAM stelt het kringloopcentrum binnen veertien dagen na de beslissing schriftelijk op de hoogte van het bedrag dat als tweede gedeelte van de subsidie zal uitgekeerd worden. Het tweede gedeelte van de subsidie wordt uiterlijk in de maand oktober van het lopende jaar uitbetaald.
Het kringloopcentrum kan bij de aanvraag voor de subsidie volgens artikel 12, punt 1°, een gemotiveerde aanvraag doen voor de besteding.
De OVAM heeft het recht om aan het kringloopcentrum opdracht te geven betreffende de besteding van de subsidie en is niet verplicht de aanvraag van het kringloopcentrum te volgen.
TITEL IV. - Algemene bepalingen
Art. 14.De OVAM kan naar aanleiding van de subsidieaanvragen in het kader van dit besluit een volledige of gedeeltelijke controle van de erkende rechtspersonen doorvoeren. Hierbij wordt nagegaan of de rechtspersoon blijvend voldoet aan de toepasselijke erkenningsvoorwaarden en in welke mate de rechtspersoon voldoet aan de subsidievoorwaarden. De resultaten van deze doorlichting worden binnen een maand schriftelijk aan de betrokken rechtspersoon bezorgd. De erkende rechtspersonen, alsmede de rechtspersonen die een erkenningsaanvraag ingediend hebben, verlenen toegang voor eventuele controles ter plaatse door de ambtenaren van de OVAM of door de bevoegde ambtenaren van de Inspectie van Financiën en van het Rekenhof. De erkende rechtspersonen stellen hiervoor de nodige bewijsstukken ter beschikking.
Art. 15.De subsidies worden teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke intresten, overeenkomstig artikel 57 van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.
TITEL V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 16.In artikel 3.5.2 van het VLAREA worden § 3 tot en met § 8 opgeheven.
Art. 17.De data, vermeld in artikelen 12 en 13, worden voor het lopende jaar 2005 verlaat met de tijdspanne tussen 1 januari 2005 en de datum van publicatie van dit besluit.
Art. 18.De erkenningen die zijn verleend met toepassing van artikel 3.5.2, § 3 tot en met § 8, van het VLAREA, blijven behouden tot het verstrijken van hun geldigheidsduur.
Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 mei 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS