gepubliceerd op 16 februari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2002 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken
20 JANUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2002 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken
De Vlaamse Regering, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2002 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 januari 2006;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3 § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op artikel 4, § 4 van het hiervoor vermelde besluit dat bepaalt dat werken die niet beschreven staan in een waterhuishoudingsplan dat voor 1 januari 2006 is goedgekeurd niet meer in aanmerking komen voor opname in een investeringsprogramma. Het vermelde besluit geeft geen uiterlijke datum waarop deze waterhuishoudingsplannen moeten ingediend zijn om nog voor deze datum goedgekeurd te kunnen worden. Alle waterhuishoudingsplannen werden voor eind 2005 ingediend. De goedkeuring van de waterhuishoudingsplannen voor 1 januari 2006 was administratief onmogelijk en bijgevolg zijn er geen dossiers meer die aan de voorwaarden kunnen voldoen om in een investeringsprogramma opgenomen te kunnen worden. Polders en wateringen zullen bijgevolg geen nieuwe princiepaanvragen kunnen voorbereiden en indienen. De opmaak van het investeringsprogramma 2006 wordt onmogelijk. Daarom dringt zich een dringende wijziging op van het besluit, met name omtrent de datum 1 januari 2006 die voorzien was voor de goedkeuring van de waterhuishoudingsplannen;
Overwegende dat het voornoemde subsidiebesluit van 18 januari 2002 dringend moet worden aangepast om te verhinderen dat de toekenning van een gewestbijdrage aan polders en wateringen in de toekomst niet meer mogelijk is wegens het ontbreken van een goedgekeurd waterhuishoudingsplan;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2002 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan polders, wateringen, verenigingen van polders of verenigingen van wateringen voor het uitvoeren van bepaalde waterhuishoudkundige werken en tot vastlegging van de procedure inzake subsidiëring van deze werken, wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° ingrepen nodig om de risico's op overstromingen die de veiligheid kunnen aantasten terug te dringen. » .
Art. 2.In artikel 4, § 3 van hetzelfde besluit wordt het punt 7° opgeheven.
Art. 3.In artikel 4, § 4 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Werken die niet beschreven zijn in een goedgekeurd waterhuishoudingsplan dat opgesteld is overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, § 4, en dat niet ingediend is voor 1 januari 2006, worden niet meer opgenomen in het investeringsprogramma, tenzij deze werken opgenomen zijn als actie in een goedgekeurd bekken- of deelbekkenbeheerplan. » .
Art. 4.In artikel 9, § 4 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Een voorschot van 40 % van de gewestbijdrage voor de opmaak van een waterhuishoudingsplan wordt betaald na de indiening van het volledig waterhuishoudingsplan. De resterende 60 % wordt betaald nadat de minister het plan heeft goedgekeurd. Bij de goedkeuring van het waterhuishoudingsplan kan de geldigheidstermijn worden vastgesteld. » .
Art. 5.In artikel 9, § 4 van hetzelfde besluit wordt het punt 7° opgeheven.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2006.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS