20 JULI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal kasbeheer voor de Vlaamse verzelfstandigde agentschappen opgericht ingevolge het decreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003

De Vlaamse Regering, Gelet op het Decreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 10 § 4 en artikel 24;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal kasbeheer van de Vlaamse verzelfstandigde agentschappen opgericht ingevolge het decreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juli 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de modaliteiten voor de jaarlijkse CFO afrekening moeten worden aangepast aan de huidige marktomstandigheden inzake financieel beheer en dat de aanpassing moet ingaan vanaf 2007 voor de periode van afrekening ingaande op 1 januari 2006;

Op voorstel van de Vlaams minister bevoegd voor Financiën en Begroting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 7, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 7 § 2. Voor iedere dagelijkse kastoestand zoals bepaald onder § 1 wordt een vergoeding berekend op basis van het rekenkundig gemiddelde van de dagelijkse notering gedurende de maand waarop de berekening betrekking heeft van de EONIA. Voor de positieve kasstanden van de ESR geconsolideerde instellingen wordt deze referentie verminderd met 35 basispunten; voor de negatieve kasstanden wordt deze referentie vermeerderd met 35 basispunten.

Voor de positieve kasstanden van de niet-ESR geconsolideerde instellingen wordt deze referentie verminderd met 10 basispunten; voor de negatieve kasstanden wordt deze referentie vermeerderd met 10 basispunten.

De aldus verkregen positieve en negatieve maandresultaten worden op het einde van het kalenderjaar samengeteld. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking vanaf liet jaar 2007 voor de periode van afrekening beginnend op 1 januari 2006.

Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juli 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN