Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 april 2012
gepubliceerd op 25 mei 2012

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een bijstandspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent

bron
vlaamse overheid
numac
2012035537
pub.
25/05/2012
prom.
20/04/2012
ELI
eli/besluit/2012/04/20/2012035537/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een bijstandspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, artikel 24, § 2;

Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 maart 2012;

Gelet op advies 51.063/3 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° bijstandspersoon : de persoon, vermeld in artikel 2, die is aangeduid om de minderjarige bij te staan bij de uitoefening van zijn rechten, opgenomen in het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten : het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;3° directeur : de natuurlijke persoon die belast is met de dagelijkse leiding van een jeugdhulpvoorziening;4° jeugdhulpverlener : een persoon die binnen een jeugdhulpvoorziening belast is met jeugdhulpverlening;5° jeugdhulpvoorziening : een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als vermeld in artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp.

Art. 2.In de gevallen, vermeld in artikel 24, § 2, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, kan de directeur van een jeugdhulpvoorziening die betrokken is bij de jeugdhulpverlening, ongeacht of de jeugdhulpvoorziening op dat ogenblik jeugdhulpverlening verstrekt aan de minderjarige, één persoon aanwijzen om de minderjarige bij te staan bij de uitoefening van de rechten die in het voormelde decreet zijn opgesomd.

De directeur, vermeld in het eerste lid, 1°, kan een personeelslid van de jeugdhulpvoorziening mandateren om de opdrachten opgenomen in artikel 2 tot 5 uit te voeren.

De bijstandspersoon moet beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 24, § 2, van voormeld decreet, en moet de directeur een uittreksel uit het strafregister bezorgen, dat een model 2 omvat.

Art. 3.§ 1. De directeur, vermeld in artikelen 2, wijst de bijstandspersoon aan bij een gemotiveerde beslissing.

Hij pleegt vooraf overleg met : 1° de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige, naargelang het geval, tenzij ze aan de uitnodiging tot overleg geen gevolg geven;2° ten minste twee jeugdhulpverleners die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige;3° de aan te wijzen persoon. Hij hoort de minderjarige vooraf, rekening houdend met de mogelijkheden van de minderjarige. § 2. De ouders, vermeld in § 1, tweede lid, van dit artikel zijn de personen die titularis zijn van het ouderlijk gezag of, bij ontstentenis van die personen, de wettelijke vertegenwoordiger. § 3. De opvoedingsverantwoordelijken, vermeld in § 1, tweede lid, van dit artikel zijn de andere natuurlijke personen dan de ouders, die de minderjarige op duurzame wijze in feite onder hun bewaring hebben of bij wie de minderjarige geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een openbaar bestuur.

Art. 4.De directeur, vermeld in artikel 2, reikt aan de bijstandspersoon een attest van zijn aanstelling uit, conform het model dat de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid hebben vastgesteld.

Art. 5.De directeur, vermeld in artikel 2, kan de aanstelling van de bijstandspersoon beëindigen. Behalve als de aanstelling wordt beëindigd op verzoek van de bijstandspersoon, hoort hij vooraf de bijstandspersoon en de minderjarige, rekening houdend met zijn mogelijkheden.

Als aan zijn aanstelling een einde is gesteld, bezorgt de betrokkene het attest, vermeld in artikel 4, onmiddellijk terug aan de directeur die het vernietigt.

Art. 6.Als verschillende jeugdhulpvoorzieningen betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige, brengt de bijstandspersoon de andere jeugdhulpvoorzieningen onmiddellijk op de hoogte van zijn aanstelling en, in voorkomend geval, van de beëindiging van zijn aanstelling.

Art. 7.De beslissingen, vermeld in artikel 3, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, worden toegevoegd aan het dossier van de minderjarige dat de jeugdhulpvoorziening bijhoudt overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004036491 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004036482 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2012.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 april 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

^