Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 mei 2000
gepubliceerd op 28 juli 2000

Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035552
pub.
28/07/2000
prom.
19/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/19/2000035552/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 10, § 1, 11, § 1, 12, § 1, 14, 16 en 17;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 18 mei 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor ambtenarenzaken, gegeven op 28 maart 2000;

Gelet op het protocol nr. 144.408 van 8 maart 2000 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het protocol nr. 2000/1 van 30 maart 2000 van het Comité C voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling personeel provinciale en plaatselijke besturen en het personeel van het gesubsidieerd officieel onderwijs dat niet bezoldigd wordt met weddetoelagen Onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 maart 2000, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 mei 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening;2° de gewestelijke administratie : de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit worden de personen die slaagden in een overgangsexamen dat toegang geeft tot niveau A, respectievelijk niveau B, gelijkgesteld met de personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, respectievelijk niveau B. HOOFDSTUK II. - De gewestelijke ambtenaren van ruimtelijke ordening Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 3.De directeur-generaal van de gewestelijke administratie vervult steeds tegelijk de functies van gewestelijke planologische en stedenbouwkundige ambtenaar en van gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur voor het volledige grondgebied van het gewest.

De minister stelt de overige gewestelijke planologische en stedenbouwkundige ambtenaren en de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs aan door te kiezen uit een lijst van door de directeur-generaal van de gewestelijke administratie voorgedragen kandidaten. Enkel ambtenaren van niveau A uit die administratie kunnen worden voorgedragen en aangesteld.

De aanstelling bedoeld in het tweede lid vermeldt een termijn die 6 jaar niet mag overschrijden. De aanstelling is wel hernieuwbaar. De aanstelling kan op elk ogenblik worden beëindigd.

Onverminderd het eerste lid, bepaalt de minister of zijn gemachtigde het werkgebied van elk van de gewestelijke ambtenaren van ruimtelijke ordening. Hij kan dit werkgebied wijzigen.

Onverminderd het eerste lid, zijn de functies van gewestelijke planologische ambtenaar, gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar en gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur onderling onverenigbaar.

Art. 4.Om te kunnen worden aangesteld als gewestelijk planologisch ambtenaar of als gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar met toepassing van artikel 3, tweede lid, moet de ambtenaar houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De houder van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening moet beschikken over de kennis en de vaardigheden die beantwoorden aan de door de minister vast te stellen criteria. Die criteria kunnen verschillen al naargelang van de functie. Afdeling 2. - De gewestelijke planologische ambtenaren

Art. 5.Het aantal gewestelijke planologische ambtenaren bedraagt minstens 13, waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie.

Gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit mag van dit minimumaantal afgeweken worden.

Art. 6.In afwijking van artikel 4 kunnen ook ambtenaren van de gewestelijke administratie van niveau A, die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gewestelijk planologisch ambtenaar aangesteld worden. Zij moeten echter op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn bij die administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was. Afdeling 3. - De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren

Art. 7.Het aantal gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren bedraagt minstens 13, waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie.

Gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit mag van dit minimumaantal afgeweken worden.

Art. 8.In afwijking van artikel 4 kunnen ook ambtenaren van de gewestelijke administratie van niveau A, die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar aangesteld worden. Zij moeten echter ofwel op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn bij die administratie, ofwel op de datum van hun aanstelling minstens 12 jaar werkzaam zijn bij die administratie en in beide gevallen moeten zij kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning één van hun hoofdtaken was. Afdeling 4. - De gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs

Art. 9.Het aantal gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs bedraagt minstens 13, waaronder de directeur-generaal van de gewestelijke administratie.

Gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit mag van dit minimumaantal afgeweken worden. HOOFDSTUK III. - De provinciale stedenbouwkundige ambtenaren

Art. 10.Om te kunnen worden aangesteld als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar of als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar, moet een persoon enerzijds houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A en anderzijds houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De houder van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening moet beschikken over de kennis en de vaardigheden die beantwoorden aan de door de minister vast te stellen criteria.

Art. 11.In afwijking van artikel 10 kunnen ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar aangesteld worden. Zij moeten echter op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of een provinciale administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 10. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Bovendien kunnen, gedurende een periode van 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of provinciale administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in het eerste lid, als provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten echter binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 10. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Art. 12.In afwijking van artikel 10 kunnen ook personeelsleden van de provinciale administratie van niveau A die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten echter op de datum van hun aanstelling minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke of een provinciale administratie en kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken heeft uitgemaakt.

Een aanstelling als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar kan maximaal 18 maanden duren indien de ambtenaar niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 10 en 11. HOOFDSTUK IV. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren Afdeling 1. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in

gemeenten met 20.000 of meer inwoners

Art. 13.Om te kunnen worden aangesteld als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten met 20.000 of meer inwoners moet een persoon houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De houder van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening moet beschikken over de kennis en de vaardigheden die beantwoorden aan de door de minister vast te stellen criteria.

Art. 14.In afwijking van artikel 13 kunnen in die gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau B en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in dienst van de gemeente zijn. De houder van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening moet beschikken over de kennis en de vaardigheden die beantwoorden aan de door de minister vast te stellen criteria.

Bovendien kunnen ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het tweede lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld, moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 13. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Art. 15.In afwijking van artikel 13 en 14 kunnen in dezelfde gemeenten, gedurende een periode van 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in artikel 14, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel binnen zes jaar na hun eerste aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 13.

Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn. Afdeling 2. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in

gemeenten met minder dan 20.000 inwoners

Art. 16.Om te kunnen worden aangesteld als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners moet een persoon houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B en van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De houder van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening moet beschikken over de kennis en de vaardigheden die beantwoorden aan de door de minister vast te stellen criteria.

Art. 17.In afwijking van artikel 16 kunnen in die gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22, of binnen zes jaar na hun aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 16. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Art. 18.In afwijking van artikel 16 en 17 kunnen in dezelfde gemeenten, gedurende een periode van 5 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, eveneens personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B, maar die niet het vereiste diploma van een opleiding ruimtelijke ordening hebben, noch minstens 6 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en daarbij relevante ervaring hebben opgedaan zoals omschreven in artikel 17, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel binnen zes jaar na hun aanstelling een diploma hebben behaald zoals bedoeld in artikel 16. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn.

Art. 19.In afwijking van artikel 16 en 17 kunnen in dezelfde gemeenten ook personen die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C, als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten wel op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit minstens 12 jaar werkzaam zijn geweest bij een gewestelijke, provinciale of gemeentelijke administratie en ze moeten kunnen aantonen dat tijdens die periode de beoordeling van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en/of de opmaak of de begeleiding van de opmaak van ruimtelijke structuurplannen of plannen van aanleg en de beoordeling ervan één van hun hoofdtaken was.

De personen die overeenkomstig het eerste lid als gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld, moeten binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit besluit geslaagd zijn voor een test op basis van het opleidingsprogramma, bedoeld in artikel 22. Indien niet aan deze vereiste is voldaan binnen de gestelde termijn, vervalt de aanstelling bij het verstrijken van die termijn. Afdeling 3. - Onverenigbaarheden en de voorwaarden waaraan een persoon

moet voldoen om te kunnen worden aangesteld als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar

Art. 20.Het ambt van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar is onverenigbaar met het ambt van secretaris of van ontvanger zoals bedoeld in de wetgeving op de gemeentelijke instellingen.

Art. 21.Om te kunnen worden aangesteld als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, moet een personeelslid van de gemeentelijke administratie houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of B. Daarnaast kunnen in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners ook personeelsleden van de gemeentelijke administratie die houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau C, als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar worden aangesteld. Zij moeten op het ogenblik van hun aanstelling wel betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeentelijke taken inzake ruimtelijke ordening.

De onverenigbaarheid, bedoeld in artikel 20, geldt niet bij de aanstelling van een waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar.

Een aanstelling als waarnemend gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar kan maximaal 18 maanden duren indien de ambtenaar niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 13, 14, 16 en 17, naar gelang van het inwoneraantal van de gemeente. HOOFDSTUK V. - Het opleidingsprogramma voor provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren

Art. 22.Er wordt een opleidingsprogramma georganiseerd voor provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren die aangesteld zijn met toepassing van artikel 11, eerste lid, 14, tweede lid, 17 en 19. Het opleidingsprogramma wordt afgesloten met een test, waarvan de voorwaarden door de minister of zijn gemachtigde worden vastgelegd, en die tweemaal kan worden afgelegd.

De opleiding wordt uiterlijk voor de eerste keer georganiseerd met een begindatum in 2001 en ze wordt minstens tweemaal georganiseerd. Het opleidingsprogramma kan slechts éénmaal worden gevolgd door dezelfde ambtenaar. De minister of zijn gemachtigde kan daarop een uitzondering toestaan in geval van overmacht. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 23.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2000.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 mei 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN

^