Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 april 2001
gepubliceerd op 28 april 2001

Besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning en subsidiëring van centra voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035461
pub.
28/04/2001
prom.
20/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/20/2001035461/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning en subsidiëring van centra voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw


De Vlaamse regering, Gelet op de verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het decreet van 17 maart 1998 houdende diverse beleidsbepalingen, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 22 juni 2000;

Overwegende dat de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen, steun verleent voor opleiding in de landbouw;

Overwegende dat de verordening (EG) nr. 1750/99 van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), uitvoering geeft aan de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Overwegende dat het Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2000-2006, door de Commissie op 6 oktober 2000 onder nummer C (2000) 2970 is goedgekeurd; Gelet op het overleg in de Interministeriële Conferentie Landbouw op 18 september 2000;

Gelet op het advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, gegeven op 15 september 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 23 juni 2000, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2001 (31.198/3), met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het erkend centrum : het centrum voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw dat met toepassing van artikel 3 erkend wordt voor de begeleiding van bedrijven bij de biologische productiemethode;2° het erkend controle-organisme : het controle-organisme voor de erkenning van de biologische productiemethode, bedoeld in de verordening (EG) nr.2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen; 3° de biologische productiemethode : de productiemethode overeenkomstig het lastenboek en de controle, bedoeld in de verordening (EG) nr.2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen; 4° een land- of tuinbouwbedrijf : een bedrijfsmatige exploitatie van onroerende goederen met het oog op het voortbrengen van land- of tuinbouwproducten die in hoofdzaak voor de verkoop zijn bestemd;5° de kandidaat-landbouwer : de natuurlijk persoon of, in geval van een rechtspersoon, de beherende vennoot, zaakvoerder, bestuurder of afgevaardigde bestuurder, die wil starten in de landbouw op een bestaand landbouwbedrijf;6° de landbouwer : elke exploitant, natuurlijk persoon of rechtspersoon, van een land- of tuinbouwbedrijf;7° de gangbare landbouwer : de landbouwer bij uitsluiting van de landbouwer in omschakeling en de biologische landbouwer;8° de landbouwer in omschakeling : de landbouwer die voor een bepaalde productie overgegaan is tot de biologische productiemethode, zijn aanvraag heeft gedaan bij een erkend controle-organisme tot erkenning van die productiemethode maar er nog niet voor erkend is;9° de biologische landbouwer : de landbouwer die de biologische productiemethode voor een bepaalde productie toepast en daarvoor erkend is door een erkend controle-organisme;10° de afdeling : de afdeling Land- en Tuinbouwvorming van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;11° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid;12° het bedrijfsontwikkelingsplan : het plan dat de landbouwer in omschakeling bij wie de omschakeling niet langer dan 2 jaar geleden gestart is, de gangbare landbouwer of de kandidaat-landbouwer begeleidt bij de biologische productiemethode;13° de bedrijfsbegeleiding : de begeleiding van de landbouwer in omschakeling of de biologische landbouwer bij de uitoefening van de biologische productiemethode. HOOFDSTUK II. - Criteria voor de erkenning van een centrum

Art. 2.De minister erkent de centra die in aanmerking komen voor steun voor het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan en voor het aanbieden van bedrijfsbegeleiding.

Art. 3.Om erkend te worden moet het centrum voor bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw : 1° een aanvraag bij de afdeling indienen;2° een zetel hebben in het Vlaamse Gewest met een permanent secretariaat waar alle gegevens, nodig voor de controle en de uitvoering van de aangelegenheden van dit besluit, ter beschikking zijn;3° onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk zijn opgericht;4° over ten minste één permanente kracht beschikken die op het vlak van bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw deskundig is en in het verstrekken van adviezen betreffende biologische landbouw in het Vlaamse Gewest ten minste één jaar relevante ervaring heeft.

Art. 4.Indien tijdens controles ernstige gebreken of fraudes worden vastgesteld, schorst de minister de erkenning van het centrum of trekt ze in. De subsidies voor de overeenkomsten die afgesloten werden voor de datum van de schorsing of de intrekking en die voldoen aan alle bepalingen van dit besluit, kunnen nog worden uitbetaald. HOOFDSTUK III. - Het stimuleren van de biologische landbouw door het opstellen van bedrijfsontwikkelingsplannen

Art. 5.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, kan de minister een subsidie toekennen aan erkende centra voor het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan. § 2. De erkende centra kunnen een subsidie ontvangen voor het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan voor : 1° landbouwers in omschakeling bij wie de omschakeling niet langer dan twee jaar geleden gestart is;2° gangbare landbouwers;3° kandidaat-landbouwers die de goedkeuring hebben van de eigenaar of de huidige uitbater van het landbouwbedrijf en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : a) een diploma behaald hebben van secundair technisch of beroeps landbouwonderwijs;b) een door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt installatie-attest behaald hebben in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1992 betreffende de permanente vorming van de personen die in de landbouw werkzaam zijn;c) minstens zestig dagen voltijds stage hebben gelopen op een land- of tuinbouwbedrijf. § 3. De minister bepaalt de elementen die het bedrijfsontwikkelingsplan minimaal dient te bevatten. Dit plan wordt opgemaakt specifiek voor een individueel landbouwbedrijf en bevat alle elementen die noodzakelijk zijn om maximaal voorbereid te zijn op alle facetten van de biologische productie. Op het bedrijfsontwikkelingsplan dient duidelijk vermeld te worden dat het Vlaamse gewest de opmaak van deze plannen medefinanciert. § 4. De subsidie voor het bedrijfsontwikkelingsplan bedraagt 868 euro. § 5. Per landbouwbedrijf kan maximaal één bedrijfsontwikkelingsplan worden gesubsidieerd. HOOFDSTUK IV. - Bedrijfsbegeleidingen voor de landbouwers in omschakeling en de biologische landbouwers

Art. 6.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, kan de minister een subsidie toekennen aan erkende centra die bedrijfsbegeleidingen verzorgen voor landbouwers in omschakeling of voor biologische landbouwers. § 2. De minister bepaalt de elementen die de bedrijfbegeleidingen minimaal dienen te bevatten. Bij de bedrijfsbegeleidingen dient duidelijk vermeld te worden dat het Vlaamse gewest deze bedrijfsbegeleidingen medefinanciert. § 3. De subsidie voor het uitvoeren van minstens drie bedrijfsbegeleidingen per jaar per bedrijf bedraagt 496 euro. § 4. Per landbouwer kan maximaal vijf maal een beroep worden gedaan op de subsidie voor bedrijfsbegeleidingen. HOOFDSTUK V. - Kwaliteitsbewaking en controle

Art. 7.Om in aanmerking te komen voor subsidiëring sluit het erkend centrum met de betrokken kandidaat-landbouwer of landbouwer een overeenkomst voor het opstellen van een bedrijfsontwikkelingsplan of voor het verzorgen van ten minste 3 bedrijfsbegeleidingen. De minister bepaalt de minimale voorwaarden waaraan de overeenkomst dient te voldoen en de elementen die de overeenkomst minimaal dient te bevatten.

Art. 8.§ 1. Met het oog op de uitoefening van haar controleopdracht, heeft de afdeling het recht om bij de betrokken kandidaat-landbouwer of landbouwer en op het betrokken landbouwbedrijf de nodige vaststellingen te doen betreffende de inhoud van het bedrijfsontwikkelingsplan en de bedrijfsbegeleidingen en om de gesprekken ter plaatse hieromtrent bij te wonen. § 2. Op vraag van de afdeling dient het erkend centrum de afdeling bij controle te begeleiden. Het erkend centrum dient alle documenten en inlichtingen, noodzakelijk voor de controle, te verstrekken.

Art. 9.Het erkend centrum wordt steeds van het resultaat van de controle schriftelijk in kennis gesteld. Indien vastgesteld werd dat het erkend centrum de voorwaarden en modaliteiten niet is nagekomen, wordt het hiervan met een ter post aangetekend schrijven in kennis gesteld.

Art. 10.De afdeling kan het erkend controle-organisme om advies vragen over de biologische productie en de datum van omschakeling van de landbouwers die een overeenkomst, bedoeld in artikel 7, hebben afgesloten. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.De minister bepaalt de nadere voorwaarden en modaliteiten voor het aanvragen en het uitbetalen van de subsidie, voor het opstellen van het bedrijfsontwikkelingsplan en voor het verzorgen van de bedrijfsbegeleidingen.

Art. 12.Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag van « 868 euro », vermeld in artikel 5, § 4, het bedrag van « 35 000 Belgische frank ».

Art. 13.Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag van « 496 euro », vermeld in artikel 6, § 3, het bedrag van « 20 000 Belgische frank ».

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 april 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA

^